Les 3 voorlezen

Les 3 voorlezen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 3 voorlezen

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Kijken naar activiteitenplan
Terugblik
3.5 Taalontwikkeling per leeftijd
Vragenmoment.

Slide 2 - Tekstslide

Activiteitenplan
- Jullie krijgen hier later uitgebreid uitleg over van Marja
- Nieuwe methode 
- Bladzijde 125 van Pedagogisch Werk: Basisboek heeft een stappenplan

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
3.4 ging over de verschillende gebieden van taalontwikkeling
Korte quiz

Slide 4 - Tekstslide

Welke van de onderstaande aspecten heeft te maken met de klankenontwikkeling?
A
Syntactistisch aspect
B
Semantisch aspect
C
Pragmatisch aspect
D
Fonologisch aspect

Slide 5 - Quizvraag

Welk aspect heeft te maken met de betekenis van woorden en woordcombinaties?
A
Syntactisch aspect
B
Semantisch aspect
C
Pragmatisch aspect
D
Fonologisch aspect

Slide 6 - Quizvraag

Welk aspect heeft te maken met grammaticale regels?
A
Syntactisch aspect
B
Semantisch aspect
C
Pragmatisch aspect
D
Fonologisch aspect

Slide 7 - Quizvraag

Welk aspect heeft te maken met het sociale aspect van taal?
A
Syntactisch aspect
B
Semantisch aspect
C
Pragmatisch aspect
D
Fonologisch aspect

Slide 8 - Quizvraag

Rond welke leeftijd ligt de Vijftigwoordengrens?
A
Rond 16 maanden
B
Rond 18 maanden
C
Rond 19 maanden
D
Rond 26 maanden

Slide 9 - Quizvraag

3.5 Taalontwikkeling per leeftijd
  1. Voortalig
  2. Vroegtalig 
  3. Differentiatiefase 
  4. Fase van Voltooiing: vanaf 5 jaar
- Taalontwikkeling verloopt bij ieder kind ongeveer hetzelfde. Het tempo kan wel verschillen.

Slide 10 - Tekstslide

Voortalige fase 0-1 jaar
- Prelinguale periode
- Baby's luisteren aandachtig naar wat mensen zeggen, maar begrijpen er nog geen woord van
- Vocaliseren doen ze wel. 

Slide 11 - Tekstslide

Voortalige fase 0-1 jaar
Vanaf 3 maanden: Brabbelen. Combineren klinkers en medeklinkers.
Vanaf 6 maanden: Sociaal brabbelen. Het nadoen van klanken die het kind hoort.
Vanaf 9 maanden: Kind probeert actief woorden na te doen. Woorden en klanken krijgen betekenis. Symboolbewustzijn.
1 jaar: éénwoordzin. Het kind kent ongeveer 40 woorden.

Slide 12 - Tekstslide

Welk aspect kan je het beste koppelen aan de voortalige fase?
A
Syntactisch aspect
B
Semantisch aspect
C
Pragmatisch aspect
D
Fonologisch aspect

Slide 13 - Quizvraag

Vroegtalige fase 1-2 jaar
Vroeglinguale periode
- Het kind ontdekt dat dingen om hem heen kunnen worden aangeduid met woorden en dat deze woorden dus een betekenis hebben.
- Het kind kent ongeveer 200 woorden en spreekt er ongeveer 50.
- Het kind begint ook met tweewoordzinnen.

Slide 14 - Tekstslide

Stimuleren van taal in de Vroegtalige fase

Dingen aanwijzen en benoemen
Veel voorlezen

Slide 15 - Tekstslide

Welk aspect kan je het beste koppelen aan de vroegtalige fase?
A
Syntactisch aspect
B
Semantisch aspect
C
Pragmatisch aspect
D
Fonologisch aspect

Slide 16 - Quizvraag

Volgende week
Herhaling 3.5
Differentiatiefase 2-5 jaar
Fase van Voltooiing: vanaf 5 jaar

Slide 17 - Tekstslide