PO - Geintje natuurlijk!

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapWereldoriëntatie+5BasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Introductie

Humor is heel divers. Niet iedereen vindt hetzelfde leuk. De één kan keihard lachen als iemand uitglijdt over een bananenschil hoewel de ander juist de slappe lach krijgt van een goede, slimme woordgrap. En verschillende (sub)culturen hebben ook een verschillende vormen van humor. In deze les gaan we onderzoeken wat humor is, waar het vandaan komt en wat jullie zelf echt grappig vinden. Wanneer is iets een ‘goede’ of juist ‘slechte’ grap? Mag alles onder het mom van ‘grapje’ zomaar en wat doe je als je iets echt niet vindt kunnen? Zijn er eigenlijk ‘regels’ voor een grap? En zo ja… wie bepaalt die dan? We bekijken samen verschillende kanten van ‘humor’ en vertellen elkaar ook wat jij zelf écht grappig vindt, want (heel belangrijk!) lachen is hartstikke gezond! Deze les is ontwikkeld voor de Week tegen Pesten 2022, met het thema; ‘Grapje? Moet toch kunnen?!’

Instructies

Bijlage:
Werkblad; Geintje natuurlijk! - Per duo 1 werkblad

Doel van de Les:
Met elkaar het begrip en concept ‘humor’ verkennen. In dialoog gaan over verschillen en meningen en de positieve kanten en krachten van humor ontdekken. Tegelijk richt de les zich op de gevaren van grappen met een verkeerde intentie en de negatieve gevolgen die dat kan hebben. De les gaat over (zelf)kennis, empathie en handelingsperspectief bieden je uit te spreken in situaties waar grappen een verkeerde intentie hebben en kwetsen.

Respect Methodiek
In deze les verkennen we actief de positieve vormen en kenmerken van humor. We leggen de nadruk op wat ons verbindt in humor.  Daarnaast wordt aangestipt dat er ook wel grenzen liggen binnen humor en hoe het komt dat grappen soms kwetsend kunnen zijn. We bespreken humor ook in het kader van ‘pesten’ en bekijken de mechanisme van pesten in deze context.

BELANGRIJK:
In deze les is er gekozen om negatieve vormen van humor en grappen niet expliciet te benoemen. Onderzoek (Movisie 2019) heeft aangetoond dat het benoemen van negatieve voorbeelden juist vooroordelen, discriminatie en uitsluiting in de hand werkt. Negatieve grappen worden dan genormaliseerd, dat wil deze les juist voorkomen.
Door voornamelijk positieve voorbeelden te noemen (en geen stroom aan voorbeelden van ‘lelijke’ grappen) benadruk je de diversiteit van grappen en de verschillende smaken in humor op een neutrale manier. Alle vormen hebben bestaansrecht, zonder oordeel.

Persoonlijke ervaringen
In een veilige klas kun je er wellicht ruimte worden gegeven aan leerlingen die een ervaring willen delen over hoe zij zich voelden bij specifieke grappen. Of als docent zelf een persoonlijk voorbeeld geven. Houdt bovenstaande dan wel in het achterhoofd.

Kennis
De leerling leert…
…wat humor is en hoe deze gevormd wordt
…zichzelf en de eigen voorkeur van humor beter kennen
…hoe divers humor is
…wanneer iets als ‘pesten’ kan worden bestempeld
…wat het verschil is tussen positieve en negatieve humor

Vaardigheden
De leerling leert…
…te verwoorden welke humor zijn of haar voorkeur heeft
…in tweetallen verschillende vormen van humor te benoemen
…te handelen als humor een grens over gaat, cq kwetsend is

Houding
Open, geïnteresseerd, positief, actief, sensitief

Burgerschap
Deze les vindt aansluiting bij de burgerschapdomeinen & doelen van:
- Vrijheid en gelijkheid
- Diversiteit
- Solidariteit  
- Denken- en handelswijze.

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Wat is humor?

Wat zegt het woordenboek over humor?

