Meervoudsvormen herhaling

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

i
🚖
cabb=n
🚌
bus-b+e
🔌
plugg=r+
👽
alien-ien+s

rain-ra a

tentt=s+
💴
yen-y+
🍚
rice-ri
Beantwoord de volgende vragen op je wisbord:
  1. Wat is het meervoud van child?
  2. Kun je een voorbeeld bedenken van een Engelse woord dat helemaal verandert in het meervoud?
  3. Waarom denk je dat sommige woorden niet gewoon ‘-s’ of ‘-es’ krijgen?

Slide 2 - Tekstslide

I can use plurals in a sentence
Lesdoel: 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling: 
Meervoud met -s
De meeste woorden in het Engels krijgen gewoon een -s in het meervoud:
cat → cats
book → ? 
table → tables
apple → ? 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling: 
 Meervoud met -es
Sommige woorden krijgen -es in het meervoud als ze eindigen op:
s  bus → buses      
sh  dish → dishes
ch  watch → watches
x  box → boxes



Slide 5 - Tekstslide

Regels voor onregelmatig vormen
Woorden met unieke meervoudsvormen:
 mouse - mice
child - children
goose - geese 
woman - women 
foot - feet 


Slide 6 - Tekstslide

 Regels voor woorden met -f/-fe
Deze  woorden veranderen de 'f' in 'v' en krijgen '-es' 
leaf - leaves
knife - knives 
life - lives 
wolf - wolves 
shelf - shelves 




Slide 7 - Tekstslide

Regels voor woorden die hetzelfde blijven
Sommige woorden blijven hetzelfde in het meervoud: 
sheep - sheep
fish - fish 
deer - deer 
moose - moose 


Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
Werk rustig en lees goed!

Met de eerste opdracht werk je zelfstandig
Na vijf minuten kijken we samen de eerste opdracht na. 
Daarna werken we verder door in fluistertoon, is het geluidsniveau te hard? dan werken we weer in stilte
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three ___________ (child) playing in the park.
2. The ___________ (woman) at the counter helped me.
3. There are many ___________ (foot) on the beach.
4. We met some strange ___________ (man) at the party.
5. The ___________ (mouse) ran across the floor.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three children playing in the park.
2. The ___________ (woman) at the counter helped me.
3. There are many ___________ (foot) on the beach.
4. We met some strange ___________ (man) at the party.
5. The ___________ (mouse) ran across the floor.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three children playing in the park.
2. The ___________ (woman) at the counter helped me.
3. There are many ___________ (foot) on the beach.
4. We met some strange ___________ (man) at the party.
5. The ___________ (mouse) ran across the floor.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three children playing in the park.
2. The women at the counter helped me.
3. There are many ___________ (foot) on the beach.
4. We met some strange ___________ (man) at the party.
5. The ___________ (mouse) ran across the floor.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three children playing in the park.
2. The women at the counter helped me.
3. There are many ___________ (foot) on the beach.
4. We met some strange ___________ (man) at the party.
5. The ___________ (mouse) ran across the floor.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three children playing in the park.
2. The women at the counter helped me.
3. There are many feet on the beach.
4. We met some strange ___________ (man) at the party.
5. The ___________ (mouse) ran across the floor.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three children playing in the park.
2. The women at the counter helped me.
3. There are many feet on the beach.
4. We met some strange ___________ (man) at the party.
5. The ___________ (mouse) ran across the floor.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three children playing in the park.
2. The women at the counter helped me.
3. There are many feet on the beach.
4. We met some strange men at the party.
5. The ___________ (mouse) ran across the floor.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three children playing in the park.
2. The women at the counter helped me.
3. There are many feet on the beach.
4. We met some strange men at the party.
5. The ___________ (mouse) ran across the floor.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 1: Vul de juiste meervoudsvorm in.
Vul de juiste meervoudsvorm in voor de woorden in de haakjes. Let op: niet alle woorden krijgen de gebruikelijke -s of -es.

1. I saw three children playing in the park.
2. The women at the counter helped me.
3. There are many feet on the beach.
4. We met some strange men at the party.
5. The mice ran across the floor.

Slide 19 - Tekstslide

  • Zoek bij elk enkelvoud het juiste onregelmatige meervoud.
  • Speel in groepen: om de beurt twee kaartjes omdraaien.
  • Heb je een goed paar? → Kaartjes blijven bij jou.
  • Geen goed paar? → Kaartjes omdraaien, de beurt gaat verder.
  • Wie de meeste paren heeft aan het eind, wint!
Meervoud Memory: 

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting:

Welke onregelmatige meervoudsvorm vond je het moeilijkst vandaag, en waarom?

Slide 21 - Tekstslide