5V Thema 4 DNA les 6 Translatie

Translatie en eiwitsynthese
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Translatie en eiwitsynthese

Slide 1 - Tekstslide

Transcriptie vindt plaats langs de ......
A
Leidende streng
B
Volgende streng
C
Coderende streng
D
Template-streng

Slide 2 - Quizvraag

Vraag
Een template streng DNA heeft de volgende sequentie
3'CGGATACGGTTA5'

Welke sequentie heeft het gesynthetiseerde RNA molecuul? 

Slide 3 - Tekstslide

Vraag

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 
Template streng
Coderende streng

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 10
b. Primer is startpunt DNA polymerase, complementaire sequentie primer komt 1x voor, anders worden verschillende fragmenten van DNA gerepliceerd


Slide 6 - Tekstslide

Vraag 10
c. Wat zijn de primers voor beide strengen?

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 10
c. DNA aflezen van 3' -> 5' 
primer voor bovenste streng zijn complementaire nucleotiden eerste 3 van rode deel: CGG
Primer voor onderste streng: ACT

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 14a
lengte stippellijn geeft fragmentlengte weer, dus banden gelelectroforese:
1 X
2 Z
3 W
4 Y (stippellijntje!)

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 14

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 19

Slide 11 - Tekstslide

Tarweplant
bv. DNA sequentie;
3' AAATTTGGCC 5'
5' TTTAAACCGG 3'

verhouding: (A+G)/(T+C)=10/10=1

tegenover elke G staat een C
tegenover elke A staat een T



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Spliceosoom knipt introns uit pre-mRNA

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Genetische code
  • Eiwit bestaat uit aminozuren (20 verschillende)
  • Codon: drie opeenvolgende nucleotiden mRNA coderen voor één aminozuur
  • Binas tabel 67H

Slide 16 - Tekstslide

soorten RNA
Er zijn 10 soorten RNA.
2 belangrijke voor nu:
- mRNA (messengerRNA):
instructie voor eiwit)
- tRNA, (transportRNA):
dragen aminozuur dat correspondeert met een triplet op mRNA.

Slide 17 - Tekstslide

tRNA
  • Enkelstrengs RNA-molecuul
  • CCA aan 3'-uiteinde kan aminozuur binden
  • Drie nucleotiden vormen anticodon, binden aan  codon mRNA

Slide 18 - Tekstslide

3 letters mRNA: codon, AUG startcodon

Slide 19 - Tekstslide

Ribosoom
  • twee delen
  • drie tRNA bindingsplaatsen
  • mRNA bindingsplaats
  • mRNA afgelezen van 5' naar 3'

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Polyribosoom
  • meerdere ribosomen binden zelfde mRNA
  • ribosoom klaar met translatie bij stopcodon bindt direct weer bij startcodon
  • releasefactor zorgt dat aminozuurketen loslaat

Slide 24 - Tekstslide

Transcriptie en translatie vinden plaats in...
A
beide in de celkern
B
beide in het cytoplasma
C
transcriptie in celkern translatie in cytoplasma
D
translatie in celkern transcriptie in cytoplasma

Slide 25 - Quizvraag

Een anticodon is een basentriplet
A
in DNA mRNA en tRNA
B
alleen in tRNA
C
alleen in mRNA
D
alleen in DNA

Slide 26 - Quizvraag

Welk molecuul lezen ribosomen af om eiwitten te maken?
A
DNA
B
mRNA
C
tRNA
D
rRNA

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk
Bestudeer basisstof 4
Maak 22 t/m 26 
Bekijk uitlegfilmpjes!


Slide 28 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die je deze les geleerd hebt

Slide 29 - Open vraag


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
de leerstof nog even bekijken
doorgaan naar nieuwe leerstof
een uitlegfilmpje bekijken
aan de slag met opdrachten
de vorige lesstof bekijken

Slide 30 - Poll

Slide 31 - Video