Opfrissen na de vakantie

H5.1 
versnellen!
  • laptop
  • rekenmachine nodig
  • pen en schrift op tafel

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5.1 
versnellen!
  • laptop
  • rekenmachine nodig
  • pen en schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

En de eenheid van versnelling is....
A
v
B
a
C
s2m
D
sm

Slide 2 - Quizvraag

En de afkorting van snelheid is....
A
v
B
a
C
s2m
D
sm

Slide 3 - Quizvraag

En de afkorting van versnelling is....
A
v
B
a
C
s2m
D
sm

Slide 4 - Quizvraag

Een auto heeft een versnelling van 2 meter per seconde kwadraat. Dit betekent dat:
A
de snelheid 2 m/s is
B
de snelheid elke seconde 2 m/s toeneemt.
C
hij 2 m rijdt
D
hij 4 m/s rijdt

Slide 5 - Quizvraag

5 m/s =......km/h
A
18
B
1,4
C
5000
D
0,005

Slide 6 - Quizvraag

De formule om de versnelling a uit te rekenen is
A
a = v * t
B
a=ΔvΔt
C
a=tv
D
a=ΔtΔv

Slide 7 - Quizvraag

Een auto vertrekt vanuit stilstand en versnelt tot 20 m/s gedurende 4 s. Bereken de versnelling.
A
80 m/s2
B
5 m/s2
C
5 m/s
D
20 m/s

Slide 8 - Quizvraag

Een fietser fietst 5 m/s en gaat gedurende 4 seconden met een versnelling van 2 m/s2 versnellen. Hoe hard rijdt zij na het versnellen?
A
5 m/s
B
8 m/s
C
9 m/s
D
13 m/s

Slide 9 - Quizvraag

Deze auto trekt op.
Hoeveel afstand legt deze af?
A
48m
B
3m
C
24m
D
Iets anders

Slide 10 - Quizvraag

Een motor versnelt gedurende vier seconden van 72 naar 144 km/h. Bereken de versnelling.
A
5 m/s2
B
5 m/s
C
2 m/s2
D
2 m/s

Slide 11 - Quizvraag

Deze grafiek hoort bij een beweging van een auto
Wa

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor beweging maakt deze auto?
A
Hij rijdt een stukje en blijft dan stilstaan
B
Hij gaat steeds harder rijden
C
Hij gaat steeds harder rijden en houdt dan dezelfde snelheid
D
Hij gaat steeds harder rijden en stopt dan

Slide 13 - Quizvraag

Een beweging waarbij de snelheid constant is en NIET verandert heet...
A
Constante beweging
B
Eenparige beweging
C
Eenparig versnelde beweging
D
Eenparig vertraagde beweging

Slide 14 - Quizvraag

Een BMW rijdt in 20 minuten een afstand van 49 km. Bereken de gemiddelde snelheid.
A
2,45 km/h
B
120 km/h
C
134 km/h
D
148 km/h

Slide 15 - Quizvraag

Een auto rijdt met 13m/s voor 15 seconde lang. Hoeveel afstand legt deze auto af?
A
195m
B
0,87m
C
1,2m

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel afstand legt een vliegtuig af dat gemiddeld 1000 km/h vliegt in 10 minuten ?
A
100 km
B
167 km
C
190 km
D
250 km

Slide 17 - Quizvraag

Een auto vertrekt vanuit stilstand en gaat eenparig versnellen tot 72 km/h gedurende 4 s. Bereken de versnelling.
A
18 m/s2
B
5 m/s2
C
5 m/s
D
18 m/s

Slide 18 - Quizvraag

Een motor versnelt gedurende vier seconden van 72 naar 144 km/h. Bereken de versnelling.
A
5 m/s2
B
5 m/s
C
2 m/s2
D
2 m/s

Slide 19 - Quizvraag

Een fietser fietst 5 m/s en gaat gedurende 4 seconden met een versnelling van 1 m/s2 versnellen. Hoe hard gaat hij na 4 seconden ?
A
5 m/s
B
8 m/s
C
9 m/s
D
10 m/s

Slide 20 - Quizvraag

Het oppervlak onder een v,t-diagram staat gelijk aan de.....
A
snelheid
B
afstand
C
versnelling

Slide 21 - Quizvraag

Deze auto trekt op.
Hoeveel afstand legt deze af?
A
48m
B
3m
C
24m
D
Iets anders

Slide 22 - Quizvraag

En hoeveel meter is er afgelegd in de eerste 3 seconde?
(geef 1 cijfer achter de komma)

Slide 23 - Open vraag

In een snelheid, tijd-diagram betekent een schuine, rechte lijn omhoog:
A
een eenparige beweging
B
een eenparig versnelde beweging
C
stilstand
D
een eenparig vertraagde beweging

Slide 24 - Quizvraag

Een auto trekt eenparig versneld op vanuit stilstand en rijdt na 10 seconden 30 m/s. Bereken de afgelegede afstand na 10 seconden.
A
300 m
B
150 m
C
3 m
D
450 m

Slide 25 - Quizvraag

Maak nu opgave 7 en 8 van 5.1

Slide 26 - Tekstslide