M2C - 5.1 + 5.2

Kun je machten uitrekenen
Ben je klaar met 5.1
deel 2
deel 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kun je machten uitrekenen
Ben je klaar met 5.1
deel 2
deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
5 min ; SAMEN - vorige lessen
25 min; AAN DE SLAG - 5.1 afmaken en nakijken, start 5.2 
5 min; AFSLUITING
5 min ; SAMEN - kwadraten/ wortels "dramaspel" 
10 min; INSTRUCTIE - uitleg en opdrachten via Lesson Up: rekenvolgorde en machten

Slide 2 - Tekstslide

5 min ; SAMEN - vorige lessen
Terugblik: Wat hebben jullie gedaan? 
Wat hebben jullie geleerd? 
Waar zijn jullie nu? 

Vragen over de weektaak? 

Slide 3 - Tekstslide

25 min - Aan de slag

  • 5.1: opdracht 8 t/m 11
  • Nakijken 5.1
  • Lesson Up: Formatief 5.1 - Machten
  • 5.2: 12, 13, 16 t/m 19
  • Nagekeken en klaar? 
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

5.2 Volgorde en deelstreep
Haakjes
Machten
Wortels
Keer
Gedeeld door
Plus
Min

Slide 5 - Sleepvraag

5.2 Volgorde en deelstreep
  1. Tussen haakjes
  2. Machten en wortels
  3.   x   en   :   van links naar rechts
  4.   +   en  -   van links naar rechts
Je rekenmachine kent de rekenvolgorde ook!

Slide 6 - Tekstslide

5.2 Volgorde en deelstreep



Bereken eerst alles wat boven en onder de deelstreep staat. 
Zonder rekenmachine
2+8131111=

Slide 7 - Tekstslide

Bereken:
(met rekenmachine)
2+8131111=

Slide 8 - Open vraag

5.2 Volgorde en deelstreep


Zet het gedeelte boven en onder de deelstreep tussen haakjes
Met rekenmachine
2+8131111(311):(2+81)

Slide 9 - Tekstslide

5.2 Volgorde en deelstreep



Of gebruik de toets 
Van breuk naar decimaal getal: 
Met rekenmachine
2+8131111=

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Gaat het lukken met de weektaak en hoe sluit je het af? 
Hoe ver ben je gekomen met de opgaven? 
Kun je alle machten uitrekenen?
Weet je wat de rekenvolgorde is en kun je ermee rekenen?



Slide 11 - Tekstslide

5 min ; SAMEN - kwadraten/ wortels "dramaspel" 
Ik wijs je aan en roep of : “kwadraat van …” of: “wortel van … “ dan noem je dat getal. Dit binnen 3 sec. 
Als ik gewoon het getal zeg noem je niks.

Ben je niet snel genoeg of klopt het niet? 
Dan ben je af en ga je zitten. 

Slide 12 - Tekstslide