1B-ma 31 mei Wi-GR12-H3 Herhaling coördinaten

Herhaling H3 Assenstelsel GR13   
1A  GL
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H3 Assenstelsel GR13   
1A  GL

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de coördinaten van punt F ?
timer
0:15
A
F 1,4
B
F 4,1
C
F (1,4)
D
F(4,1)

Slide 2 - Quizvraag

Geef de coördinaten van punt H
timer
0:15
A
H (0,5)
B
H(5,0)
C
H(0;5)
D
H(5;0)

Slide 3 - Quizvraag

Geef de coördinaten van punt D
timer
0:15
A
D(2,1)
B
D( 0,5, 1)
C
D( 1,0,5)
D
D(2;0,5)

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk punt horen de coördinaten (1,0) ?
timer
0:15
A
punt B
B
punt C
C
geen punt

Slide 5 - Quizvraag

Geef de coördinaten van punt B
timer
0:15
A
B(3,2)
B
B(2,-3)
C
B(3,-2)
D
B(-3,2)

Slide 6 - Quizvraag

Geef de coördinaten van punt D
timer
0:30

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn de coördinaten van punt A ?
A
A (1,2)
B
A (2,1)
C
A(1,5,2)
D
A(1,5 ; 2)

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de coördinaten van punt B ?
A
B (-2,5 ,1)
B
B (1,-2)
C
B(1 ; - 2,5)
D
B (1,5 ; -2)

Slide 9 - Quizvraag

welke punten zijn roosterpunten?
A
punt A en B
B
punt A,B en C
C
punt B en E
D
punt A, B en E

Slide 10 - Quizvraag

We hebben punt A(3,4)
Op welk roosterpunt kom je uit als je 6 naar rechts gaat en 2 omhoog ?
A
(6,2)
B
(5,10)
C
(10,6)
D
(9,6)

Slide 11 - Quizvraag

We hebben punt B(8,2)
Op welk roosterpunt kom je uit als je 10 naar links gaat en 5 omlaag ?
A
(18,7)
B
(3,-8)
C
(-2,-3)
D
(2,3)

Slide 12 - Quizvraag

De bovenste rij van de tabel hoort bij de..................
A
horizontale as van de grafiek
B
verticale as van de grafiek

Slide 13 - Quizvraag

DE onderste rij van de tabel hoort bij de ................
A
horizontale as van de grafiek
B
verticale as van de grafiek

Slide 14 - Quizvraag


In de grafiek zie je hoeveel winst bakker Tom maakt in de week van 13 tot en met 19 februari.
Hoeveel winst maakt Bakker Tom
op dag 2?

A
Hij maakt dan €200 winst
B
Hij maakt dan €250 winst
C
Hij maakt dan €300 winst
D
Hij maakt dan € 500 winst

Slide 15 - Quizvraag


In de grafiek zie je hoeveel winst bakker Tom maakt in de week van 13 tot en met 19 februari.
Op welke dagen maakt Bakker Tom €200 winst?

A
Op dag 1
B
Op dag 5
C
Op dag 1 en 5

Slide 16 - Quizvraag

Kijk nog eens goed de theorie door van hoofdstuk 3 en oefen nog een paar sommen.
Vergeet dinsdag niet een pen, potlood, liniaal en rekenmachine mee te nemen want dan ga je het proefwerk maken !

Succes met leren !


Slide 17 - Tekstslide