1920 Chemisch rekenen deel 5A

Chemisch rekenen 
deel 5: wat is de mol?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Chemisch rekenen 
deel 5: wat is de mol?

Slide 1 - Tekstslide

Planning 


  • Startklaar                                                                                            5 min                                                 
  • Chemisch rekenen deel 5 uitleg + sommen oefenen  15 min                       




  • Sommen hand-out: 25 t/m 39 (=huiswerk)                       20 min 
  • Afsluiting                                                                                             7 min





Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  1. Aan het eind van deze les kun jij berekenen hoeveel u een molecuul weegt.
  2. Aan het eind van deze les kun jij berekenen hoeveel moleculen 2 mol water heeft.
  3. Aan het eind van deze les kun jij berekenen hoeveel mol 3x1025 moleculen is.


Slide 3 - Tekstslide

Atomaire massa-eenheid
Stoffen hebben massa's, stoffen bestaan uit moleculen, moleculen bestaan uit atomen, dus atomen hebben massa's.
De massa van een waterstofatoom is 1,68x10-27 kg! 

Niet zo handig he? 
Daarom is de atomaire massa-eenheid bedacht. 
1 u = 1,67x10-27 kg.     
Een waterstofatoom heeft dus een massa van 1,008u

Slide 4 - Tekstslide

Atoommassa's en molecuulmassa's 
Atoommassa van ieder atoom aflezen 
  • Periodiek systeem op blz. 260
  • krijg je ook bij de toets

Molecuulmassa berekenen
  • Atoommassa's van alle atomen in 1 molecuul bij elkaar optellen
  • Bijv water: 2xH + 1xO dus 2x 1,008 + 16,00 = 18,016u


Slide 5 - Tekstslide

Wat is de atoommassa van CO?

Slide 6 - Open vraag

  • Hoeveelheid zoals één dozijn.
  • 1 mol is 6,02214129 x 10²³ moleculen
  • De constante van Avogadro
  • meervoud: molen


Wat is de mol?

Slide 7 - Tekstslide

  • Moleculen zijn erg klein, dus we praten al snel over gigantische aantallen moleculen.  
Waarom mol?

Slide 8 - Tekstslide

Van moleculen naar mol
Kijk mee op blz. 9

mol = moleculen/getal van Avogadro
(dozijn = eieren/ 12)
moleculen = mol x getal van Avogadro
(eieren = dozijnen x 12)

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel moleculen zitten er in 5 mol zilver?

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel mol zijn
moleculen
4,31025

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag!
Wat: opg 10 en 11, 33 en 34 van hand-out CR
Waar: in schrift of in hand-out
Max Geluidsniveau: fluisteren
Hoe: individueel 
Oortjes: Ja, mag
Hulp: docent, medeleerling
Tijd: 20 minuten 
Klaar?: Kijk het na via de ELO
Huiswerk: Zie wat

timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen

  1. Aan het eind van deze les kun jij berekenen hoeveel u een molecuul weegt.
  2. Aan het eind van deze les kun jij berekenen hoeveel moleculen 2 mol water heeft.
  3. Aan het eind van deze les kun jij berekenen hoeveel mol 3x1025 moleculen is.


Slide 13 - Tekstslide

Wat is de massa van een molecuul lachgas (N2O)

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel moleculen bevat 0,4 mol lachgas?

Slide 15 - Open vraag