H 9.1 Woordformules KGT

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

 Uit je boek:
Voorkennis H 9

 Opdrachten 
1, 2, 3, 4, 5

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Wat heb je geleerd in hoofdstuk 8?


Waar ging de voorkennis over?

Slide 3 - Tekstslide

8 + 15 : 5 =
A
5
B
12
C
4,6
D
11

Slide 4 - Quizvraag

8 x 3 + 9 =
A
11
B
33
C
20
D
96

Slide 5 - Quizvraag

24 : (4 x 2) =
A
3
B
12
C
48
D
30

Slide 6 - Quizvraag

Doelen van deze les
- Ik kan uitleggen wat de getallen en woorden in een            woordformule betekenen. 
- Ik ken de begrippen begingetal, stijggetal en daalgetal. 
- Ik kan mbv een woordformule een tabel invullen. 
- Ik kan bij de ingevulde tabel een grafiek tekenen (in een    gegeven assenstelsel). 

Slide 7 - Tekstslide

Variabelen (blz. 129 blauwe snelhechter)
kosten in € = 1,50 + 0,50 x aantal foto's --> woordformule

kosten in € en aantal foto's --> variabelen

Variabelen betekent: steeds iets anders. Dat klopt ook wel. Je vult voor aantal foto's steeds een ander getal in. Dan krijg je steeds een ander bedrag voor de kosten in €.


Slide 8 - Tekstslide

Theorie blz. 129/ 130 KGT

Slide 9 - Tekstslide


Van welke formule is het begingetal 55?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quizvraag


Van welke formule is het daalgetal 2?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 11 - Quizvraag


Wat is het stijggetal van formule C?
A
+ 55
B
- 2
C
+ 70
D
+ 3

Slide 12 - Quizvraag


Welke twee variabelen zie je in formule A?
A
kosten in € tijd in dagen
B
temperatuur in ℃ tijd in minuten
C
verdiensten in € tijd in uren
D
lengte in cm tijd in maanden

Slide 13 - Quizvraag

Neem formule D.
Vul voor tijd in maanden 12 in.
Wat is de lengte?
A
55
B
3
C
91
D
70

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht 6 (blz. 130 blauwe snelhechter)
Van een mooie foto kun je kaarten laten maken.
Dat kost per kaart €0,90.
De bezorgkosten zijn €3,00 per bestelling.

Welke getal is het begingetal?


 









aantal
240









aantal







0,90
3,00

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 7 (blz. 130 blauwe snelhechter)
Maken opdracht 7 a t/m e.

 
 









aantal
240









aantal







timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Doelen van deze les
- Ik kan uitleggen wat de getallen en woorden in een            woordformule betekenen. 
- Ik ken de begrippen begingetal, stijggetal en daalgetal. 
- Ik kan mbv een woordformule een tabel invullen. 
- Ik kan bij de ingevulde tabel een grafiek tekenen (in een    gegeven assenstelsel). 

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk

H 9.1 KGT blz. 131
Opdrachten
8, 9, 10, 11

Slide 18 - Tekstslide