5.2. De middeleeuwse stad

H5 paragraaf 2 De middeleeuwse stad


De Middeleeuwen
De middeleeuwse stad
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H5 paragraaf 2 De middeleeuwse stad


De Middeleeuwen
De middeleeuwse stad

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 2 - Tekstslide

Welke van de onderstaande antwoorden is geen uitvinding die de landbouwopbrengst groter maakte?
A
kunstmest
B
ijzeren ploeg
C
drieslagstelsel
D
halsjuk

Slide 3 - Quizvraag

Een samenleving waarin de meeste mensen in de landbouw werken, maar waarin er ook steden zijn met handelaren en ambachtslieden is een ....

Slide 4 - Open vraag

Hanze

Slide 5 - Woordweb

Leerdoel
  • Je kunt de sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en uitleggen hoe het ambachtswezen was georganiseerd.

Slide 6 - Tekstslide

Sociale lagen
Burgerij = vrije mensen
1. rijke kooplieden en gildemeesters
2. winkeliers en ambachtslieden
3. gewone arbeiders
4. bedelaars en daklozen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

  Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Ambacht: beroep waarbij je iets met je handen produceert

  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 9 - Tekstslide

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je gildemeester bent.

  • Hiervoor moet je 3 stappen volgen:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
En als je slaagt voor de meesterproef: 
3. Je bent een meester en mag een eigen bedrijf starten in de stad.
Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 10 - Tekstslide







Een voorbeeld van een meesterproef.

Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond. 
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
timer
3:00
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel

  • Je kunt uitleggen waarom de invoering van stadsrechten laat zien dat steden in de late middeleeuwen meer macht kregen ten opzichte van de adel

  • Je kunt uitleggen hoe de steden in de late middeleeuwen werden bestuurd.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Uit welke groepen bestond de burgerij in een stad? Van bovenlaag naar onderlaag.
A
winkeliers en ambachtslieden - gewone arbeiders - bedelaars en daklozen - rijke kooplieden en gildemeesters
B
rijke kooplieden en gildemeesters - winkeliers en ambachtslieden - gewone arbeiders - bedelaars en daklozen
C
bedelaars en daklozen - rijke kooplieden en gildemeesters - winkeliers en ambachtslieden - gewone arbeiders
D
rijke kooplieden en gildemeesters - gewone arbeiders - winkeliers en ambachtslieden - bedelaars en daklozen

Slide 15 - Quizvraag

Gilden stelden regels op. Welke hoort er niet bij?
A
werktijden
B
opleiding
C
prijs van producten
D
deze horen er allemaal bij

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde van een opleiding in een gilde? Eerst..., dan..., tenslotte....
A
leerling - meester - gezel
B
leerling - gezel - meester
C
meester - gezel - leerling
D
gezel - meester - leerling

Slide 17 - Quizvraag

Stadsrechten: het recht op het bouwen van een stadsmuur
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Van wie kreeg een stad stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 19 - Quizvraag

Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury

Slide 21 - Quizvraag

De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie

Slide 22 - Quizvraag

Stadsrechten (1)
  • Hofstelsel: een heer (adel/geestelijkheid) bepaalt de regels in zijn domein
  • Handelaren in een stad willen zelf hun regels bepalen

  • Zij willen eigen bestuur en eigen rechtspraak

  • Door te onderhandelen kregen de inwoners privileges en die vormden samen het stadsrecht

Slide 23 - Tekstslide

Stadsrecht
  • = Het recht van de inwoners om hun stad zelf te besturen en zelf recht te spreken.
  • In een officieel document werd vastgelegd welke rechten de burgers hadden: zo werden burgers machtiger dan de adel

Slide 24 - Tekstslide

Stadsrechten (2)
  • Eigen bestuur:
  • De stad bepaalt zijn eigen regels, zoals...
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • Een stad met stadsrechten mag een eigen (jaar)markt houden

  • Eigen rechtspraak:
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen en de heer bijstaan in tijden van oorlog

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wie is de baas?
Bestuur van de stad:
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de wetten/regels.
  • Ze moesten zorgen voor de veiligheid op straat en de verdediging van de stad

Rechtspraak in de stad:
  • Als inwoner van de stad moest je je aan de regels of keuren houden
  • De schout was rechter; hij deelde straffen uit
  • De schepenen waren lid van de rechtbank

Slide 27 - Tekstslide

Schout en schepenen
  • zij vormen eigenlijk het bestuur van de stad
  • Middeleeuwse stedelingen die hun eigen stad besturen, is dat democratie
  • Nee; zij kwamen bijna altijd uit de bovenste sociale laag van rijke handelaren en ambachtslieden (vriendjespolitiek)

Slide 28 - Tekstslide


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 29 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • burgerij
  • gilde
  • meester
  • gezel
  • stadsrechten
  • schout
  • schepenen
  • burgemeester

Slide 30 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 31 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 32 - Open vraag