De wetten van Newton

De wetten van Newton
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

De wetten van Newton

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

De eerste wet van Newton
Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met een constante snelheid voort.

Slide 3 - Tekstslide

De eerste wet van Newton
Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met een constante snelheid voort.

De resulterende kracht is de som van alle krachten die op het voorwerp werken.

Slide 4 - Tekstslide

De tweede wet van Newton
Een voorwerp versneld in de richting van de resulterende kracht.
De versnelling is evenredig aan de massa.

F=m.a

Slide 5 - Tekstslide

De derde wet van Newton
Als voorwerp A een kracht uitoefend op voorwerp B, dan oefent voorwerp B een evengrote maar tegengestelde kracht op voorwerp A uit.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

er werken twee krachten op een voorwerp, een van 5 N, een van 20 N.
Dan kan de resulterende kracht liggen:
A
tussen 5 N en 20 N
B
tussen 5 N en 25 N
C
tussen 5 N en 15 N
D
tussen 15 N en 25 N

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk de volgende twee uitspraken:
1 Een kracht werkt altijd tussen twee voorwerpen.
2 De spankracht in een elastiek is hetzelfde als de veerkracht van dat
elastiek.
A
uitspraak 1 is juist
B
uitspraak 2 is juist
C
beide uitspraken zijn juist
D
geen van beide uitspraken is juist

Slide 11 - Quizvraag

Frank fietst met een constant snelheid van 8 m/s. De normaal kracht is 850 N en de spierkracht die hij levert is 500 N. Hoe groot zijn de weerstandskrachten?
A
0 N
B
1350 N
C
500 N
D
850 N

Slide 12 - Quizvraag