Transcriptie (Bs 3 LMW)

Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase
1 / 21
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase

Slide 1 - Sleepvraag

Leerdoel bs 3

- Je kunt beschrijven hoe transcriptie plaatsvindt

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen bs 3 Transcriptie
- RNA
- Ribose
- RNA-polymerase
- Uracil
- transcriptie
- mRNA
- rRNA
- tRNA
- promotor
- transcriptiefactoren
- template streng
- matrijsstreng
- coderende streng
- pre-mRNA
- RNA processing
- spliceosoom
- splicing
- intron 
- exon

Slide 4 - Tekstslide

Van DNA naar eiwit

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

RNA-processing

Slide 11 - Tekstslide

Splicing 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Stel we willen een bacterie genetisch modificeren om een mensen eiwit te maken. Wat moeten we dan in de bacterie doen?
A
DNA van het gen
B
Een DNA kopie van het mRNA
C
Het pre-mRNA
D
Het eiwit

Slide 16 - Quizvraag

Een student doet onderzoek naar de nucleotidensamenstelling van een bepaald stuk dubbelstrengs DNA. Hij gebruikt hiervoor het mRNA dat gevormd is door transcriptie van dit bepaalde stuk DNA. Dit mRNA bestaat voor 45% uit adenine, voor 15% uit cytosine, voor 25% uit guanine en voor 15% uit uracil. Op grond van deze gegevens kan de nucleotidensamenstelling van het corresponderende DNA worden afgeleid. Wat is de procentuele verdeling van de verschillende nucleotiden in dit stuk DNA?
A
20% A, 30% C, 30% G, 20% T
B
25% A, 45 % C, 15% G, 15% T
C
30% A, 20% C, 20% G, 30% T
D
45% A, 15% C, 25% G, 15% T

Slide 17 - Quizvraag


Transcriptie
Een DNA-fragment dat is geïsoleerd uit een Coli-bacterie heeft de volgende volgorde:      5' – GTAGCCTACCCATAGG – 3' (coderende streng)
Vanaf de template- of matrijsstreng wordt mRNA gemaakt.
Welke basenvolgorde heeft dit mRNA?

A
3' --CAUCGGAUGGGUAUCC-- 5'
B
5' --GUAGCCUACCCAUAGG-- 3'
C
5' --GGAUACCCAUCCGAUG-- 3'
D
5' --CACAGAUACCCAGAUG-- 3'

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
Maak opdracht 17 t/m 20

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide