OA lesweek 7

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welk van de volgende
beweringen geeft de term exploratiedrang het beste weer?
A
Een kind dat de drang heeft om te presteren
B
Een kind dat op onderzoek uitgaat en zichzelf aan het ontdekken is.
C
Een kind dat de drang begint te voelen van ontlasting.
D
Een kind dat bijna explodeert, omdat het zo boos is.

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk begrip horen de
volgende vaardigheden:
Mikado, kralen rijgen, kleuren
A
grove motoriek
B
fijne motoriek

Slide 6 - Quizvraag

De stoel is stout want ik heb pijn nu ik me gestoten heb aan de stoelpoot
Bovenstaande is een voorbeeld van:
A
Concreet denken
B
Animistisch denken
C
Magisch denken

Slide 7 - Quizvraag

Ik verstop me voor de stofzuiger om niet opgezogen te worden.
Bovenstaande is een voorbeeld van:
A
Concreet denken
B
Animistisch denken
C
Magisch denken

Slide 8 - Quizvraag

De ontwikkeling van een peuter
is vooral gericht op:
A
fijne motoriek
B
grove motoriek
C
fijne en grove motoriek

Slide 9 - Quizvraag

De meeste kinderen zijn er aan toe om
zindelijk te worden als ze:
A
2.5 jaar oud zijn
B
3.5 jaar oud zijn
C
4 jaar oud zijn

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Nog even herhalen

Slide 20 - Tekstslide

Binnen de peuterfase is er sprake
van egocentrisme
Wat betekent egocentrisme?
A
Het onvermogen zich in anderen te verplaatsen en in te leven.
B
De peuter denkt alleen aan zichzelf en kiest voor zijn eigen belang.
C
Het betekent hetzelfde als egoïsme.

Slide 21 - Quizvraag

Er zijn verschillende tips ten aanzien van koppig
gedrag bij peuters.
Welke tips zijn juist? (2 antwoorden)
A
Blijf rustig en kalm en toon begrip
B
Bestraf het koppige gedrag
C
Vermijd machtsstrijd
D
Leid de peuter nooit af

Slide 22 - Quizvraag

Stelling: een veilig gehechte peuter durft zijn ouders
boos te maken omdat hij weet dat ze altijd van hem
zullen blijven houden.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Tijdens de seksuele ontwikkeling leert de peuter zijn of haar lichaam kennen
en benoemt alle lichaamsdelen. Er is nog geen sprake van schaamte.
Een voorbeeld hiervan is dat een peuter geen moeite heeft om in het midden
van anderen zijn of haar kleding uit te trekken.
Wat moet je in zulke situatie niet tegen de peuter zeggen of doen?
A
Opmerkingen maken zoals ‘dat hoort niet, schaam je’
B
De peuter hiervoor niet te straffen anders verliest een kind zijn of haar spontaniteit en openheid

Slide 24 - Quizvraag

taalontwikkeling
ontwikkeling van empathie
ontwikkeling van het zelfbeeld

ontwikkeling van waardering voor het eigen lichaam

cognitief aspect

sociaal aspect

seksueel aspect

persoonlijkheidsaspect

Slide 25 - Sleepvraag

Vorming van eigen identiteit, ontwikkeling van de eigen wil, de eigen opvattingen en de ontwikkeling van het zelfbeeld is het voorbeeld van de:

A
Sociale ontwikkeling
B
Lichamelijke ontwikkeling
C
Persoonlijkheidsontwikkeling

Slide 26 - Quizvraag

Ontwikkeling van gevoelens van (basis)vertrouwen en veiligheid is het voorbeeld van de:

A
Cognitieve ontwikkeling
B
Emotionele ontwikkeling
C
Persoonlijkheidsontwikkeling

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide