Les 2

WATER
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WATER

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Check vorige les (5 min)
Opdracht 'watergebruik' (5 min) 
Uitleg 'watergebruik' (10 min)
Opdracht 'laag vs hoog Nederland' (10 min)
Uitleg 'drinkwater in Nederland' (15 min)
Afsluiting (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Check vorige les
Noteer op je wisbordje:
1. Het water dat mensen en planten nodig hebben is zoet / zout.
2. Hoeveel procent van al het water op aarde is zoet?
3. Hoeveel procent van al het zoete water op aarde is daadwerkelijk beschikbaar?

4. Water komt voor in drie vormen, namelijk a......., b...... en c......
5. Als water verdampt verandert het van ...... in .......
6. Als water condenseert verandert het van ..... in .....

7. De waterkringloop wordt aangedreven door .....
8. Water stroomt via a...... en b...... terug naar de zee.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. tenminste vijf voorbeelden van watergebruik noemen en aangeven welke twee het meeste water verbruiken;
2. uitleggen wat het verschil is tussen proceswater en koelwater;
3. de drinkwaterwinning in hoog- en laag Nederland met elkaar vergelijken;
4. uitleggen welke rol de duinen spelen in de drinkwaterwinning.

Slide 4 - Tekstslide

Aan het werk- groep 1

Wat: 
- Woordspin: waarvoor wordt water gebruikt?
- Zet de bedachte vormen van watergebruik in volgorde van minst naar meeste waterverbruik.

Hoe: in drietallen

Hulp: GEEN!

Tijd: 5 minuten

Klaar: Maken werkboek blz. 106 vraag 2 + 3a + 4abc

Aan het werk- groep 2

Wat: 
- Woordspin: waarvoor wordt water gebruikt
- Zet de bedachte vormen van watergebruik in volgorde van minst naar meeste waterverbruik.

Hoe: in viertallen

Hulp: boek (paragraaf 3.3: watergebruik) + docent

Tijd: 5 minuten

Klaar: Maken werkboek blz. 106 vraag 2 + 3a + 4abc

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Waar wordt water allemaal voor gebruikt?
Noteer zo veel mogelijk dingen!

Slide 6 - Woordweb

Functies van water voor de mens
Water heeft verschillende functies die voor de mens van levensbelang zijn -> 
1. Drinkwater
2. Huishouden en persoonlijke verzorging
3. Recreatie
4. Transport
5. Landbouw -> landbouw gewassen en vee kunnen niet zonder voldoende zoetwater
6. Industrie -> In de industrie wordt zoetwater gebruikt bij het maken van producten (=proceswater) en om machines te koelen (=koelwater)

De landbouw en industrie gebruiken het meeste water.

Slide 7 - Tekstslide

Drinkwater
Huishouden
Persoonlijke verzorging
Recreatie
Transport
Landbouw

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. tenminste vijf voorbeelden van watergebruik noemen en aangeven welke twee het meeste water verbruiken;
2. uitleggen wat het verschil is tussen proceswater en koelwater;
3. de drinkwaterwinning in hoog- en laag Nederland met elkaar vergelijken;  
4. uitleggen welke rol de duinen spelen in de drinkwaterwinning.

Slide 9 - Tekstslide



Water als grondstof van allerlei producten

De industrie gebruik heel veel water...

Voor de productie van vrijwel alles is water nodig ->
Als proceswater - het water is echt nodig om een product te maken (bv het verven van een spijkerbroek)
Als koelwater - water wordt gebruikt om machines te koelen

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. tenminste vijf voorbeelden van watergebruik noemen en aangeven welke twee het meeste water verbruiken;
2. uitleggen wat het verschil is tussen proceswater en koelwater;
3. de drinkwaterwinning in hoog- en laag Nederland met elkaar vergelijken;
4. uitleggen welke rol de duinen spelen in de drinkwaterwinning.

Slide 11 - Tekstslide

Drinkwater?
Beantwoord in je groepje de volgende vragen ->

1. Waarover gaat deze kaart?/ Wat zie je?
2. Stel je gaat in beide delen van de kaart graven totdat je water vindt. Waar ben je sneller bij het water? Groen of paars?
3. Stel je gaat in het groene deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
4. Stel je gaat in het paarse deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
5. Welk grondwater zal als drinkwater worden gebruikt? Het water uit het groene of uit het paarse deel?

Extra vragen: gebruik het internet ->
6. Hoe komt het andere deel van Nederland aan drinkwater?
7. Uit welk materiaal bestaat de grond in het groene gedeelte?
Beantwoord in je groepje de volgende vragen ->
1. Waarover gaat deze kaart?/ Wat zie je?
2. Stel je gaat in beide delen van de kaart graven totdat je water vindt. Waar ben je sneller bij het water? Groen of paars?
3. Stel je gaat in het groene deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
4. Stel je gaat in het paarse deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
5. Welk grondwater zal als drinkwater worden gebruikt? Het water uit het groene of uit het paarse deel?

