H-6 Par. 6.3 en 6.4 Warmtetransport en isoleren

Hoofdstuk 6 Warmte

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 Warmte

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 Warmte
Paragraaf 6.3 en 6.4
Warmtetransport  en Isoleren 

Slide 2 - Tekstslide

Warmtetransport.
 
Om dat te kunnen moet je eerst weten hoe warmte zich verplaatst!
Maar andere keren 
wil je de warmte 
graag vasthouden!
Warmte wil je soms graag kwijt!

Slide 3 - Tekstslide

Warmtetransport.
Er zijn drie manieren waarop warmte zicht verplaatst. Maar de RICHTING is ALTIJD hetzelfde:

Van een plaats 
met HOGE temperatuur 
naar een plaats 
met LAGE temperatuur.
Hier is de temperatuur HOOG
Hier is de temperatuur LAAG
Hier is de temperatuur LAAG
Hier is de temperatuur LAAG

Slide 4 - Tekstslide

7

Slide 5 - Video

00:24
Vul in:
Warmte is...........
A
temperatuur met de eenheid °C
B
energie met de eenheid °C
C
temperatuur met de eenheid J
D
energie met de eenheid J

Slide 6 - Quizvraag

01:08
In een glas cola worden wat ijsklontjes gedaan. In welke richting gaat de warmte zich nu verplaatsen?
A
van de ijsklontjes naar de cola
B
van de cola naar de ijsklontjes
C
in beide richtingen
D
in geen van beide richtingen

Slide 7 - Quizvraag

01:16
Wat doet een koelkast eigenlijk met warmte?
A
warmte afvoeren zodat de temperatuur in de koelkast laag blijft
B
kou toevoeren zodat de temperatuur in de koelkast laag blijft
C
temperatuur vasthouden zodat de warmte niet kan ontsnappen
D
geen van deze antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quizvraag

04:19
Een heteluchtballon wordt gevuld met warme lucht met behulp van een gasbrander.
Welke vorm van warmtetransport zorgt ervoor dat warmte van de vlam in de bovenin de ballon komt?
A
straling
B
stroming
C
geleiding
D
alle drie

Slide 9 - Quizvraag

04:19
Aan het plafond hangen twee terrasverwarmers. Welke vorm van warmtetransport zorgt ervoor dat de warmte van deze terrasverwarmers bij de mensen op de bank terecht komt?
A
straling
B
stroming
C
geleiding
D
alle drie

Slide 10 - Quizvraag

04:19
De voet van een strijkijzer is
van metaal.
Waarom?
A
omdat metaal de warmte goed geleidt
B
omdat metaal de warmte goed kan uitstralen
C
omdat metaal de warmte goed vasthoudt
D
omdat het metaal de warmte goed laat stromen

Slide 11 - Quizvraag

01:08
Vul in en kies uit "toestand" of "energiesoort"
Temperatuur is een .....(1).....
Warmte is een ........(2).......
Noteer je antwoord als 1: ......... 2: .........

Slide 12 - Open vraag

Geleiding
De moleculen blijven op hun plaats.
Ze geven de warmte aan elkaar door.
Stroming
De moleculen nemen de warmte mee van een plaats met hoge temperatuur.
Op een plaats met lagere temperatuur geven ze de warmte weer af.
Straling
De moleculen spelen geen rol.
De straling gaat door lege ruimte heen.
Het voorwerp waar de straling op valt zet de straling om in warmte. Zwarte doffe voorwerpen doen dit veel beter dan glanzende witte voorwerpen.

Slide 13 - Tekstslide

Welke groep materialen bestaat uit goede warmtegeleiders?
A
kunststoffen
B
houtsoorten
C
metalen
D
vloeistoffen

Slide 14 - Quizvraag

Stoffen kunnen vast, vloeibaar of gasvormig zijn. In welke fase kan een stof de warmte niet transporteren door stroming?
A
vast
B
gasvormig
C
vloeibaar
D
in geen van deze drie

Slide 15 - Quizvraag

Vloeistoffen kunnen de warmte goed transporteren. Welke vorm van warmtetransport zal vooral plaatsvinden in vloeistoffen?
A
stroming
B
geleiding
C
straling
D
alle drie even goed

Slide 16 - Quizvraag

Een brandweerman draagt een glimmend pak.
Dit doet hij natuurlijk om zelf geen last te hebben
van de warmte van het vuur. In welk richting zal
de warmte zich willen verplaatsen?
A
van het vuur naar de brandweerman
B
van de brandweerman naar het vuur
C
in beide richtingen
D
dat hangt af van de wind die er staat

Slide 17 - Quizvraag

Een brandweerman draagt een glimmend pak.
Dit doet hij natuurlijk om zelf geen last te hebben
van de warmte van het vuur. Wat is voornaamste
functie van de glimmende laag?
A
de warmte absorberen
B
de warmte opnemen
C
de warmte reflecteren
D
zorgen dat de brandweerman goed opvalt

Slide 18 - Quizvraag

De zon staat heel ver bij de aarde vandaan. Toch bereikt de warmte van de zon de aarde. Welke vorm van warmtetransport zorgt ervoor dat de warmte van de zon bij de aarde terecht komt?

Slide 19 - Open vraag

Een ijsboer verkoopt ijs. Hij zorgt ervoor dat zijn busje glimmend wit is. Waarom is het busje glimmend wit gemaakt? Wat heef dit met warmtetransport te maken?

