Formatieve toets schatkist aarde
Wat past niet bij het tijdperk Precambrium?
A
Bacteriën
B
Het verschijnen van continenten
C
alleen leven boven water
D
kaal land oppervlak
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Wat past niet bij het tijdperk Precambrium?
A
Bacteriën
B
Het verschijnen van continenten
C
alleen leven boven water
D
kaal land oppervlak
Slide 1 - Quizvraag
In het Precambrium was alleen leven onder water mogelijk.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 2 - Quizvraag
Wat was het tijdperk van de dinosauriërs?
A
Kenozoïcum
B
Mesozoïcum
C
Paleozoïcum
D
Precambrium
Slide 3 - Quizvraag
In welk tijdperk bewogen de continenten uit elkaar en later weer naar elkaar toe tot het supercontinent Pangea?
A
Kenozoïcum
B
Mesozoïcum
C
Paleozoïcum
D
Precambrium
Slide 4 - Quizvraag
Welk antwoord past niet bij het tijdperk Mesozoïcum?
A
Dinosauriërs
B
Het uit elkaar vallen van Pangea
C
De komst van de mens
D
Ammonieten
Slide 5 - Quizvraag
De laatste massa-extinctie vondt plaats in het...
A
Kenozoicum
B
Mesozoicum
C
Paleozoicum
D
Precambrium
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een fossiel?
A
Een versteend overblijfsel van een skelet of een afdruk van een dier of plant
B
Een versteend overblijfsel van een skelet
C
De afdruk van een dier of plant
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de voorwaarden voor fossilisering?
Slide 8 - Open vraag
hoe is kalksteen ontstaan?
Slide 9 - Open vraag
2 beweringen:
1. Kalksteen ontstaat altijd in een omgeving waar zee is
2. Fossielen komen alleen voor in metamorf gesteente
1. Kalksteen ontstaat altijd in een omgeving waar zee is
2. Fossielen komen alleen voor in metamorf gesteente
A
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
B
Bewering 1 is onjuist,
2 juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Op welke manieren kunnen gesteenten of fossielen ons iets vertellen over de omstandigheden en het klimaat van vroeger?
Slide 11 - Open vraag
Noem de drie soorten gesteenten
Slide 12 - Open vraag
Wat is het verschil tussen relatieve en absolute ouderdom?
Slide 13 - Open vraag
Welke drie soorten delfstoffen zijn er en geef van elk een paar voorbeelden
Slide 14 - Open vraag
Bekijk de foto.
Zie je hier een voorbeeld van dagbouw of schachtbouw?
Zie je hier een voorbeeld van dagbouw of schachtbouw?
A
Dagbouw
B
Schachtbouw
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van het inkolingsproces?
A
Veen, bruinkool, steenkool
B
Bruinkool, veen, steenkool
C
Steenkool, bruinkool, veen
D
Veen, steenkool, bruinkool
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen ertsen en fossiele brandstoffen wat ontstaanswijze betreft?
Slide 17 - Open vraag
Welke delfstof komt er vooral voor in de provincie Groningen?
A
aardolie
B
aardgas
C
steenkool
D
kalksteen
Slide 18 - Quizvraag
2 beweringen:
1. Een reservoirgesteente is altijd een poreus gesteente
2. Zout zorgt er soms voor dat gassen niet kunnen ontsnappen uit het reservoirgesteente
1. Een reservoirgesteente is altijd een poreus gesteente
2. Zout zorgt er soms voor dat gassen niet kunnen ontsnappen uit het reservoirgesteente
A
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
B
Bewering 1 is onjuist,
2 juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist
Slide 19 - Quizvraag
2 beweringen:
1. Kalksteen wordt in Nederland meestal in schachtbouw gewonnen
2. Steenkool werd in Nederland meestal in dagbouw gewonnen
1. Kalksteen wordt in Nederland meestal in schachtbouw gewonnen
2. Steenkool werd in Nederland meestal in dagbouw gewonnen
A
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
B
Bewering 1 is onjuist,
2 juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist
Slide 20 - Quizvraag
2 beweringen:
1. Zand en grind werden vooral naar Nederland vervoerd als de rivieren minder snel gingen stromen
2. Kalksteen ligt vooral aan de oppervlakte in de provincie Zuid-Limburg
1. Zand en grind werden vooral naar Nederland vervoerd als de rivieren minder snel gingen stromen
2. Kalksteen ligt vooral aan de oppervlakte in de provincie Zuid-Limburg
A
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
B
Bewering 1 is onjuist,
2 juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist
