Past Simple vs Past Continuous '23

Past Continuous
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Past Continuous

Slide 1 - Tekstslide

We gebruiken de past continuous  om te praten 
over iets wat in het verleden (past) een tijd bezig (continuous) was 

Net zoals alle continuous vormen bestaat deze tijd uit 
een vorm van het werkwoord "to be" en de ing-vorm van het hele werkwoord. 

Op de volgende slide staat een overzicht. 

Slide 2 - Tekstslide

Past Continuous
Hoe maak je die?

De regel is vrij eenvoudig:
  • Past Continuous = was / were + werkwoord+ing

  1. was hoort bij enkelvoud (I, he, she, it)
  2. were hoort bij meervoud en bij you (you, we, you, they)


Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je de Past Continuous?
A
am/is/are + ww met ing
B
was/were + ww met ing
C
can / could /may
D
do /does

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een past continuous?
A
They film the event with a hidden camera.
B
They filmed the event with a hidden camera.
C
They have filmed the event with a hidden camera.
D
They were filming the event with a hidden camera.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Irregular verbs
- There is no rule for this. You need to learn it by heart.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past simple? 
  • Om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen
  • Er staat vaak een tijdsaanduiding in de zin, bijvoorbeeld:    last week/year, yesterday, this morning, in 2012, two week ago, last chrismas, when I was 6 years old, etc. 

Slide 8 - Tekstslide

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - (i)ed of irregular verb 2e rijtje
B
shit = hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 9 - Quizvraag

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
I always walk to school.
B
I am reading a book now.
C
I organised a party past week.
D
Will you come to my party tomorrow?

Slide 10 - Quizvraag

PAST SIMPLE:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 11 - Quizvraag

Past continuous vs. past simple
Je gebruikt de past continuous i.c.m. de past simple om aan te geven dat er iets gebeurde (korte actie = past simple) terwijl er al iets aan de gang was (lange actie = past continuous).

 I was reading a book when the phone rang
I was washing my car when the accident happened

Slide 12 - Tekstslide

I .... down the street when a bird .... on me.
A
was walking, was pooping
B
walked, pooped
C
was walking, pooped
D
walked, was pooping

Slide 13 - Quizvraag

My sister _____ the dishes while
I _____ TV.
A
did - was watching
B
was doing - was watching
C
did - watched
D
does - watch

Slide 14 - Quizvraag

My mum .... me while I .... .
A
was calling, was sleeping
B
called, slept
C
was calling, slept
D
called, was sleeping

Slide 15 - Quizvraag

Past Simple vs. Past Continuous

Sheila and I ............. (talk) to the neighbour when the doorbell rang.
A
talked
B
were talking

Slide 16 - Quizvraag

I _____ my homework when she called.
A
done
B
were doing
C
did
D
was doing

Slide 17 - Quizvraag

I _______ (read) the newspaper, when all of a sudden my cat _____ (jump) into my lap.

Slide 18 - Open vraag

He _____ tennis from 3 till 4
yesterday afternoon.
A
are playing
B
was playing
C
is playing
D
were playing

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide