2Mc Woordenschat - figuurlijk taalgebruik (les 2 > 15-9)

Welkom!
10 min. lezen in stilte
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
10 min. lezen in stilte

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Nakijken opdracht 5 t/m 8 + maken opdracht 9
  • Spreekwoord
  • Lesdoelen bespreken
  • Figuurlijk taalgebruik
  • Aan de slag
  • Lesdoelen controleren 

Slide 2 - Tekstslide

Spreekwoord
Wat het huis verliest, brengt het weer terug.

Slide 3 - Tekstslide

Spreekwoord
Wat het huis verliest, brengt het weer terug.

Als men iets in huis zoek maakt, komt het vaak vanzelf weer tevoorschijn.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
-  kun je figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen;
- de betekenis van onbekende uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil in betekenis tussen de onderstreepte woorden in a en b?
a. Onze tuinman is een beer van een kerel.
b. Charly vond de bruine beer in het wildpark het mooist.

a. De nieuwe skipiste is het neusje van de zalm.
b. Het neusje van de zalm eten we gewoonlijk niet op.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Figuurlijk taalgebruik 
Wat is figuurlijk taalgebruik?
Waarom gebruiken mensen figuurlijk taalgebruik?

Slide 8 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik
Er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat. Bijvoorbeeld:
  • Hij woont in het hart van de stad. -> Hij woont in het centrum/in het midden van de stad.
  • We sliepen onder de blote hemel. -> We sliepen buiten. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent: De radijsjes schoten de grond uit?

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maken: p. 38 t/m 43
    en p. 50 t/m 53  
  • Je werkt eerst 5 min. alleen in stilte, daarna mag je eventueel zachtjes overleggen.
  • Vragen mag je stellen aan mij -> kom naar het bureau
  • Tijd: 15 min.
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
-  kun je figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen;
- de betekenis van onbekende uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek.

Slide 12 - Tekstslide