“Humor is het vermogen om iets wat als grappig, amusant of geestig wordt ervaren aan te voelen, te waarderen of tot uitdrukking te brengen. Humor kan ook een aanduiding zijn van de expressie van iets komisch of grappigs in woord, daad of geschrift.”*

*Webster's New World Dictionary of the American Language. Second College Edition, Simon and Schuster, 1982

Slide 3 - Tekstslide

Lachen is gezond

Dat lachen leuk is en goed voelt, dat weet iedereen.
Maar wist je dat het ook daadwerkelijk  goed is voor je lijf en je hoofd?

Lachen...

… is goed voor het immuunsysteem.
… vermindert stress.
… zorgt voor een verbetering van de conditie en betere ontspanning.
… maakt je knapper!
… zorgt voor verbinding met mensen om je heen!

Slide 4 - Tekstslide

Iedereen is anders, ook qua humor

Iedereen heeft een andere voorkeur van humor. Ook hebben verschillende (sub)culturen andere vormen van humor.

Voorbeeld: Jij lacht waarschijnlijk met je vrienden om andere dingen dan met je ouders. En die ene oom met die flauwe grappen waar alleen je tante zo hard om lacht... die is toch echt niet grappig?!

Iedereen heeft voorkeuren. Dat is niet zomaar, wist je dat ook jouw voorkeur ergens vandaan komt?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zit dat?

Je kleine broertje rolt over de bank met de slappe lach om Buurman en Buurman. Aan de keukentafel lach je met je familie om dat rare bordspel en met je vrienden op het plein bedenk je weer andere grappige dingen.

Hoe zit dat?
Simpel, je voorkeur van humor komt ergens vandaan!  Je kunt verschillende categorieën maken.

1.    Vanuit huis – Je bent opgegroeid met bepaalde vormen van humor. Je begrijpt die goed en kan die goed volgen. Dat past bij je.

2.    Vrienden en omgeving – Op school maak je misschien wel andere grappen dan thuis. In je omgeving worden dingen grappig gevonden of niet. Wat op de ene plek en vooral op een bepaald moment grappig is verschilt. Soms kun je grappen ook niet echt navertellen. Het was alleen grappig op dat moment met die groep.

3.    Leeftijd – Humor is ook leeftijdsgebonden. Poep- en piesgrappen zijn leuk voor je neefje van drie, maar als je ouder bent niet echt meer. En politieke grappen zijn pas leuk als je de politiek volgt en ouder bent.

4.    Persoonlijke voorkeur – Daarnaast past jouw voorkeur ook gewoon bij je persoonlijkheid! Men zegt: daar ben je mee geboren. Je vindt dan dingen gewoon leuk of niet.

Slide 6 - Tekstslide

Werkblad + uitleg

Verdeel de klas in duo’s. 
Deel per duo een werkblad uit. 

Straks ga je samen aan de slag met het werkblad. Bij elke vorm van humor verzin je samen één duidelijk voorbeeld. Schrijf dit op.

Maar voor we beginnen, bekijken we nog even vier verschillende vormen van humor. 

Slide 7 - Tekstslide

Slapstick & practical jokes

Slapstick
is een soort komedie waarin lichaamstaal een belangrijke rol speelt en waarbij de grappige situaties snel achter elkaar worden opgevolgd. Vroeger, toen er nog geen stemmen bij film waren, werd dit veel toegepast. Maar ook nu in filmpjes kun je het herkennen.

Denk aan Buurman en Buurman! Of aan het klassieke voorbeeld van onvermijdelijke glijpartij over de bananenschil, de taarten in iemands gezicht, het filmpje van tante Truus die eerst vrolijk zwaait voordat ze door het ijs zakt. En ook het overdreven gekke-bekken-trekken van komieken hoort daarbij.

Filmpje Charlie Chaplin: https://www.youtube.com/watch?v=NT-mVVprnbs

Filmpje Buurman en Buurman: https://www.youtube.com/watch?v=aNZsZopeYbw
Kies een kort fragment als voorbeeld.

