Van jagen naar boeren naar landbouwsamenleving

De levenswijze van jagers-verzamelaars
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvwoLeerroute VLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

De levenswijze van jagers-verzamelaars
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hunebed bouwers

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Omdat er geen schrift werd gebruikt, zijn namen als jager-verzamelaars en boeren uit de Prehistorie later bedacht. Deze culturen zijn vaak vernoemd naar de plek waar ze leefden, of naar voorwerpen die ze maakten. 

Opschrijven:
Cultuur: groep met gemeenschappelijke kenmerken, opvattingen, normen en waarden.

Slide 5 - Tekstslide

Een goed voorbeeld hiervan is de Trechterbekercultuur. Deze groep mensen zijn niet vernoemd naar de plek, maar naar de voorwerpen die ze maakten. 

Trechterbekercultuur: Groep mensen in Nederland, Denemarken, Duitsland en Zweden die rond 3.000 v. Chr. vernoemd naar hun aardewerk. 

Slide 6 - Tekstslide

De mensen in Nederland van de trechterbekercultuur waren jager-verzamelaars en boeren die de hunebedden bouwden. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Overgang van jagen en verzamelen naar landbouw: Neolitische revolutie
Het onstaan van landbouw en landbouwsamenleving
ongeveer 11.000 vChr door klimaat-verandering (warmer/droger) ging men op zoek naar alternatieven voor voedsel
gevolgen:

- men ging op vaste plekken wonen
- ontstaan veehouderij (wilde dieren temmen)
- ontstaan voedsel-overschotten
- ontstaan irrigatielandbouw

hoe te herkennen in vraag/ bron

- vaste woonplaats (bijv. gereedschappen om grond te bewerken)
- vorm van handel
- potten etc. (zijn te zwaar om mee te nemen)


Slide 9 - Tekstslide


vruchtbare halve maan (sikkel)

Slide 10 - Tekstslide

Theorie
In het Mesopotamië ontwikkelde de samenleving zich anders dan in Europa. De landbouw in de Vruchtbare Halve Maan leverde veel grote oogsten op. 

Opschrijven:
Dit kwam o.a. door irrigatielandbouw: Wanneer boeren dammetjes, dijken en kanalen gebruiken. (Eufraat, Tigris en de Nijl) 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Omdat er zo veel grote oogsten waren, werd voedsel opgeslagen. Einde aan rondtrekken. Tijd om  hutten mooier te maken. 
Niet iedereen hoefde dus boer te blijven. Sommige mensen konden zich nu specialiseren met andere bezigheden als maken van gereedschap, huizenbouw etc. = taakverdeling
Wat veranderd er dus nu in deze eerste samenlevingen? 

Slide 13 - Tekstslide

Wat veranderd er dus nu in deze samenlevingen? 

Slide 14 - Tekstslide

Sommige samenlevingen waren rond 3500 v.Chr. zo gegroeid, dat het steden waren geworden. 

Sommige steden gingen het omringende platteland overheersen. Dat noemen we een stadstaat.

Stadstaat: Stad met omliggende platteland dat tezamen als een geheel wordt bestuurd.

Slide 15 - Tekstslide

Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

OORZAAK                 GEVOLGEN
Door landbouwover
schotten konden de eerste steden 
ontstaan in Mesopothamië 
- andere beroepen werden mogelijk/ specialisatie
- ontstaan hiërarchie/ sociale lagen/bestuur
- ontstaan ruilhandel
- ontstaan schrift nodig om administratie belastingen bij te houden = einde prehistorie
hoe te herkennen in een vraag/ bron:

- er is sprake van een vorm van bestuur 
- er is sprake van sociale verhoudingen
- er is sprake van verschillende soorten beroepen

Slide 16 - Tekstslide

Historisch duo: oorzaak en gevolg
Elke gebeurtenis heeft een of meerdere oorzaken = de reden waarom iets gebeurd
Grote en kleine  oorzaken = belangrijke en minder belangrijke 
Gevolg = reactie op een gebeurtenis (bedoelde en onbedoelde gevolgen/direct en later)

Slide 17 - Tekstslide

De levenswijze van jagers - verzamelaars
   nomaden

 - geen vaste woon- en  verblijfplaats
 - kleine groepen (ca. 20 man)





taakverdeling
grotschilderingen

Slide 18 - Tekstslide