Slide 20 - Open vraag

Je kunt uitleggen op welke manieren een huis warmte verliest.
In huis wil je het niet koud hebben. Dus zet je de verwarming aan.
Er komt warmte IN je huis.
Maar er gaat helaas ook warmte UIT je huis.

Slide 21 - Tekstslide

Je kunt uitleggen op welke manieren een huis warmte verliest.
Door de CV komt er warmte je huis in.
Maar helaas gaat via het dak, de schoorsteen, de deur en de ramen  de warmte je huis weer uit!
Als de hoeveelheid warmte die wordt TOEGEVOERD even groot is als de hoeveelheid warmte die wordt AFGEVOERD blijft de temperatuur in huis gelijk.
Wat als er geen evenwicht is?

Slide 22 - Tekstslide

Je kunt uitleggen op welke manieren een huis warmte verliest.
Om na te gaan waar de warmte het huis UIT gaat maak je een 'thermogram'.
Dat is een foto of film waarin de warmte zichtbaar is.

Slide 23 - Tekstslide

Je kunt uitleggen op welke manieren een huis warmte verliest.

Warmteverlies door geleiding.
Dat is warmte doorgeven.

Je huis verliest warmte door geleiding  bij de buitenmuren 
en het dak.

Slide 24 - Tekstslide

Je kunt uitleggen op welke manieren een huis warmte verliest.

Warmteverlies door stroming.
Dat is warmte meenemen.

Je huis verliest warmte door stroming via de schoorsteen. Of doordat de warmte lucht naar de zolder stroomt.

Slide 25 - Tekstslide

Je kunt uitleggen op welke manieren een huis warmte verliest.

Warmteverlies door straling.
Dat is warmte uitstralen.

Je huis verliest warmte door straling bijvoorbeeld via de ramen.

Slide 26 - Tekstslide

Je kunt berekeningen over 
isolatie van gebouwen maken.

Slide 27 - Tekstslide

Factoren die invloed hebben op warmteverlies.
verschil in temperatuur tussen binnen en buiten
1
materiaal waar de muur van is gemaakt
2
dikte van de muur
3
oppervlakte van de muur in contact met buiten

4

Slide 28 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe je het warmteverlies in een huis kunt verkleinen.
Als je het verlies van warmte kunt beperken hoef je ook minder warmte toe te voeren!
Warmteverlies beperken doe je door het tegengaan van transport van warmte door stroming, geleiding en straling.

Bekijk de volgende sheets, bekijk de filmpjes en maak de opdrachten.

Slide 29 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe je het warmteverlies in een huis kunt verkleinen.

  • hr +++ glas ipv enkel en dubbel glas
  • Spouwmuur opvullen met isolatiemateriaal
  • Daken en vloeren isoleren
  • Verwarmingsleidingen isoleren
  • Oppervlakten met folie bedekken (op zolder en achter verwarming)
  • Kieren dichten met een tochtstrip
  • enzovoort

Slide 30 - Tekstslide

Dubbel glas
 Dubbel glas heeft 2 lagen glas 
met een ruimte van lucht 
(of gas) er tussen. 
Bij HR++ glas is er ook nog een reflecterende laag aangebracht.

Slide 31 - Tekstslide

2

Slide 32 - Video

00:27
"Daarmee houdt u de kou buiten, en de warmte binnen." Wat is er niet juist aan deze uitspraak?

Slide 33 - Open vraag

00:48
Welk bijkomend voordeel heeft het gebruik van dubbel glas?
A
Je hond blijft rustiger
B
Je hoort jezelf minder goed nadenken.
C
Je houdt het geluid buiten.
D
Het is doorzichtiger dan enkel glas.

Slide 34 - Quizvraag

Spouwmuur isolatie

De spouw is een ruimte tussen de binnen en buitenmuur van een muur. Deze ruimte bestaat uit lucht. 

Lucht isoleert ook, maar isolatiemateriaal kan dit optimaliseren. 

Slide 35 - Tekstslide

1

Slide 36 - Video

01:47
De spouw wordt opgevuld met schuim. Welke vorm van warmtetransport wordt hierdoor voornamelijk tegengegaan?
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding
D
Alle drie

Slide 37 - Quizvraag

Vloer- en plafond isolatie

De plafonds en vloeren zijn ook een plek waar je warmte verliest. Dit kun je oplossen door isolatie. 

Slide 38 - Tekstslide

1

Slide 39 - Video

00:44
Een laag schuim wordt op de betonnen vloer aangebracht. Welke vorm van warmtetransport wordt hier voornamelijk tegengegaan?
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
D
Alle drie

Slide 40 - Quizvraag

Oppervlakten met folie bedekken
Op zolder en achter de verwarming kun je een glimmende folie plaatsen om warmteverlies tegen te gaan.

Slide 41 - Tekstslide

1

Slide 42 - Video

00:40
Zonder folie verliest het huis meer warmte dan met de folie. Welk vorm van warmtetransport wordt hier voornamelijk tegengaan?
A
straling
B
stroming
C
geleiding
D
alle drie

Slide 43 - Quizvraag

Heb je de leerdoelen bereikt?
  • Je kunt uitleggen op welke manieren een huis warmte verliest.
  • Je kunt uitleggen hoe je het warmteverlies in een huis kunt verkleinen.
  • Je kunt manieren van isolatie van een gebouw benoemen.
  • Je kunt berekeningen over isolatie van gebouwen maken.

Slide 44 - Tekstslide

Opdracht en huiswerk


Lees de tekst van par. 6.3 en 6.4
Maak de vragen van  6.3 en 6.4

Slide 45 - Tekstslide