Extra vragen: gebruik het internet ->
6. Uit welk materiaal bestaat de grond in het groene gedeelte? Uit welk materiaal bestaat de grond in het paarse gedeelte?
7.  Hoe komt het paarse deel van Nederland aan drinkwater?
Drinkwater?
timer
10:00
Klaar? Maak in je werkboek blz 106 :
Groep 1 vraag 2 + 3a + 4abc
Groep 2 vraag 2 + 3a + 4a

Slide 12 - Tekstslide

Nederland boven NAP
Wisbordje: Wat bedoelen we met NAP?

In de gebieden boven NAP bestaat de grond uit zand.​
Water zakt in de grond door de goede doorlaatbaarheid van zand. ​Zand bestaat namelijk uit korrels.
Door de filterende werking van het zand wordt het water al schoon gemaakt.​ Viezigheid blijft aan het zand plakken!
Waterleidingbedrijven zorgen vervolgens voor de drinkwaterwinning.​

Slide 13 - Tekstslide

Nederland onder NAP
In de gebieden beneden NAP (het westen) bestaat de grond uit veen en klei.​
​Het zoete grondwater drijft er op het zoute grondwater.

Klei is slecht water doorlatend (het zijn kleine plaatjes die aan elkaar plakken). Het zoete regenwater zakt dus niet goed de grond in.
In deze gebieden is grondwater niet geschikt als drinkwater, daarom wordt er gebruik gemaakt van oppervlaktewater (=water uit meren, rivieren en plassen) als drinkwater.​
Dit wordt soms gemengd met duinwater.​

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. tenminste vijf voorbeelden van watergebruik noemen en aangeven welke twee het meeste water verbruiken;
2. uitleggen wat het verschil is tussen proceswater en koelwater;
3. de drinkwaterwinning in hoog- en laag Nederland met elkaar vergelijken;
4. uitleggen welke rol de duinen spelen in de drinkwaterwinning.

Slide 15 - Tekstslide

Drinkwater?
Beantwoord in je groepje de volgende vragen ->

1. Waarover gaat deze kaart?/ Wat zie je?
2. Stel je gaat in beide delen van de kaart graven totdat je water vindt. Waar ben je sneller bij het water? Groen of paars?
3. Stel je gaat in het groene deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
4. Stel je gaat in het paarse deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
5. Welk grondwater zal als drinkwater worden gebruikt? Het water uit het groene of uit het paarse deel?

Extra vragen: gebruik het internet ->
6. Hoe komt het andere deel van Nederland aan drinkwater?
7. Uit welk materiaal bestaat de grond in het groene gedeelte?
Op je wisbordje:

Bekijk nog een keer goed de kaart.

a) Waar liggen de duinen?

b) Uit welk materiaal bestaan duinen?

c) Wat waren de voordelen van dit materiaal als het gaat om drinkwaterwinning?

Drinkwater?
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Waterwinning in de duinen
Onder de duinen (geel) ligt een grote voorraad zoetwater (blauw).

Namelijk: de duinen bestaan uit zand en zand laat water door!

Waar komt dit water vandaan?
Maar als we dit zoetewater gebruiken wordt de voorraad kleiner en is er meer ruimte voor brakwater( groen) en zoutwater (paars).

De duinen verdrogen en verzilten door het gebruik van het zoetwater!

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. tenminste vijf voorbeelden van watergebruik noemen en aangeven welke twee het meeste water verbruiken;
2. uitleggen wat het verschil is tussen proceswater en koelwater;
3. de drinkwaterwinning in hoog- en laag Nederland met elkaar vergelijken;
4. uitleggen welke rol de duinen spelen in de drinkwaterwinning.

Slide 18 - Tekstslide

Extra!



Bekijk de video en beantwoord de vragen op je wisbordje:
1. Welke grondsoort wordt er gebruikt in het filmpje.
2. Welke voordelen heeft deze grondsoort voor het zuiveren van water?
3. Hoe vaak moet het water worden gezuiverd?
4. Zou jij het water drinken? Waarom wel of niet?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Extra!



Bekijk de video en beantwoord de vragen op je wisbordje:
1. Welke grondsoort wordt er gebruikt in het filmpje.
2. Welke voordelen heeft deze grondsoort voor het zuiveren van water?
3. Hoe vaak moet het water worden gezuiverd?
4. Zou jij het water drinken? Waarom wel of niet?

Slide 21 - Tekstslide

Afronding
Wat heb je geleerd?
Hoe heb je meegedaan?
Huiswerk

Slide 22 - Tekstslide

Wat moeten we nu echt weten?
1. Water wordt bijvoorbeeld gebruikt voor a..... b..... c..... d..... en e .........
2. Water dat gebruikt wordt bij de productie heet .....
3. Water dat gebruikt wordt om machines te koelen heet ....

4. In hoog Nederland wordt grondwater / oppervlakte water gebruikt als drinkwater.
5. De grond bestaat hier uit zand / klei en veen.
6. In laag Nederland wordt grondwater / oppervlakte water gebruikt als drinkwater.
7. De grond bestaat hier uit zand / klei en veen.

8. Onder de duinen zit veel zoetwater. Maar als we dit gebruiken dan a...... en b..... de duinen.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Huiswerk
Werkboek blz. 106 maken vraag 2 + 3a + 4abc
Werkboek blz. 110 maken vraag 1 + 2 + 3

Meenemen: een schaar!

Slide 25 - Tekstslide