Bevolking en ruimte

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Welkom!

EXAMENVOORBEREIDING

Telefoon in telefoontas.

Zitten volgens plattegrond.

Wat gaan we doen vandaag?

Vandaag: 

• 5 minuten: Bevolking en ruimte doorbladeren. Waar wil je extra uitleg over?
• Herhaling Bevolking en Ruimte
• Aan de slag. 

Waar wil je uitleg over?
(bevolking en ruimte)

Waar heb je behoefte aan tijdens de komende lessen?

Bevolkings-groei in Nederland

Je hebt twee soorten:

Natuurlijke bevolkingsgroei

&

Sociale bevolkingsgroei

NATUURLIJK

Totaal +

geboortecijfer

- sterftecijfer

=

Natuurlijke bevolkingsgroei

SOCIAAL

Totaal +

Immigratie

- emigratie

=

Sociale bevolkingsgroei

NATUURLIJKE + 

SOCIALE BEVOLKINGSGROEI = TOTALE BEVOLKINGSGROEI

Bevolkingspiramide -- Vergrijzing

Verzorgingsgebied, reikwijdte en drempelwaarde 

REIKWIJDTE

ZET IN DE JUISTE VOLGORDE van klein naar grote reikweidte.

Primark – 

Albert Heijn – 

Bioscoop –

Groenteboer Bert Appelmans –

Ziggo Dome

ANTWOORD

1. Groenteboer Bert Appelmans
   
2. Albert Heijn
   
3. Bioscoop
   
4. Primark
   
5. Ziggo Dome

Voor de ene voorziening rijden mensen verder dan voor de ander.

CONCENTRISCH GROEIMODEL

De groei vanuit het centrum.

--

Hoe verder van het centrum, hoe ruimer de wijk is opgezet.

--

Je kunt deze herkennen op een foto.

Je herkent de 4 onderdelen van het concentrisch groeimodel op foto's.

MEERKERNEN GROEIMODEL

De groei van een stedelijk gebied vanuit meerdere steden.

Meerkernen groeimodel

De groei van stedelijk gebied vanuit meerder steden

Iedere stad heeft een eigen specialisatie:

• Amsterdam
• Den Haag
• Utrecht
• Rotterdam

Stedelijk gebied de Randstad

Suburbanisatie → stedelijk gebied de Randstad.

De Randstad bestaat uit meerdere steden. 

Groei Randstad = meerkernen groeimodel.

Stedelijke groeimodellen

• Concentrisch = rond 1 centrum (Coevorden)
• Meerkernen = agglomeraties (Rotterdam)

Bevolking en Ruimte in Duitsland

3 groepen migranten

groep 1

Na WO II moesten veel Duitsers noodgedwongen verhuizen. Het waren de zogenaamde Volksduitsers. 

Duitsland moest weer grondgebied afstaan aan Rusland

groep 2

Net als in NL kwamen na 1960 veel gastarbeiders. 

Met name uit  Turkije en later Polen.

groep 3

Na 1990 komen veel vluchtelingen. Grotendeels economische vluchtelingen vanaf 1990 door de wetten politieke vluchtelingen. 

Denk nu ook aan Syrië.

Sleep onderstaande begrippen naar de juiste plaats in de afbeelding

Ontgroening

Vergrijzing

Babyboom

Het bevolkingsaantal verandert in 5 fasen. 

fase 1 = 

Hoge geboortecijfers

& hoge sterftecijfers 

fase 2 = 

Hoge geboortecijfers

& lage sterftecijfers 

In deze fase groeit het land het hardst

fase 3 = 

Lagere geboortecijfers

& lage sterftecijfers 

In deze fase groeit het land wel nog maar minder snel

fase 4 = 

Lagere geboortecijfers

& lage sterftecijfers 

In deze fase een kleine groei 

fase 5 = 

lage geboortecijfers

& hoge sterftecijfers 

In deze fase ontstaat een sterfteoverschot

 

Waardoor fase 5?

1. de toegenomen levensverwachting
2. de invloed van de Duitse babyboomers 
3. de toegenomen ontgroening / daling van het geboortecijfer

Wat valt je op aan de sociale bevolkingsgroei tussen 1950 en 2017?

Beschrijf de natuurlijke bevolkingsgroei tussen 1950 en nu.

Bevolking en Ruimte in China

Bevolking in China: 1,4 miljard!

Je kunt de bevolkingsspreiding van China beschrijven.

De verdeling van mensen over een land of gebied.

Bevolkingsdichtheid, bevolkingsspreiding,

dicht- en dunbevolkt.

Je kan de bevolkingsspreiding in China verklaren a.d.h.v. twee natuurlijke factoren.

Te hoog en te droog.

NATUURLIJKE

FACTOREN

Je kan de bevolkingsspreiding in China verklaren a.d.h.v. één economische factor.

Aantrekkingsfactoren en afstotingsfactoren.

Je kan de bevolkingsspreiding in China verklaren a.d.h.v. één economische factor.

Verstedelijking in China

LEEFTIJDSDIAGRAM

DEMOGRAFISCH TRANSITIEMODEL

Eénkindpolitiek

Je kan de oorzaak van éénkindpolitiek 

benoemen.

Je kan 3 nadelen van de éénkindpolitiek in China benoemen.

NU

Planning maken.

oefenexamens.

etc.