Latijn naamvallen inclusief ablativus

oefenen met naamvallen
zelfstandig naamwoord nu ook met ablativus!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

oefenen met naamvallen
zelfstandig naamwoord nu ook met ablativus!

Slide 1 - Tekstslide

groep 1 (rosa)
woorden zijn vrouwelijk
herken je in de woordenlijst aan het enkelvoud

Slide 2 - Tekstslide

Groep 1: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
rosas
rosae
rosae
rosa
rosam
rosis
rosis
rosa

Slide 3 - Sleepvraag

groep 1 ev
nom. rosa
gen. ...
dat. rosae
acc. rosam
abl. rosa
groep 1 mv
nom. rosae
gen. ...
dat. rosis
acc. rosas
abl. rosis

Slide 4 - Tekstslide

Welke naamval is Troia?
A
nom
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 5 - Quizvraag

Is Troia enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 6 - Quizvraag

Welke naamval is flammis?
A
nom
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 7 - Quizvraag

Is flammis enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 8 - Quizvraag

groep 2
woorden zijn mannelijk OF onzijdig
herken je in de woordenlijst aan het enkelvoud

Slide 9 - Tekstslide

Groep 2 M: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
dominos
domino
dominus
dominum
domini
dominis
domino
dominis

Slide 10 - Sleepvraag

groep 2 M ev
nom. dominus
gen. ...
dat. domino
acc. dominum
abl. domino
groep 2 M mv
nom. domini
gen. ...
dat. dominis
acc. dominos
abl. dominis

Slide 11 - Tekstslide

Groep 2 O: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
bellum
bellum
bella
bello
bella
bellis
bellis
bello

Slide 12 - Sleepvraag

groep 2 O ev
nom. bellum
gen. ...
dat. bello
acc. bellum
abl. bello
groep 2 O mv
nom. bella
gen. ...
dat. bellis
acc. bella
abl. bellis

Slide 13 - Tekstslide

Welke naamval is Troianum?
A
nom
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 14 - Quizvraag

Is Troianum enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 15 - Quizvraag

Welke naamval is dolis?
A
nom
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 16 - Quizvraag

Is dolis enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 17 - Quizvraag

groep 3
woorden zijn mannelijk/vrouwelijk
herken je in de woordenlijst aan het meervoud
bij twijfel staat het geslacht erbij!

Bij groep 3 doen we (voorlopig) alleen nom. en acc.

Slide 18 - Tekstslide

Groep 3 M/V: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
regem
rex
reges
reges

Slide 19 - Sleepvraag

groep 3 M/V ev
nom. rex *
gen. ...
dat. ...
acc. regem
abl. ....
groep 3 M/V mv
nom. reges
gen. ...
dat. ...
acc. reges
abl. ...

Slide 20 - Tekstslide

... en nu als losse vormen

Slide 21 - Tekstslide

aris
A
nom
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 22 - Quizvraag

aris
A
ev
B
mv

Slide 23 - Quizvraag

clamorem
A
nom
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 24 - Quizvraag

clamorem
A
ev
B
mv

Slide 25 - Quizvraag

somno
A
nom
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 26 - Quizvraag

somno
A
ev
B
mv

Slide 27 - Quizvraag

hostes
A
nom ev
B
nom mv
C
acc ev
D
acc mv

Slide 28 - Quizvraag

lecti
A
nom ev
B
nom mv
C
acc ev
D
acc mv

Slide 29 - Quizvraag

Bij welke groep kijk je?

Slide 30 - Tekstslide

Bij welke groep kijk je?
meervoud op -es > groep 3

ev. op -a > groep 1
ev. op -um > groep 2 bellum
ev. op -us > groep 2 dominus

Slide 31 - Tekstslide