8.3 Democratisering

8.3 DEMOCRATISERING
Emmeline Pankhurst: Deeds not words
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

8.3 DEMOCRATISERING
Emmeline Pankhurst: Deeds not words

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1789: 
De Franse Revolutie
  • Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap

  • Einde aan Koninkrijk Frankrijk

  • Meer gelijkheid: einde aan de standenmaatschappij

  • Een grondwetgrondwet

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Napoleon na de slag bij Waterloo

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 1815-1848
- Ancien regime handhaven (Koning, adel en kerk)
- Weerstand: liberalen (erfgenamen democratische revoluties)
   Willen: 1. burgerlijke vrijheden
               2. politieke invloed

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het revolutiejaar 1848: economische aanleiding, politieke doelen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na het liberalisme werd het nationalisme een tweede stroming die zich verzette tegen het conservatisme van het Congres van Wenen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitse eenwording
- verbrokkeld rijk; allerlei staatjes
- Pruisen de belangrijkste staat
- Napoleontische oorlogen
* 1813: Volkerenslag bij Leipzig (Napoleon verslagen)
* 1815: Slag bij Waterloo (Napoleon definitief verslagen)




Slide 7 - Tekstslide

Dit grootse monument herdenkt de Slag bij Leipzig. Met een hoogte van 91 meter is het één van de grootste monumenten van Europa. De architect was Clement Thieme.
De Slag bij Leipzig of Volkerenslag (Völkerschlacht bei Leipzig) vond plaats van 16 tot 19 oktober 1813 (met als belangrijkste datum 18 oktober 1813) tussen het Franse leger (samen met Poolse, Italiaanse en Duitse troepen) van Napoleon Bonaparte en een coalitie van de legers van Rusland, Pruisen, Oostenrijk en Zweden. De slag resulteerde in een beslissende overwinning voor de coalitie.
Bij de slag waren bijna 600.000 soldaten betrokken, waarmee het de grootste veldslag in Europa was vóór de Eerste Wereldoorlog. Het was de meest bloederige slag van de Napoleontische Oorlogen. Aan Franse zijde vielen 45.000 doden en gewonden en werden 36.000 soldaten (waaronder 15.000 gewonden) gevangen genomen. Aan de zijde van de coalitie vielen 54.000 doden en gewonden.
Vanwege de grote aantallen doden en gewonden konden deze niet worden verzorgd, geborgen of begraven. Hierdoor brak in en om Leipzig na de slag tyfus en cholera uit, waarna de ziekten zich snel verspreidden door Duitsland en vervolgens door heel Europa.
Duitse eenwording
eenheid bereiken door:
- diplomatie (mislukt)
- oorlog (Blut und Eisen --> succesvol)

Diplomatie
* 1815: Duitse Bond
* 1834: Zollverein
* 1848: Frankfurter Parlement



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frankfurter Parlement 
1848
- nationaal parlement
- afgevaardigden uit alle Duitse staten
- 'Professorenparlement'
- veel onenigheid 



Slide 9 - Tekstslide

Op 18 mei 1848 kwam in de Paulskirche in Frankfurt het Frankfurter Parlement bijeen om een grondwet op te stellen voor heel Duitsland. Ruim achthonderd vertegenwoordigers van het Duitse volk, op grond van een algemeen mannenkiesrecht gekozen, vergaderden meer dan een jaar over de nieuwe grondwet.
Een groot probleem voor het Frankfurter Parlement, dat de bijnaam Professorenparlement kreeg, was de vraag hoe groot de toekomstige Duitse staat moest worden. Moest heel Oostenrijk - met bijvoorbeeld Bohemen en Hongarije - erbij horen of alleen de Duitstalige gebieden? Na lang beraad koos het parlement voor de laatste oplossing, de zogenaamde Klein-Duitse Oplossing. De vertegenwoordigers vroegen de Pruisische koning Friedrich Wilhelm IV om keizer van dit nieuwe Duitsland te worden.
 Intussen hadden de meeste vorsten - die vrijwel allemaal anti-liberaal waren - orde op zaken gesteld in hun gebied. De Pruisische koning Friedrich Wilhelm IV voelde zich daarom sterk genoeg om de aangeboden keizerstitel te weigeren. Een koning werd in zijn ogen uitverkoren door God, en niet door het volk. Ook wilde hij Oostenrijk en Rusland niet provoceren. In Oostenrijk had men zojuist een nieuwe grondwet aangenomen die opname van een deel van het Habsburgse rijk in een Duits keizerrijk verbood. Het Frankfurter Parlement werd ontbonden en het laatste revolutionaire bolwerk, de stad Rastatt in Baden, werd op 23 juli 1849 door Pruisische troepen ingenomen. De revolutie was mislukt, de vorsten hadden hun macht hersteld en de droom van een Duitse eenheidsstaat was vervlogen.
Duitse eenwording
Oorlog
* 1864: Deense Oorlog
* 1866: Oostenrijkse Oorlog
* 1870-1871: Frans-Duitse Oorlog

