Oefenen comparativus en superlativus vorm en vertaling

Wat weet je nog:
trappen van vergelijking
in het Latijn?
1 / 27
volgende
Slide 1: Woordweb
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog:
trappen van vergelijking
in het Latijn?

Slide 1 - Woordweb

Bijv.nw.
dus kan alle geslachten in alle naamvallen worden

comparativus: volgens rex/nomen
superlativus: volgens bonus,-a,-um

Slide 2 - Tekstslide

Bijwoord
kan het natuurlijk ook worden
comparativus: ior => ius
superlativus: -us => -e

Slide 3 - Tekstslide

Groep 3-woorden
ons voorbeeld rex;
pater gaat net zo.. maar hoe gaat dat rijtje ook alweer?

Slide 4 - Tekstslide

pater
patris
patri
patrem
patre
patres
patrum
patribus
nom ev
gen ev
dat ev
acc ev
abl ev
nom mv
gen mv
dat mv
acc mv
abl mv

Slide 5 - Sleepvraag

vorige keer nog blijven liggen....

Slide 6 - Tekstslide

Volgens welk rijtje gaat de superlativus?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de dat.ev.m. van longior?
A
longioris
B
longiori
C
longioro
D
longiora

Slide 8 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met puellarum?
A
laetiorum
B
laetiora
C
laetioris
D
laetior

Slide 9 - Quizvraag

Kies een juiste vertaling van:
laetiorum puellarum
A
van de nogal blije meisjes
B
van de meest blije meisjes
C
van de blije meisjes
D
van de blijere meisjes

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord congrueert met civibus
A
humilior
B
humilioris
C
humilioribus
D
humilius

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal nu zelf:
civibus humilioribus

Slide 12 - Open vraag

Welke vorm congrueert met onera?
A
gravissimas
B
gravissimum
C
gravissima
D
gravissimo

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal nu zelf:
Marcus gravissima onera portat.

Slide 14 - Open vraag

Vertaling aanvullen
Hierna krijg je steeds een zin die deels vertaald is maar waar je het deel met de comparativus of superlativus nog moet afmaken.
Comparativus: kies tussen "nogal ...." of "...-er"
Superlativus: kies tussen "zeer ...." of "...st"

Slide 15 - Tekstslide

Milites Romani fortius quam hostes pugnabant.
De Romeinse soldaten vochten ...............

Slide 16 - Open vraag

Milites_Romani1 (fortius QUAM hostes) pugnabant
fortius = bijwoord, zegt iets over hoe ze vochten
quam + zelfde naamval als wat er vergeleken wordt = dan..... 

Slide 17 - Tekstslide

Orationes longiores nemo audire cupit.
Niemand wil graag luisteren naar .......... redevoeringen.

Slide 18 - Open vraag

Orationes2_longiores nemo1 {audire} cupit.

longiores congrueert met orationes en ze vormen samen het LV

Slide 19 - Tekstslide

Puella matri carmen quam pulcherrime canit.
Het meisje zingt het lied voor haar moeder....

Slide 20 - Open vraag

Puella1 matri3 carmen2 (quam pulcherrime) canit.

quam + superlativus = zo .... mogelijk
pulcherrimE = bijwoord

Slide 21 - Tekstslide

Meus equus celerius asino tuo currit.
Mijn paard rent ............................

Slide 22 - Open vraag

Meus_equus1 (celerius asino tuo) currit.

compar + abl. = ....-er dan

Slide 23 - Tekstslide

Quintus magistro saepe celerius respondet:
ideo responsa eius mala sunt.
Quintus antwoordt de meester vaak ...........:
daarom zijn zijn antwoorden vaak fout.

Slide 24 - Open vraag

Sextus et Publius pila iaciunt. Pilum Sexti longius volat.
S. en P. gooien speren. De speer van S. vliegt .......

Slide 25 - Open vraag

Omnium gladiatorum Celadus fortissime pugnavit.
Celadus heeft ................. gevochten ...................................

Slide 26 - Open vraag

Wat heb je weer meer geleerd
over de Latijnse trappen van vergelijking?

Slide 27 - Woordweb