samenvatting 5.1 en 5.2

samenvatting 5.1 en 5.2
Hoe worden draaiende bewegingen gemaakt?
Waarmee wordt de snelheid geregeld?
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

samenvatting 5.1 en 5.2
Hoe worden draaiende bewegingen gemaakt?
Waarmee wordt de snelheid geregeld?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een krachtbron zorgt voor de aandrijving

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe overbrenging 
  • Tandwielen raken elkaar
  • Tandwielen draaien in verschillende richting
  • Tandwielen zitten op verschillende assen
Een ander woord voor overbrengen = transmissie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte transmissie

Kan voorkomen op 2 manieren. 
  • Kettingoverbrenging
  • Snaaroverbrenging
transmissie is hetzelfde als de overbrening (vorige slide).

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kettingoverbrenging
 Kettingwielen :
  • (1) aandrijfwiel
  • (2) volgwiel

Tandwielen draaien
in dezelfde richting

De uitsteeksels passen precies in de schakels van de ketting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snaaroverbrenging


  • Goedkoper dan ketting
  • Minder lawaai

  • Mindere sterk
  • Kunnen slippen
Platenspeler:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V-snaar
Slipt 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tandriemaandrijving
  • Goedkoop
  • Weinig lawaai
  • Slipt niet snel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een....?
A
Directe overbrenging
B
Indirecte overbrenging

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Versnellen en vertragen

Slide 10 - Tekstslide

Vragen naar volgwiel en aandrijfwiel. 

Versnelt hij dan of vertraagt hij dan? 

Groot aandrijfwiel: versnel
Kost meer kracht
Hij gaat 3 keer zo snel
Als het aandrijfwiel 1 keer ronddraait, draait het volgwiel drie keer rond.
Versnellen en vertragen

Slide 11 - Tekstslide

Vragen naar volgwiel en aandrijfwiel. 

Versnelt hij dan of vertraagt hij dan? 

Groot aandrijfwiel: versnel
Kost meer kracht
Hij gaat 3 keer zo snel
Als het aandrijfwiel 1 keer ronddraait, draait het volgwiel drie keer rond.
Toerental
Aantal omwenteling per minuut: rpm
Op een fiets met versnellingen kun je het toerental wijzigen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overbrengverhouding
Hoe vaak 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overbrengverhouding
Hoeveel keer draait het volgwiel rond als het aandrijfwiel 1 keer ronddraait?

Aantal tandjes van het volgwiel/
Aantal tandjes van het aandrijfwiel.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de overbrengings-
verhouding?
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
1:2
B
2:1
C
2
D
800

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze overbrenging heb je een
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
versnelling
B
vertraging

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de overbrengings-
verhouding?
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
30/10
B
10/30
C
3
D
300

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de overbrengings-
verhouding?
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
1:3
B
3:1
C
3
D
300

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze overbrenging heb je een
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
versnelling
B
vertraging

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Elektro-motoren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijwel alles in een pretpark werkt op elektriciteit. 
Hoe krijg je alles in beweging?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De noordpool van de magneet wordt
afgestoten door de zuidpool van een andere magneet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten magneten
  • Permanente magneet 
  • Elektromagneet ( spoel & weekijzer )

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Permanente magneten
Permanente magneet = Is altijd magnetisch

  1. Staafmagneet
  2. Hoefijzermagneet
  3. Naaldmagneet

Worden gebruikt in:
Dynamo's, kompassen, luidsprekers, harde schijven, 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het magnetisch veld
je kan de kracht van een magneet niet direct zien. Je kan het wel voelen door magneten tegen elkaar te houden.

rond een magneet werkt de onzichtbare magnetische kracht. met ijzerpoeder kan je dit laten zien. 

de krachtlijnen lopen met bogen in een magnetisch veld.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

in een magneet staan alle polen dezelde kant op. in ijzer staan de moleculen met hun polen alle kanten op. Als je er een magneet bij houdt gaan ook deze de zelfde kant op staan. Het stuk ijzer is dan tijdelijk ook zelf magnetisch

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een magneet?
Noordpool + Zuidpool

3 soorten metaal zijn magnetisch:
  • IJzer
  • Nikkel
  • Cobalt

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektromagneet
Veel koperdraden opgerold = Spoel

Stroom door een spoel -> Elektromagneet
Wordt sterker door:
  • Meer windingen
  • Grotere stroom
  • IJzeren kern

Elektromagneet kun je zelf aan/uit zetten.
Als je de stoomrichting omdraait, wisselen ook de noordpool en zuidpool om. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektromagneet
Een eenvoudige elektromagneet bestaat uit een spoel waar stroom doorheen gaat en een ijzeren kern. 

 De elektromagneet werkt als magneet zolang er stroom door de spoel gaat. Als er geen stroom door de spoel gaat, dan is er geen magneetveld. 

De kern zorgt voor een sterker magneetveld. Door de ijzeren kern gaat geen stroom.
Spoel
Weekijzeren kern
Aantal windingen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektromagneet
Manieren om een elektromagneet sterker te maken:
- Meer windingen in de spoel.
- Grotere stroom door de spoel.
- In het middel van de spoel een ijzeren kern. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stoffen die niet van
metaal zijn worden..?
A
Aangetrokken door een magneet
B
Afgestoten door een magneet
C
Nooit aangetrokken door een magneet
D
Magnetisch door een magneet

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een elektromotor?
Buitenkant = Permanente magneten zitten vast.
Binnenkant = Elektromagneet kan ronddraaien.

Op het juiste moment wordt de stroom omgedraaid, 
zodat de binnenkant blijft draaien.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektromotor
Een elektromotor werkt dmv een permanente magneet  en een draaibare spoel. 

Hij zet elektrische energie om in bewegingsenergie. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om een spijker in een draad gewonden. Door de draad gaat een stroom. Wordt de spijker magnetisch?
A
Nee, een spijker is nooit magnetisch
B
Nee, een spijker wordt alleen door een magneet magnetisch.
C
Ja, want de om de spijker gewonen draad is een elektromagneet.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies