1. Je kunt voor jezelf een keuze maken waaraan je het lesuur gaat leren met het uiteindelijke doel goed voorbereid aan de toets te beginnen aanstaande donderdag.
Slide 2 - Tekstslide
Programma:
- jullie kiezen waaraan jullie gaan werken.
- kahoot grammatica
Slide 3 - Tekstslide
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Slide 4 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord
1e naamval (onderwerp)
Nederlands Duits
ik ich
jij du
hij/zij/het er/sie/es
wij wir
jullie ihr
zij/U sie/Sie
wie wer
Slide 5 - Tekstslide
Welke voorzetsels met de 3e naamval kennen jullie?
Slide 6 - Tekstslide
voorzetsels die de 3e naamval krijgen:
aus uit
bei bij
mit met
nach naar (bij steden, landen)
seit sinds
von van / door (bij personen)
zu naar (bij personen)
Slide 7 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord
3e naamval (meewerkend voorwerp)
1e naamval 3e naamval
ich mir
du dir
er ihm
sie ihr
es ihm
wir uns
ihr euch
sie/Sie ihnen/Ihnen
wer wem
"met jij is het altijd leuk"
-> met jou = meewerkend voorwerp,
in het Duits: Mit du -> mit dir
Slide 8 - Tekstslide
Huiswerk nakijken
1. Maak van Kapitel 9, Wiederholung B
Aufgabe 5 t/m 7 in je boek
2. Maak Aufgabe 1 en 2 van het werkblad.
3. Leer de woorden en de grammatica van K9 via
slim stampen.
Slide 9 - Tekstslide
Keuze
1. Ik begrijp alles: oefentoets
2. Ik maak opdracht gramm.
3. Ik maak een puzzel woorden
4. Ik ga slim stampen
5. Ik ben er klaar voor. Ik leer voor een ander vak.
Slide 10 - Tekstslide
Kahoot
Slide 11 - Tekstslide
Hausaufgaben
1. Maak van Kapitel 9, Wiederholung B
Aufgabe 5 t/m 7 in je boek
2. Maak Aufgabe 1 en 2 van het werkblad.
3. Leer de woorden en de grammatica van K9 via
slim stampen.
Slide 12 - Tekstslide
Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Je kunt voor jezelf beoordelen of je de grammatica en de woorden voor de toets al zo goed kent dat je een voldoende kunt scoren voor je proefwerk.