Thema 5 / Taak 2: Een briefje in de flat

Thema 5 / Taak 2: Een briefje in de flat


Wat gaan we doen?
het ideale huis: praten / grammatica: demonstratief pronomen / woordflits / zinnen maken / Link
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 / Taak 2: Een briefje in de flat


Wat gaan we doen?
het ideale huis: praten / grammatica: demonstratief pronomen / woordflits / zinnen maken / Link

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

demonostratief pronomen /
aanwijzend voornaamwoord

Slide 3 - Tekstslide

aanwijzend voornaamwoord

                                    dichtbij      ver weg

de- woord:            deze             die

het-woord:            dit                  dat

meervoud:             deze              die

Slide 4 - Tekstslide

dichtbij:
Van wie is ..... boek?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 5 - Quizvraag

ver weg:
.... man loopt erg hard
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 6 - Quizvraag

dichtbij:
Van wie is ..... tas?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 7 - Quizvraag

dichtbij:
Waar moet ik .... boek leggen?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 8 - Quizvraag

ver weg:
Waar gaat .... meisje heen?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 9 - Quizvraag

ver weg:
Wie kent .... jongen?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 10 - Quizvraag

dichtbij:
.... hond is lief
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 11 - Quizvraag

dichtbij:
.... potlood moet geslepen worden
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 12 - Quizvraag

ver weg:
Waar is .... leuke winkeltje?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 13 - Quizvraag

ver weg:
Wie zijn .... jongens?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 14 - Quizvraag

dichtbij:
Waar komen .... meisjes vandaan?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 15 - Quizvraag

ver weg:
Leg jij .... lepels in de la?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 16 - Quizvraag

...boekje is voor kinderen.
A
dit
B
deze

Slide 17 - Quizvraag

...kast is van mijn oma geweest.
A
dat
B
die

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Persoon/ding/dier
Activiteit
Wanneer
Wat 
Waar
Ik 
loop 
elke dag 
5 km 
in het bos
Mijn oma 
kookt 
op zondag 
kippensoep 
in de keuken 
De poes 
eet 
nu 
vis 
bij het water. 

Slide 21 - Tekstslide