Europa hoofdstuk 2

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Is hier sprake van een gevangenendilemma?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

IS HIER SPRAKE VAN EEN GEVANGENENDILEMMA?
A
NEE, WANT 7 IS MEER DAN 5
B
JA, WANT ER IS GEEN BETERE UITKOMST
C
NEE, WANT ER IS EEN BETERE UITKOMST.
D
NEE, WANT ER ZIJN TWEE UITKOMSTEN

Slide 6 - Quizvraag

Is er sprake van een gevangenendilemma?
A
Ja, cel 25 ; 20 is beter
B
Ja, cel 20 ; 30 is beter
C
Ja, cel 35 ; 15 is beter
D
Nee, er is geen gevangenendilemma

Slide 7 - Quizvraag

Bij een gevangenendilemma is er …..
A
altijd sprake van een dominante keuze
B
geen cel waar beide partijen beter af zijn
C
nooit sprake van meeliftgedrag
D
alle drie de antwoorden

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Een meelifter kan via collectieve dwang gedwongen worden mee te doen of mee te betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Door collectieve dwang of zelfbinding kan een gevangenendilemma worden voorkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van
collectieve dwang?
A
Belasting
B
Meeliftgedrag
C
Zelfbinding
D
Kijken naar collectieve opbrengsten

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Vrijhandel & protectie
Protectie is het beschermen van de eigen economie tegen buitenlandse concurrentie.
Bij vrijhandel zijn er geen handelsbelemmeringen: er mag vrij gehandeld worden met het buitenland.
Vrijhandel kan voor elk land de welvaart vergroten, want je kunt producten die het buitenland (relatief) goedkoper maakt importeren en zelf je afzetmarkt vergroten door te exporteren.

Slide 17 - Tekstslide

Vormen van protectie
Protectie is het beschermen van binnenlandse bedrijven tegen buitenlandse concurrentie door bijv.
  • Douanerechten
  • Importquota 
  • Importverboden
  • Kwaliteitseisen
  • Exportsubsidies/belastingvoordelen

Slide 18 - Tekstslide

De concurrentiepositie van een land wordt NIET bepaald door de...
A
kwaliteit van de productie
B
loonkosten per product
C
infrastructuur
D
kwantiteit

Slide 19 - Quizvraag

Als de arbeidsproductiviteit in verhouding sneller stijgt dan de lonen, zullen de loonkosten per product..
A
stijgen
B
dalen
C
gelijk blijven

Slide 20 - Quizvraag

Contingentering betekent:
A
Beperking van de export van een product tot een bepaalde hoeveelheid
B
Vergroting van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid
C
Beperking van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid
D
vergroting van de export van een product tot een bepaalde waarde

Slide 21 - Quizvraag

Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
invoerrechten
B
contingentering
C
invoerverbod
D
exportsubsidie

Slide 22 - Quizvraag

Als de overheid extra geld geeft aan exporterende bedrijven, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod

Slide 23 - Quizvraag

Eens of Oneens?
Door goedkopere producten te produceren dan landen om je heen, verslechter je de internationale concurrentiepositie.
A
Eens
B
Oneens

Slide 24 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Een hogere arbeidsproductiviteit leidt tot een slechtere concurrentiepositie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

H2 Samenwerking in Europa
De landen van Europa werken op veel gebieden samen:
- milieubeleid
- immigratiebeleid
- landbouwbeleid

Slide 26 - Tekstslide

In het hoofdstuk wordt gesproken over externe effecten. 
Leer de definitie!!

Extern effect = bijkomend effect van productie en consumptie dat niet in de prijs van het product is opgenomen

Slide 27 - Tekstslide

Extern effect = bijkomend effect van productie en consumptie dat niet in de prijs van het product is opgenomen

Voetbalsupporters betalen een prijs voor een voetbalkaartje. Maar ze gaan daarna ook nog even de stad in voor een biertje, dit is goed voor de horeca. Deze ondernemers profiteren hiervan, maar dit zit niet in de prijs van het voetbalkaartje (positief extern effect).

Slide 28 - Tekstslide


A
Er is geen unanieme gelijke dominante strategie.
B
De dominante strategie is voor beiden bekennen.
C
De dominante strategie is voor beiden niet bekennen.

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de dominante strategie van H&M?
A
Wel korting geven
B
Geen korting geven

Slide 30 - Quizvraag


Samenwerking tussen landen leidt tot gezamenlijke afspraken. En daarmee tot het voorkomen van een "gevangenendilemma".
Wat zou er gebeuren als één land in Europa strenger is op het gebied van het toelaten van vluchtelingen?

Slide 31 - Open vraag

Ook op het gebied van milieu-eisen speelt dit gevangenendilemma een rol.

Vaak heeft streng milieubeleid door één land gevolgen voor andere landen. Dit strenge milieubeleid zorgt voor schonere lucht. En daar profiteren andere landen natuurlijk ook van. 

Slide 32 - Tekstslide

Als één land een streng beleid voert, terwijl andere landen dit niet doen, maar die andere landen profiteren wel van dit strenge beleid, dan noemen we dat meeliftersgedrag.

Om te zorgen dat iedereen zich aan afspraken houdt wordt er samengewerkt in Europa. Die samenwerking leidt tot een vorm van collectieve dwang: met elkaar dwing je naleving van afspraken na.

Slide 33 - Tekstslide

Leg uit welke maatregel de Europese Unie kan nemen om te voorkomen dat de lidstaten in een gevangenendilemma terechtkomen.

Slide 34 - Open vraag

H3
Wat weet je al over staatsschuld?

Slide 35 - Woordweb

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Welke afspraken hebben de EMU landen in het stabiliteitspact gemaakt?
A
staatsschuld mag 3% per jaar groeien en het overheidstekort 60%
B
de staatsschuld mag maximaal 60% van het BBP zijn en het overheidstekort 3%
C
de groei van de overheidsuitgaven moet onder de 3% blijven

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Video

De staatsschuld is een voorbeeld van een voorraadgrootheid
Op een bepaald moment is de staatsschuld een bepaald bedrag. Op 31 december 2016 bedroeg de staatsschuld 416 miljard euro.  

Slide 40 - Tekstslide

voorraadgrootheid
stroomgrootheid
salaris
schuld
toename van de schuld
bezit
aantal werklozen
spaargeld

Slide 41 - Sleepvraag

Nog een keer LessonUp?
JA
NEE

Slide 42 - Poll

Afronding
Pak je lesbrief en planner en rond de opgaven van H2 en H3 verder af....

Fijne vakantie!

Slide 43 - Tekstslide