Een practical joke (ook wel prank genoemd) is een plagerige grap die tot doel heeft verwarring, verbijstering, ongemak of schaamte teweeg te brengen bij degene met wie de grap wordt uitgehaald. Uiteindelijk wordt vaak verteld hoe de zaak werkelijk in elkaar stak. Verborgen-cameragrappen zijn hier voorbeelden van.  


Ken je zelf slapsticks of practical jokes waar je echt (hard) om hebt moeten lachen?  Noteer samen een goed voorbeeld van wat jullie grappig vinden. (Meer leuke voorbeelden…? Dat mag!)


Slide 8 - Tekstslide

Woordgrappen, moppen & oneliners

Woordgrappen: ‘Is Bert Er-nie?’; ‘Kom op Jennifer, Lo-pez door’; ‘Het is groen en het plakt: Kermit de Sticker’… Woordgrappen… Wie kent ze niet?

Moppen:
“Hoe lang slaapt een olifant?" “Tot hij wakker wordt!”
Of:
“Waarom eet je geen mosselen op zondag?” - “Het zijn weekdieren!”

En oneliners:
Bijvoorbeeld de dubbelzinnige uitspraken van Loesje.

Ken je zelf woordgrappen, moppen of oneliners waar je echt (hard) om hebt moeten lachen? Noteer samen een goed voorbeeld van wat jullie grappig vinden. (Meer leuke voorbeelden…? Dat mag!)

Slide 9 - Tekstslide

Typetjes, parodieën en karikaturen

Een typetje is een fictief, komisch personage met sterk uitvergrote eigenschappen en karaktertrekjes. Veel typetjes zijn dan ook stereotypen die clichés bevestigen. Een typetje wordt doorgaans gespeeld en gecreëerd door één acteur.

Een karikatuur doet eigenlijk hetzelfde, alleen dan is de basis een bestaand persoon of een echte situatie.

Een parodie of persiflage is een spottende nabootsing van een film of situatie. Vaak worden hierbij herkenbare eigenschappen van het origineel overdreven of uitvergroot.

Ken je zelf een typetje, karikatuur of persiflage waar je echt (hard) om hebt moeten lachen? Noteer samen een goed voorbeeld wat jullie grappig vinden. (Meer leuke voorbeelden…? Dat mag!)

Bij typetjes kun je denken aan Mister Bean, Borat, de boze buurman van Sesamstraat of iemand als Juf Corrie. Mensen met een duidelijk ‘karakter’ gespeeld door een acteur.
En ook Charlie Chaplin uit het fragment is een typetje. (Kies het beste voorbeeld voor jouw klas.) 

Filmpje Charlie Chaplin: https://www.youtube.com/watch?v=NT-mVVprnbs

Slide 10 - Tekstslide

Spotprenten, cartoons & memes

Een cartoon of spotprent is een humoristische tekening, soms voorzien van een onderschrift, die kan gebruikt worden als commentaar of kritiek op actuele gebeurtenissen of maatschappelijke trends.

Een meme is een grappige afbeelding of filmpje met tekst, dat verspreid wordt via sociale media. Het gebeurt vaak met eenzelfde soort afbeelding/filmpje, die steeds wordt aangepast met een nieuwe tekst om hem nóg grappiger te maken.

Voorbeelden op de slide
Vraag de leerlingen naar de betekenis van de afgebeelde strips/memes.

Ken je zelf memes of spotprenten waar je echt (hard) om hebt moeten lachen? Noteer samen een goed voorbeeld wat jullie grappig vinden. (Meer leuke voorbeelden…? Dat mag!)

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Verdeel de klas in duo’s.
Deel per duo een werkblad uit.

3... 2... 1... GO!
Verdeel de klas in duo’s.
Deel per duo een werkblad uit.

Samen bedenken ze bij elk van de vier vormen van humor samen één duidelijk voorbeeld en schrijven ze dit op het werkblad.

Zodra de duo's bij 'wat missen jullie' aankomen kun je doorgaan met slide 13. Sommige hebben wellicht al wat ingevuld, maar dat is prima!


Slide 12 - Tekstslide

Wat missen jullie nog?

Nu je alles hebt bekeken, mis je misschien iets. Dat kan. Er zijn natuurlijk nog meer manier om echt met elkaar te lachen tot je er buikpijn van hebt. Welke vorm missen jullie nog?

Heb je laatst nog gelachen om iets heel anders wat niet bij één van de categorieën hoort? Heeft deze vorm een naam? Noteer het voorbeeld in het lege vak.  

Slide 13 - Tekstslide

En…? Wat past bij jou?

Kleur nu als laatste opdracht een hartje in op het kaartje met de vorm van humor die jouw voorkeur heeft! 

Natuurlijk kun je om meer lachen maar probeer echt een keus te maken van maar één of twee vormen die echt bij je past/passen.

Nabespreking
Bespreek klassikaal deze opdracht na.
Voorbeeldvragen:
  • Welke vorm(en) van humor heb je gekozen en heb je een voorbeeld?
  • Welke vorm van humor vind je het minst grappig en waarom?
  • Vonden jullie in een duo hetzelfde grappig of juist niet? Vertel eens?
  • Heb je een nieuwe vorm ontdekt door je klasgenoot?
  • Welke vorm van humor heb je (denk je) van huis uit meegekregen?
  • Welke vorm past goed bij je en waarom?
  • Zou je je in een andere vorm van humor willen verdiepen?
  • Etc.

Slide 14 - Tekstslide

Samen lachen is gezond!

Samen lachen is hartstikke gezond en het verbindt mensen. Lachen deden we al in de oertijd! Door te lachen maak je een gelukshormoon aan en voel je je ook echt beter..

Ook verbindt het mensen, als je namelijk samen over iets kan lachen dan zit je op één lijn en begrijp je elkaar. Dat geeft een goed gevoel.

Altijd blijven lachen dus ;)

Slide 15 - Tekstslide

Maar let op… lachen kan ook buitensluiten

Lachen is natuurlijk hartstikke leuk! Maar let op, lachen kan ook bedoeld of onbedoeld iemand buitensluiten.

Stel je voor:

Je loopt het plein op en ergens achter je hoor je ineens gegiechel. Als je je omdraait zie je een groepje dat duidelijk aan het lachen is en kijkt naar jou…

  • Wat denk je dan?
  • Welk gevoel hoort daarbij?
  • Wat kun je doen?
  • Wat denken jullie hiervan?

TIP: Laat hier eventueel ruimte voor persoonlijke ervaringen/verhalen.
Je kunt ernaar vragen maar het is ook goed om zelf als leerkracht een persoonlijk voorbeeld te noemen om de veiligheid in de groep te behouden.

LET OP! Het gaat bij deze opdracht om het benomen van je eigen gedachten, veronderstellingen, je gevoel daarbij en het samen bespreken wat je kunt doen!
Het gaat dus NIET om het opnoemen van verschillende pest-momenten en moeilijke momenten. Probeer in die gevallen te bespreken wat de leerling of eventuele klasgenoten zouden kunnen doen in die situaties.  


Slide 16 - Tekstslide

Uitlachen en pesten

Wanneer is een grap dan pesten, of begint het daarop te lijken?
  • Als er sprake is van een machtsverschil (grap ‘omlaag’, uitleg volgt bij slide 17)
  • Als de intentie van de grap is om opzettelijk te kwetsen
  • Als de grappen steeds over een zelfde persoon gaan
  • Als het (te) vaak of heel regelmatig gebeurt

Slide 17 - Tekstslide

Zijn er regels voor grappen?

Er zijn in principe geen ‘regels’ voor het maken van grappen. Wel wordt er gezegd dat grappen die gemaakt zijn om te kwetsen nooit echt een positief effect hebben.

Tuurlijk lachen er wel mensen om, soms gaat dat ook heel snel of automatisch, maar het is eigenlijk niet zo oké.

Een goede grap is een grap omhoog, wordt gezegd. Dat betekent dat je grappen maakt over situaties of personen die op een hoge positie staan. Met humor kun je namelijk goed tegen de gevestigde orde aan schoppen. Je kunt dan heel kritisch zijn en dat verpakken in een goede grap.

Voorbeeld:
Denk aan grappen over het koningshuis of over Mark Rutte of Donald Trump. Dat zijn grappen over mensen met veel macht, we noemen dat dus een grap 'omhoog'.  

Slide 18 - Tekstslide

Maar we doen het vooral andersom:  een grap omlaag

Uit onderzoek blijkt dat mensen over het algemeen grapjes omlaag maken.
Dan gaan de grappen juist over mensen of groepen met minder machtige posities.
Dat kan lelijk of kwetsend zijn en soms zelfs behoorlijk discrimineren. Die grappen zijn dus niet zo oké en veroorzaken ook vaak pijn bij degene waar de grap over gaat.

Geen goede zaak!
Dit soort grappen zorgen juist voor verdeeldheid, de ene groep tegen de andere, in plaats van dat het mensen op een fijne positieve manier verbindt.

Slide 19 - Tekstslide

Nou nou, het was maar een grapje hoor

Een grap mag nooit als excuus gebruikt worden om gewoon iets lelijks te zeggen.
De intentie van een grap is ontzettend belangrijk. Je kan heus wel kritisch zijn met een grap en dat kan dat soms best tegen het randje zitten. De beste grappen ‘schuren’ ook altijd wel een beetje.

En... de juf of meester een beetje voor de gek houden of nadoen... da's ook best een grap omhoog ;)

Maar... sommige mensen maken een grap die ook lelijk of zelfs gemeen is bedoeld. Ze komen er dan soms ook nog mee weg door te zeggen 'Oh…het was maar een grapje... sorry hoor.'
Dat kan dan heel lastig zijn en er is  moeilijk op te reageren.  

Slide 20 - Tekstslide

Hmmm, volgens mij ging dat niet helemaal lekker…

Toch is het belangrijk om, als een grap of opmerking niet zo goed voelt, er nog eens over na te denken. Misschien heb je zelf een grap gemaakt die niet lekker aankwam of stond je erbij en lachte je mee...

Bedenk dan dat je er altijd op kan terugkomen. Het is nooit te laat om te leren en om je twijfels uit te spreken. Ook als je meedeed. Je kan altijd bij degene checken of de grap kwetsend werd ervaren door te het gewoon te vragen.

Dus:
Vooral zeggen wat je vindt is belangrijk. Als iemand een grap maakt die je niet leuk vond over iemand kun je dat ook vertellen. Je hoeft niet meteen de grappenmaker aan te vallen of een kant te kiezen. Gewoonweg zeggen tegen degene (over wie de grap ging) dat je het niet zo oké vond, kan heel veel steun geven. Dat is ook genoeg!

Het belangrijkste: Iedereen mag van zijn fouten leren, ook met grappen, dat is helemaal niet zo erg!

Slide 21 - Tekstslide

Weet je wat nou zo belangrijk is?

DIT! Met elkaar bespreken waar we blij van worden, wat we vinden en hoe we samen kunnen lachen. Want zoals we nu weten, lachen is supergezond!

Slide 22 - Tekstslide

Nabespreken

Bespreek met de klas hoe deze les was aan de hand van de volgende voorbeeldvragen:
  • Wat nemen jullie mee uit deze les?
  • Wat heb je geleerd over de humor van je klasgenoot?
  • Heb je misschien wel iets geleerd over je eigen humor?
  • Weet je wat je nu kan doen als een grap niet lekker aankomt/verkeerd valt?
  • Etc.

Slide 23 - Tekstslide

Feedback, tips of opmerkingen...
Heel GRAAG!

Vul deze vragenlijst (9 vragen) zelf in of met je klas! Wij zijn heel blij met alle reacties, tips en feedback.

Alvast bedankt!

Team educatie / Respect Foundation