3GT Max editie > H5 overheid - collectief/particulier

Collectieve voorzieningen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Collectieve voorzieningen

Slide 1 - Tekstslide

Collectieve voorziening 
Collectieve voorzieningen:
- Voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken 
- Bijvoorbeeld lantarenpalen en wegen 
- Collectieve voorzieningen worden betaald door belastingbetalers 

Een eigen bijdrage:
- Bijvoorbeeld school en het OV is niet gratis 
- Je moet er een bijdrage voor betalen 
- Toch is het een collectieve voorziening 

Slide 2 - Tekstslide

Collectieve voorzieningen
  • Collectieve voorzieningen = voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken
  • Collectieve sector = de overheid en instellingen die zorgen voor de collectieve voorzieningen

Slide 3 - Tekstslide

Lees het krantenartikel. De werken aan de grote rivieren zijn een taak van de overheid, want de grote rivieren zijn collectieve voorzieningen.
Kies wat een kenmerk is van collectieve voorzieningen.

A
Ze vormen altijd een enorm groot project.
B
Ze worden altijd bedacht door deskundigen.
C
Ze worden altijd uitgevoerd door overheidsbedrijven.
D
Ze worden altijd voor een groot deel of helemaal betaald van belastinggeld.

Slide 4 - Quizvraag

het verhogen van de polderdijken
het aanleggen van een weg rondom een overloopgebied
coördinatie en financiering van het Deltaprogramma
het weigeren van een bouwvergunning in een overloopgebied
gemeenten
provincies
het Rijk
waterschappen

Slide 5 - Sleepvraag

In het artikel staat dat verschillende overheden samenwerken. Dat klopt, maar overheden werken ook samen met bedrijven in de particuliere sector. Adviseer de overheid wanneer zij beter particuliere bedrijven kan inschakelen dan het werk zelf te doen. Licht je antwoord toe met een voorbeeld.

Slide 6 - Open vraag

Particuliere sector

Slide 7 - Tekstslide

Particuliere sector
De particuliere sector bestaat uit bedrijven en burgers.
Bedrijven in de particuliere sector streven naar winst.


Slide 8 - Tekstslide

Collectieve sector

Slide 9 - Tekstslide

Collectieve sector

Slide 10 - Tekstslide

De komende jaren vormen jongeren een steeds kleiner deel van de Nederlandse bevolking, Nederland ‘ontgroent’. Tegelijk vormen ouderen een steeds groter deel van de Nederlandse bevolking, Nederland ‘vergrijst’. Geef aan welke overheidsuitgaven gaan stijgen door ontgroening en vergrijzing van de Nederlandse bevolking. Geef twee uitgavenposten en leg je antwoord uit.

Slide 11 - Open vraag

Omslagstelsel AOW
Problemen door:

- Ontgroening: groep werkenden neemt in verhouding af
( relatief minder inkomsten uit premies )
- Vergrijzing: groep uitkeringsgerechtigden neemt in verhouding toe
( relatief meer uitgaven aan uitkeringen )

Slide 12 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Sociale zekerheid

Slide 13 - Tekstslide

Instructie
Procenten      Hoeveel procent is dit deel van het totaal?

                             EEN DEEL          X 100%
                            HET GEHEEL   

 

Slide 14 - Tekstslide

Sociale zekerheid

Slide 15 - Tekstslide

Sociale zekerheid
I


Slide 16 - Tekstslide

Sociale voorzieningen
  • Bijstandsuitkering
  • Kinderbijslag
  • Huurtoeslag
  • Zorgtoeslag 

Slide 17 - Tekstslide

Sociale voorzieningen
Sociale voorzieningen worden door het rijk, via de belastingen, betaald. 
Voorbeelden: participatiewet en de AKW 




Slide 18 - Tekstslide

arbeidsongeschikte jongeren

mensen die medicijnen nodig hebben
ouderen vanaf de pensioenleeftijd
werklozen zonder WW
AOW
Participatiewet (bijstand)
WIA
Zvw

Slide 19 - Sleepvraag

Actieven/niet actieven op de arbeidsmarkt
Actieven --> De mensen die een eigen inkomen hebben
Niet-actieven --> De mensen die een uitkering ontvangen


De actieven betalen belasting en sociale premies voor de uitkeringen aan de niet-actieven


De overheid wil dat het aantal actieven toeneemt en het aantal niet-actieven afneemt. Zo blijven de uitkeringen betaalbaar

Slide 20 - Tekstslide

Gebruik het loonbriefje van Adriënne. De werkgever houdt geld in op haar brutoloon, want hij moet dat geld afdragen aan de overheid en de sociale zekerheid. Adriënne vindt dat zij veel te veel belasting betaalt. Stel dat Adriënne gelijk heeft.
Schrijf op wat zij hiertegen kan doen.

Slide 21 - Open vraag

Op het brutoloon wordt loonheffing ingehouden. Jaarlijks ontvangt de overheid op deze manier vele miljarden euro’s. Een deel van de ontvangen loonheffing wordt gebruikt voor de uitgaven voor sociale zekerheid.
Geef de naam van het andere deel van de ontvangen loonheffing. Schrijf op waarvoor de overheid dit deel gebruikt.

Slide 22 - Open vraag

De economische groei van Nederland was in een jaar 2,7%.
Kies wat er in dat jaar in Nederland met 2,7% groeide.

A
de bevolking
B
de totale productie
C
de totale consumptie
D
het inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 23 - Quizvraag

Gebruik het diagram. Stel, het aantal inwoners van Nederland en het aantal inwoners van China zijn niet gegroeid tussen 2017 en 2018.
Bereken in welk land de stijging van het gemiddeld inkomen in 2018 het grootst was: in Nederland of in China. Geef de berekening.

Slide 24 - Open vraag

Maatschappelijke kosten

Maatschappelijke kosten zijn de kosten van milieuvervuiling die door ons allemaal worden betaald.

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeelden van maatschappelijke kosten

Slide 26 - Tekstslide

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)

Slide 27 - Tekstslide

Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen = bedrijven houden rekening met de gevolgen voor mensen en milieu

Slide 28 - Tekstslide

Heffingen en subsidies
  • Door het inzetten van heffingen of subsidies kan de overheid gedrag aanmoedigen (positief) of bemoeilijken (negatief).
  • Bijvoorbeeld:
  • Files zijn slecht voor het milieu (en vervelend) dus maakt de minister het autorijden duurder met een heffing – autorijden is dan duurder geworden.
  • Sporten voor jongeren is goed, dus kickboxscholen krijgen een subsidie waardoor meer jongeren kunnen sporten.

Slide 29 - Tekstslide

Rol overheid
  • Belastingvoordeel bij duurzame productie
  • (Milieu)subsidies voor bij zonnepanelen
  • Extra heffing om zuinig om te gaan met bijv. energie

Slide 30 - Tekstslide

Hierna staan twee uitspraken over de gevolgen van milieuheffingen en milieusubsidies:
1 Door milieuheffingen stijgen de inkomsten van de overheid en stijgen de kosten van bedrijven.
2 Door milieusubsidies stijgen de uitgaven van de overheid en stijgen de opbrengsten van bedrijven.

A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
beide uitspraken zijn juist
D
beide uitspraken zijn onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Aan welke eisen moet hout voldoen volgens het FSC keurmerk?
  • Houthakkers moeten veilig kunnen werken

  • Er moet rekening gehouden worden met de dieren in het bos.

  • Er moet genoeg tijd zijn om het bos te laten herstellen.

Slide 32 - Tekstslide