Paragraaf 1.3 Vulkanen

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Vulkanisme

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je begrijpt waar vulkanen voorkomen en waarom dat daar is.
Beantwoord aan het eind van de les deze leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe een vulkaan werkt en wat de gevolgen van vulkaanuitbarstingen kunnen zijn.
  • Je begrijpt waar vulkanen voorkomen en waarom dat daar is.
  • Je kunt een doorsnedetekening maken van een vulkaan.
Beantwoord aan het eind van de les deze leerdoelen

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling platentektoniek

Slide 6 - Tekstslide

Hoe bewegen de aardplaten?
aardplaten bewegen
uit elkaar
aardplaten bewegen
naar elkaar toe
oceanische plaat beweegt onder een continentale plaat
aardplaten bewegen
langs elkaar
 TERUGBLIK: BEWEGENDE PLATEN

Slide 7 - Tekstslide

Creëren nieuw land 
bijvoorbeeld op La Palma
en hierboven op Hawaii 

Slide 8 - Tekstslide

Zijn een
toeristische 'hotspot' 

Slide 9 - Tekstslide

En komen ze vaak in het nieuws

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wegduikende platen
Aantekening
  • Plaatbewegingen veroorzaken niet alleen aardbevingen, maar ook vulkanen. 
  • Regel: hoe dieper je in de aarde komt, hoe hoger de temperatuur wordt. Een onderduikende plaat smelt gedeeltelijk. Er ontstaat magma dat opstijgt en vulkaanuitbarstingen veroorzaakt.
  • Bij Japan zijn het twee oceanische platen die onder de Euraziatische continentale plaat duiken. 

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Hoe ontstaat een vulkaan?
  • Gesteente oceaanbodem wordt mantel ingeduwd.
  • Gesteente smelt, magma ontstaat.
  • Verhit materiaal is lichter dan omgeving.
  • Verhit materiaal wil omhoog.
  • Te hoge druk: uitbarsting.
  • Magma wordt lava en verlaat via de krater de vulkaan.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ontstaat een vulkaan?
- Op plekken in bijv. de oceaan waar platen uit elkaar bewegen. --> Hier ontstaat een midoceanische rug.

  • IJsland ligt op een midoceanische rug.

Slide 15 - Tekstslide

Opbouw vulkaan
  1. Magmakamer
  2. Kraterpijp
  3. Krater
  4. Eventuele zijspleten
    Na een uitbarsting:
  5. Als het kraterdak instort, ontstaat een caldeira
aswolk

Slide 16 - Tekstslide

3 soorten vulkanen

Slide 17 - Tekstslide

Schildvulkaan
  • Plaatbeweging: divergentie
  • Niet explosief
  • magma is dun en vloeibaar
  • flauwe helling

Slide 18 - Tekstslide


Skjaldbreidur

Slide 19 - Tekstslide

Stratovulkaan
  • plaatbeweging: subductie
  • explosief (eruptie)
  • magma dik en stroperig
  • steile helling
  • vulkanische bommen
gloedwolk is een van de verwoestendste effecten van een vulkaanuitbarsting. De golven bestaan uit vaste of halfvloeibare lava, gas, rotsen en as. 

Slide 20 - Tekstslide

Fuji

Slide 21 - Tekstslide

Caldeiravulkaan
  • ontstaan uit stratovulkanen met grote magmakamer
  • Na uitbarsting stort het dak van de leeggelopen magmakamer in
  • In de oude krater vormt zich een kratermeer en (1 of meer ) nieuwe krater(s)


Slide 22 - Tekstslide

Kawa Ijen krater

Slide 23 - Tekstslide

hotspot-vulkaan
Vulkanen die niet voorkomen aan de rand van twee aardplaten.

Slide 24 - Tekstslide

    Positieve gevolgen van een vulkaanuitbarsting

Slide 25 - Tekstslide

    Verdere gevolgen van een vulkaanuitbarsting

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Kraterpijp
Magma
Aswolk
Krater
Lava

Slide 28 - Sleepvraag

Zware aardbevingen
Grootste bergketen ter wereld
Vulkanisme
Divergent
Convergent
Transform

Slide 29 - Sleepvraag

Bij divergente plaatbewegingen komen..
A
Vaak aardbevingen en met weinig kracht
B
Vaak aardbevingen met veel kracht
C
Niet vaak aardbevingen met weinig kracht
D
Niet vaak aardbevingen met veel kracht

Slide 30 - Quizvraag

De plek waar de aardbeving ontstaat?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een plaatbeweging
D
Het hypocentrum

Slide 31 - Quizvraag

Hoe noem je de schaal waarmee de zwaarte van een aardbeving wordt bepaald.
A
Schaal van Beaufort
B
Schaal van Richter
C
Schaal van Mercator
D
Schaal van Mercalli

Slide 32 - Quizvraag


Wat is een epicentrum?
A
Hier kan je schuilen voor een aardbeving.
B
De plek waar de aardbeving ontstaat.
C
De plek waar de aardbeving het krachtigst is.
D
Een druk centrum in een stad.

Slide 33 - Quizvraag

Waarom zal Nederland nooit het epicentrum zijn van een zware aardbeving?

Slide 34 - Open vraag

Wat is een natuurlijke oorzaak van een aardbeving?
A
Twee botsende aardplaten
B
Vulkaan-uitbarsting
C
Gasboringen
D
Mijnbouw

Slide 35 - Quizvraag

Bij een aardbeving wordt.....
A
De spanning snel opgebouwd en beweegt vloeiend
B
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt vloeiend
C
De spanning snel opgebouwd en beweegt schokkend
D
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt schokkend

Slide 36 - Quizvraag

Bij welke plaatbeweging(en) ontstaan aardbevingen?

Slide 37 - Open vraag

Convectiestromen
Vulkaan
Convergentie
Subductie
Divergentie
Diepzeetrog
Mid oceanische rug

Slide 38 - Sleepvraag

Wat is de drijvende kracht achter platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De zee
C
De mantel
D
Lava

Slide 39 - Quizvraag

aardkern
aardmantel
aardkorst

Slide 40 - Sleepvraag

Hoe heette het supercontinent?
A
Micronesië
B
Pangea
C
Himalaya

Slide 41 - Quizvraag

Volgendweek
Inleveren poster in google classroom
8 december

Slide 42 - Tekstslide

Leren voor SO.
Hoofdstuk 1.1 , 1.2 & 1.3
Lessonups

Slide 43 - Tekstslide