H9 paragraaf 1 +2

Hoofdstuk 9
Paragraaf 1
Risicoavers gedrag en polisvoorwaarde
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9
Paragraaf 1
Risicoavers gedrag en polisvoorwaarde

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Premie berekenen
Premie = kans op schade x gemiddelde verwachte schade

Slide 3 - Tekstslide

voorbeeld premie berekenen
Aantal verzekeringsnemers: 150.000
kans op schade: 1 op 100
verwachte schade per gebeurtenis: €3000

Bereken de premie die moet worden gevraagd door de verzekeringsmaatschappij om geen verlies te draaien.

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld premie berekenen
Aantal verzekeringsnemers: 150.000
kans op schade: 1 op 100
verwachte schade per gebeurtenis: €3000

Premie = kans op schade x gemiddelde verwachte schade
premie = 1/100 x 3000 = €30

of:         totale kosten: 150.000 x 3000 x 1/100 = €4.500.000
€450.000 / 150.000 = €30 p.p.

Slide 5 - Tekstslide

Wel of niet verzekeren?

  • Hoe groot is de kans op schade?
  • Hoe groot is de schade als ik schade heb?
  • Kan ik eventuele schade zelf betalen?
  • Is het risico de premie het waard? 

Slide 6 - Tekstslide

verplicht verzekeren
  • Vanwege solidariteit 
  • vanwege te hoog oplopende kosten, zowel van premie als van schade

Slide 7 - Tekstslide

Schuld, nalatig en opzet
Het is niet erg als je een ongeluk hebt, daarvoor ben je verzekerd.
Echter, als het met opzet gebeurt of er is sprake van nalatigheid, dan krijg je geen uitkering.
(nalatigheid is dat je het had kunnen voorkomen, bijvoorbeeld een gestolen fiets omdat je deze niet op slot hebt gezet)

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
opgave 9.1 t/m 9.5 af

Slide 9 - Tekstslide

Problemen voor verzekeringsmaatschappij
  • Asymmetrische informatie
  • Averechtse selectie
  • Moreel wangedrag

Slide 10 - Tekstslide

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
Er is sprake van a-symmetrische informatie.
De premie bedraagt dan:
A
€ 60
B
€ 300
C
€ 160
D
€ 180

Slide 11 - Quizvraag

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
Vanwege de a-symmetrische informatie, kan de verzekeraar geen..

A
Eigen risico instellen
B
Premie-differentiatie toepassen
C
Bonus-malusladder toepassen
D
Transactiekosten maken

Slide 12 - Quizvraag

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
De verzekeraar kan geen premiedifferentiatie toepassen.
Er ontstaat averechtse selectie doordat:
A
Groep A zich niet langer verzekert
B
Groep B zich niet langer verzekert
C
Groep A en B zich niet langer verzekeren
D
Zowel groep A als groep B zich blijven verzekeren

Slide 13 - Quizvraag

TO DO
Werken aan planner

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Les
Herhaling
Zorgverzekering
Opdrachten maken

Slide 20 - Tekstslide

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
Vanwege de a-symmetrische informatie, kan de verzekeraar geen..

A
Eigen risico instellen
B
Premie-differentiatie toepassen
C
Bonus-malusladder toepassen
D
Transactiekosten maken

Slide 21 - Quizvraag

 Zorgverzekering

Slide 22 - Tekstslide

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
De verzekeraar kan geen premiedifferentiatie toepassen.
Er ontstaat averechtse selectie doordat:
A
Groep A zich niet langer verzekert
B
Groep B zich niet langer verzekert
C
Groep A en B zich niet langer verzekeren
D
Zowel groep A als groep B zich blijven verzekeren

Slide 23 - Quizvraag

De zorgverzekering
- Basisverzekering, die is wettelijk verplicht
- Aanvullende verzekering, voor kosten die niet door de basisverzekering worden gedekt (niet verplicht)

Tot achttien jaar ben je gratis meeverzekerd bij je ouders.

Slide 24 - Tekstslide

Basisverzekering


  • huisarts
  • medicijnen
  • ziekenhuis
Aanvullend
bijvoorbeeld:

  • fysio
  • tandarts
  • alternatieve geneeswijzen
  • etc.


Slide 25 - Tekstslide

Eigen risico zorgverzekering
Eigen risico in de zorg bestaat uit verplicht eigen risico en vrijwillig eigen risico.

Waarom zou je dat doen, een vrijwillig eigen risico ?


Slide 26 - Tekstslide

Geef 1 argumenten TEGEN verhogen eigen risico

Slide 27 - Open vraag

Geef 1 argumenten VOOR verhogen eigen risico

Slide 28 - Open vraag

TO DO
Werken aan planner

Slide 29 - Tekstslide

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
Er is sprake van a-symmetrische informatie.
De premie bedraagt dan:
A
€ 60
B
€ 300
C
€ 160
D
€ 180

Slide 30 - Quizvraag

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
Vanwege de a-symmetrische informatie, kan de verzekeraar geen..

A
Eigen risico instellen
B
Premie-differentiatie toepassen
C
Bonus-malusladder toepassen
D
Transactiekosten maken

Slide 31 - Quizvraag

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
De verzekeraar kan geen premiedifferentiatie toepassen.
Er ontstaat averechtse selectie doordat:
A
Groep A zich niet langer verzekert
B
Groep B zich niet langer verzekert
C
Groep A en B zich niet langer verzekeren
D
Zowel groep A als groep B zich blijven verzekeren

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide