H3 Weer en klimaat in de VS

3.1 Het weer in de VS
 Weer en klimaat
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

3.1 Het weer in de VS
 Weer en klimaat

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Het weer in de VS

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je kennen?
  • Waarom zijn er grote   temperatuurverschillen in de   VS?
  • Waarom is er een groot   verschil in neerslag in de VS?
  • Het weer van een weerkaart   kunnen aflezen.


Slide 3 - Tekstslide

Waarom grote temperatuurver-schillen in de VS?


  1. breedteligging
  2. ligging gebergten
  3. wind- en zeestromen

Slide 4 - Tekstslide

1. Breedteligging:
  • het noorden ligt op hoge breedte -> koud in de winter en sneeuw; koude wind vanuit noorden (de zogenaamde 'Northerns')
  • het zuiden ligt op lage breedte -> altijd warm, ook in de winter; warme wind vanuit zuiden (de zogenaamde 'Southerns')

Slide 5 - Tekstslide

2. Ligging gebergten:
  • enkele grote berggebieden lopen van noord naar zuid:
     - oosten: Appalachen
     - westen: Rocky Mountains + Sierra Nevada
  • koude en warme wind botsen tegen elkaar in het midden van de VS —> frontale neerslag
frontale neerslag

Slide 6 - Tekstslide

3. Wind- en zeestromen:
  • westkust: aanlandige wind van Grote Oceaan -> temperatuur gematigd, warme zeestroom
  • zuidoosten: warme aanlandige wind vanuit Golf van Mexico -> zorgt voor veel regen
  • noordoosten: aflandige wind -> koude zeestroom vanuit poolstreek

Slide 7 - Tekstslide

Invloed reliëf en wind op het klimaat.
Rocky Mountains
Sierra Nevada
Appalachen
Aanlandige wind vanaf de Grote Oceaan
Koude wind uit de poolstreek, zorgt voor koude winters in het noorden van de VS.
Warme vochtige wind vanuit de Golf van Mexico, zorgt voor veel neerslag.
Aflandige wind

Slide 8 - Tekstslide

3.2 Hoge- en lagedrukgebieden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

3.3 Klimaten in de VS

Slide 15 - Tekstslide

Wat moet je kennen?
  • Welke klimaten heeft de VS?
  • Wat zijn de kenmerken van die   klimaten?
  • Welke vegetatiezones horen bij   deze klimaten?


Slide 16 - Tekstslide

Zeeklimaat
Savanne klimaat
Landklimaat
Woestijnklimaat
Mediterraan klimaat
Steppe klimaat
Hooggebergte klimaat
Alaska: Toendra klimaat
Hawaii: Tropisch regenwoud klimaat
Tekst
Klimaten in de VS

Slide 17 - Tekstslide

de klimaten van de VS op een rijtje:
  1. zeeklimaat
  2. mediterraan klimaat
  3. woestijnklimaat
  4. steppeklimaat
  5. landklimaat
  6. savanneklimaat
  7. tropisch klimaat
  8. hooggebergteklimaat
  9. toendraklimaat

Slide 18 - Tekstslide

Zeeklimaat
Tekst
Zeeklimaat

Slide 19 - Tekstslide

zeeklimaat
  • zachte winters, koele   zomers 
  • hele jaar neerslag 
    (door de aanlandige wind)
  • zeeklimaat in VS warmer en natter dan in NL
Virginia

Slide 20 - Tekstslide

Mediterraan klimaat
Tekst

Slide 21 - Tekstslide

mediterraan klimaat
  • warme droge zomers,   zachte winters 
  • neerslag valt vooral in   winter (: dankzij zeewind)
Big Sur, Californië

Slide 22 - Tekstslide

Woestijnklimaat
Tekst

Slide 23 - Tekstslide

woestijnklimaat
  • neerslag < 200 mm p/jaar
  • neerslag die valt   verdampt snel
  • alleen vetplanten en   cactussen kunnen   overleven
Death Valley NP, Californië

Slide 24 - Tekstslide

Steppeklimaat
Tekst

Slide 25 - Tekstslide

steppeklimaat
  • droog, neerslag 200-400   mm p/jaar (vooral in   zomer)
  • alleen grassen en struiken overleven
  • waar? in de Great Plains
Great Plains, South Dakota

Slide 26 - Tekstslide

Landklimaat
Tekst

Slide 27 - Tekstslide

landklimaat
  • hete, droge zomers en   koude winters
  • overheersend aflandige   wind (: weinig invloed)
New York City

Slide 28 - Tekstslide

Savanneklimaat
Tekst

Slide 29 - Tekstslide

savanneklimaat
  • zomers heet (32°C) en   vochtig
  • in winters valt veel   minder neerslag
Everglades NP, Florida

Slide 30 - Tekstslide

Tekst
Hawaii: Tropisch klimaat

Slide 31 - Tekstslide

tropisch klimaat
  • temperatuur is altijd       > 18°C
  • warm en vochtig, met   veel neerslag
  • alleen op Hawaii
Kauai, Hawaii

Slide 32 - Tekstslide

Hooggebergteklimaat
Tekst

Slide 33 - Tekstslide

hooggebergte klimaat
  • op grote hoogte (>1500   meter) 
  • valt veel neerslag
  • groeit alleen gras en mos
Yosemite NP

Slide 34 - Tekstslide

Alaska: Toendraklimaat
Tekst

Slide 35 - Tekstslide

 toendraklimaat
  • zomer nooit warmer dan 10°C, winter kouder dan -3°C
  • permafrost bodem
Denali NP, Alaska
permafrost = eeuwig bevroren ondergrond, waarbij het bovenste deel van de bodem in de zomer ontdooit; hierdoor ontstaan er veel ondiepe plassen

Slide 36 - Tekstslide

3.4 Landbouw in de VS

Slide 37 - Tekstslide

Wat moet je kennen?
  • Dat er een duidelijke   samenhang is tussen klimaat en   landbouw in de VS.
  • Dat je de VS kunt verdelen in 2   delen: het droge westen,
     het natte oosten.
  • Weten wat feedlots zijn.

Slide 38 - Tekstslide

Van nat naar droog
Great Plains: hoogvlakte met steppebegroeiing 
  • negatieve waterbalans
  • neerslag onberekenbaar
  • akkerbouw alleen mogelijk met irrigatie

Great Plains: scheidslijn tussen droge westen en natte oosten
500 mm neerslaglijn

Slide 39 - Tekstslide

Extensieve veeteelt
  • landbouw is sterk afhankelijk   van het klimaat
  • extensieve veeteelt is vrijwel   verdwenen: steeds vaker   veeteelt in vorm van feedlot 
    (vorm van intensieve veeteelt)

Great Plains

Slide 40 - Tekstslide

Feedlots
Feedlots = grote boerderijen met koeien die binnen vier tot zes maanden worden vetgemest om vlees van te maken. 
  • bedrijven met duizenden koeien!
  • in het droge westen
  • de koeien eten geen gras, maar krijgen elke dag voer dat bestaat uit bv maïs en granen

Slide 41 - Tekstslide

Droge westen
  • ten westen van Rockies ligt het   Grote Bekken; droog gebied   met veel reliëf
  • Central Valley ligt in de   regenschaduw van het   kustgebergte -> door irrigatie-   water aan te voeren is dit zeer   productief gebied met veel   voedselgewassen
Grote Bekken
Central Valley

Slide 42 - Tekstslide

Natte oosten
Bijna elk landbouwgebied heeft een specialisatie in 1 gewas = belt (oftewel: gordel)
  1. Dairy belt -> zuivel en vleeskoeien
  2. Soybean-Corn belt -> sojabonen en maïs
  3. Cotton belt -> katoen, tabak, citrusvruchten, fruit

Slide 43 - Tekstslide

Dairy belt
zuivelproducten en vleesproductie voor de grote steden in het noordwesten van de VS.
Corn belt
40% van de wereldproductie van sojabonen en maïs wordt hier verbouwd; dit zijn echte exportgewassen
Cotton belt
In dit voormalige katoengebied worden nu (citrus)fruit, katoen en tabak, pnda's en groenten verbouwd.

Slide 44 - Tekstslide

Ongeschikt voor landbouw

  • bergen
  • woestijn
  • steppen

Slide 45 - Tekstslide

Toename van de  landbouw-productie

  • betere zaden
  • bestrijdingsmiddelen
  • genetisch gemodificeerde   gewassen
  • mechanisatie:   productiviteit stijgt

Slide 46 - Tekstslide

veranderingen platteland
  • monocultuur: maïs en soja (veevoer) is het enige gewas   dat de boer verbouwd (mono=1)
  • kleine boeren stoppen —> grote boeren steeds groter 
  • afname aantal boerderijen
  • voor de mensen: minder werk, armoede en leegloop van   dorpen...

Slide 47 - Tekstslide