Spelling H1 + H3 les 1+ 2 - 2M

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

ma. 30 jan. - 2M2 - 4e uur

• Terugblik periode 2
• Programma periode 3
• Uitleg spelling H1 
• Zelfstandig werken
• Bespreken opdrachten

Terugblik periode 2

• Fictie 2 - Voorgoed weg
• Grammatica 3 (SO) - drie rollen bij zinsdelen
• Schrijven 3:
• --> kenmerken goede tekst
• --> stappenplan tekst schrijven
• --> formeel - informeel

Programma periode 3

• Werkwoordspelling --> SO op ma. 13/2
• Schrijven 4 --> eindopdracht  inl. 10/3 = GPW
• Lezen Escape room (ook in p4) (Zelf lenen deze week!)

Planning periode 3

Spelling H1

Je herhaalt: de persoonsvorm spellen, 

tegenwoordige en verleden tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

pvtt

Wat zijn de regels voor het spellen van de pv tt?

Altijd stam+t behalve bij ik en als jij erachter staat en bij de gebiedende wijs, dan gebruik je alleen de stam.

Meervoud altijd hele werkwoord.

Dus:

• stam --> ik erbij - jij/je erachter - gebiedende wijs
• stam + t --> bij ander enkelvoud (jij, je, hij, zij, ze, u, het)
• hele ww --> bij meervoud (wij, jullie, zij)

Persoonsvorm verleden tijd

pvvt

Wat zijn de regels voor het spellen van de pv vt?

• sterke ww --> veranderen van klank --> slapen - sliepen
• zwakke ww --> gebruik 't ex-kofschip
• Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't ex-kofschip?
• Ja --> stam + te(n) --> Wij maakten gisteren een schilderij.
• Nee --> stam + de(n) --> Zij deelde het met haar broer.

Zelfstandig werken

• Bestudeer de uitleg op blz. 32
• Maak opdracht 1 t/m 5 op blz. 33

Bespreken opdr. 1 t/m 5

blz. 32-33

Opdracht 1

• 1 beef
• 2 hoop
• 3 stop
• 4 word
• 5 verlies
• 6 stamp

Opdracht 2

1. kiest
2. vind, lust
3. wordt
4. droogt
5. leeft

Opdracht 3

1. kleefden
2. droomde
3. kostte
4. doodden
5. verbaasde

Opdracht 4

1. werd
2. lieten
3. beschreef
4. reden
5. mochten

Opdracht 5

1. blijft
2. verft
3. repareert
4. wil
5. wordt
6. bestond
7. handelde
8. kostte
9. vindt
10. vind

Opdracht 6

1. instanties, kritisch
2. expositie, typische
3. Circa, elektrische
4. gespecialiseerd, exotische
5. concertprogramma, gepubliceerd

Huiswerk ma. 6/2

Haal deze week (vandaag, morgen, woensdag of donderdag)  het boek Escape room in de studieruimte en neem het maandag mee naar de les.

ma. 6 feb. - 2M2 - 4e uur

• Bespreken huiswerk opdr. 1 t/m 5 blz. 32-33
• Herhalen uitleg spelling voltooid deelwoord (als bn)
• Zelfstandig werken

Opdracht 1

• 1 beef
• 2 hoop
• 3 stop
• 4 word
• 5 verlies
• 6 stamp

Opdracht 2

1. kiest
2. vind, lust
3. wordt
4. droogt
5. leeft

Opdracht 3

1. kleefden
2. droomde
3. kostte
4. doodden
5. verbaasde

Opdracht 4

1. werd
2. lieten
3. beschreef
4. reden
5. mochten

Opdracht 5

1. blijft
2. verft
3. repareert
4. wil
5. wordt
6. bestond
7. handelde
8. kostte
9. vindt
10. vind

Opdracht 6

1. instanties, kritisch
2. expositie, typische
3. Circa, elektrische
4. gespecialiseerd, exotische
5. concertprogramma, gepubliceerd

Spelling H3

Je herhaalt het voltooid deelwoord (als bijvoeglijk naamwoord).

Wat zijn de regels voor het spellen van het voltooid deelwoord?

• Gebruik de verlengproef en schrijf op wat je hoort: gesteld --> de gestelde vraag werd niet beantwoord.
• Als je het niet kunt horen, gebruik dan 't ex-kofschip.
• Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't ex-kofschip?
• Ja -->  t --> Wij hebben gisteren kleding geshopt.
• Nee --> d --> Hij heeft de vloer geschrobd.
• Eindigt het voltooid deelwoord op een -n? Schrijf het zo kort mogelijk: gewonnen, geslapen, gelachen, verdrongen.

Wat zijn de regels voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruikt als bn?

Schrijf het zo kort en zo eenvoudig mogelijk op:

• De foto is vergroot (vd).
• Ik vergrootte (pv vt) de foto.
• De vergrote (bn) foto hangt aan de muur.

Wat zijn de regels voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruikt als bn?

Schrijf het zo kort en zo eenvoudig mogelijk op:

• Het kind is gered (vd).
• Ik redde (pv vt) het kind.
• Het geredde (bn) kind zit aan de waterkant.

Wat zijn de regels voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruikt als bn?

Schrijf het zo kort en zo eenvoudig mogelijk op:

• De straat is verlicht (vd).
• De lampen verlichtten (pv vt) de straat.
• De verlichte (bn) straat is verlaten.

Zelfstandig werken

• Bestudeer de uitleg op blz. 84
• Maak opdracht 1 t/m 5 op blz. 85

Huiswerk

Maak  opdr. 1 t/m 5 blz. 85 af.

Lezen in Escape Room t/m blz. 19.