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fredrik Willem IV weigertde in 1849 'een kroon uit de goot'.

Zijn jongere broer volgde hem op als koning van Pruisen en zou in 1871 keizer van Duitsland worden: Wilhelm I

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bismarck
Wilhelm I
Frederik Willem IV
Blut und Eisen politiek
De woorden Blut und Eisen werden een beroemde metafoor om de politiek van Bismarck mee aan te duiden. Eenheid moest niet bereikt worden door onderling overleg, meende hij, maar door geweld en dwang van de sterkste. Bismarck was conservatief en een overtuigde nationalist. Eenwording moest niet via een revolutie bereikt worden, maar van ‘bovenaf’ opgelegd worden. 
Bismarck maakte zich dan ook sterk om de Duitsers zo nationalistisch mogelijk te maken en zo de eenwording te bewerkstelligen. Zo liet hij onder meer veel standbeelden neerzetten van historische Germaanse helden en creëerde hij gezamenlijke vijanden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • Napoleon verslagen bij Waterloo

  • Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I                                           

  • Nederland krijgt een grondwet en een tweekamerstelsel                           

  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg        

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen

  • Regeert, min of meer, als absolute vorst

  • Moet niets weten van democratie

  • Moeizame relatie met zijn vader

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Johan Rudolf Thorbecke
(Liberaal)
krititek: 
  • koning regelt alles daardoor worden burgers passief en gemakzuchtig
  • afkomst en de juiste contacten zijn belangrijker dan capaciteiten



       Wil inspraak burgers op landsbestuur
Grote kritiek conservatieven: gevaarlijke revolutionaire ideeën

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Liberalen
  • Rijke burgers                                     
  • Thorbecke                                         
  • Politieke partij: Liberale Unie.
  • Overheid moet zich zo min      mogelijk met het land bemoeien, alleen zorgen voor veiligheid. Zeker niet met de economie.
  • Later opkomst links liberale parij (VDB)                                                      

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na 1848 worden de liberalen de nieuwe machthebbers en komen andere groepen op voor hun rechten

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katholieken

- waarom voelden zij zich tweederangs burgers?
- waarom was de verhouding met de liberalen eerst goed en later slecht?
- waarom was de verhouding met de protestanten eerst slecht en later goed?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Protestanten

- Abraham Kuyper
- Oprichter eerste moderne politieke partij ARP (1879), na invoering nieuwe schoolwet (1878)
- belangrijke figuur bij het ontstaan van de verzuiling 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Confessionelen zijn een andere groep dan de conservatieven (uit het eerste deel van de 19e eeuw)!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Caoutchouc-artikel
  • In 1887 wordt het kiesrecht uitgebreid. Nu mogen alle volwassenen stemmen die 'hiervoor geschikt zijn'.
  • Hierdoor zijn er vanaf dit moment veel politici die met argumenten de kiesdrempel lager maakt.
  • Caoutchouc = rubber (is ook in vormen te kneden).

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Albert Hahn in de Notenkraker, 14-2-1914
De arbeider:'Alleen als zij er ook van zal profiteren, zijn wij bereid, u te helpen het vrouwenkiesrecht te veroveren.'


Waar was Albert Hahn, blijkens deze prent, bang voor?



Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In 1918 werd Suze Groeneweg (SDAP)  als eerste vrouw gekozen in de tweede kamer 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1919:  sluitstuk democratisering van Nederland
Algemeen kiesrecht nu ook voor vrouwen, na een initiatiewet van de links-liberaal Marchant (VDB)

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De winst van de sociaaldemocraten na de invoering van het algemeen kiesrecht in 1919 was minder groot dan verwacht. Dit kwam door de verzuiling.

Het bericht dat hiernaast staat komt uit een katholiek krant uit het jaar 1937

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Link

Deze slide heeft geen instructies