Leesv Tekstverband en signalen & verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Tekstverbanden en signalen

Tekstverbanden zorgen ervoor dat er een relatie is tussen woorden, zinnen en alinea's. 

je hebt signaalwoorden en verwijswoorden

signaalwoorden van plaats

daar, hier, er, ergens

In Leiden regent het, hier is het droog 

signaalwoorden van tijd

morgen, daar, dan, toen

Tijdens de CL was er ook een biljartfinale 

signaalwoorden van opsomming

ook, eerst, daarna, en

Eerst maakte hij zijn huiswerk, daarna ging hij voetballen.

signaalwoorden van voorbeeld

bijvoorbeeld, zoals, zo

Appeltaart zoals mijn oma die maakt

signaalwoorden van uitleg

bijvoorbeeld, zoals, zo

Appeltaart zoals mijn oma die maakt

signaalwoorden van middel en doel

door middel van, via, waarmee, om 

Hij werkte hard om een 10 voor Nederlands te krijgen

signaalwoorden van overeenkomst

evenals, zoals, net zo,

Hij draagt een rood t-shirt net zoals zijn broertje

signaalwoorden van tegenstelling

maar, echter, integendeel

Hij was op school, maar voelde zich niet lekker

signaalwoorden van oorzaak en gevolg

maar, echter, integendeel

Hij was op school, maar voelde zich niet lekker

signaalwoorden van reden verklaring

want, namelijk

Ze werkt iedere dag want ze wil een wereldreis maken 

signaalwoorden van voorwaarde

als, indien, tenzij

Ze wil graag gaan slapen, tenzij er een monster onder haar bed ligt.

signaalwoorden van conclusie

dus, kortom

De leerlingen hebben nu de meeste signaalwoorden geleerd, kortom leesvaardigheid is een eitje

verwijswoorden

Geven verband aan tussen woorden en zinnen

hij, ze, hem, dit, dat,  

Leestekens

geven signalen aan de lezer

De juf zei "Je moet aan je werk". 

Het was een "geslaagde" dag.