Nt2 A2 een ongeluk beschrijven
1 / 15
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat zie je?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent: Het spijt me!
A
Sorry!
B
Let op!
C
Snel!
D
Wat moeilijk!
Slide 7 - Quizvraag
Luister naar de docent. Schrijf de twee woorden op.
Het spijt me. Ik kom ..... want er is een ... gebeurd.
Het spijt me. Ik kom ..... want er is een ... gebeurd.
Slide 8 - Open vraag
Er is een auto op mijn auto gebotst. betekent:
A
Ik rijd tegen een auto.
B
Een auto botst tegen mijn auto.
C
Een auto rijdt tegen mijn auto.
D
Ik bots tegen mijn auto.
Slide 9 - Quizvraag
De zwarte auto komt van links.
Hij geeft mij geen voorrang.
Wat is FOUT?
Hij geeft mij geen voorrang.
Wat is FOUT?
A
De zwarte auto moet stoppen.
B
Ik mag eerst rijden.
C
De zwarte auto moet wachten.
D
Ik moet wachten.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Er is schade.
Kijk naar het plaatje.
Welke zinnen zijn goed?
Kijk naar het plaatje.
Welke zinnen zijn goed?
A
De linkerkant van de witte auto is kapot.
B
De rechterkant van de witte auto is kapot.
C
De achterkant van de zwarte auto is kapot.
D
De voorkant van de zwarte auto is kapot.
Slide 12 - Quizvraag
Kijk naar de plaatjes.
Welke zin is FOUT?
Welke zin is FOUT?
A
De fietser heeft pijn aan de elleboog.
B
Er zijn geen gewonden.
C
De fietser is gewond aan de elleboog.
D
De elleboog doet pijn.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is dit?
A
Een schadeformulier
B
Een garagebedrijf
C
Een winkel
