Herhaling Grammatica Zinsdelen HV1

Ontleed deze zinnen in je schrift:
1. Schept de kok van dit restaurant eigenhandig voor de gasten de gerechten op?
2. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini.


timer
5:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Ontleed deze zinnen in je schrift:
1. Schept de kok van dit restaurant eigenhandig voor de gasten de gerechten op?
2. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini.


timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

1. Schept de kok van dit restaurant eigenhandig voor de gasten de gerechten op?
OW =

Slide 2 - Open vraag

1. Schept de kok van dit restaurant eigenhandig voor de gasten de gerechten op?
WG =

Slide 3 - Open vraag

2. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini.
MV =

Slide 4 - Open vraag

2. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini.
BWB =

Slide 5 - Open vraag

onderwerp werkwoordelijk gezegde lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp bijwoordelijke bepaling
1. Schept de kok van dit restaurant eigenhandig voor de gasten de gerechten op?
2. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini.

Slide 6 - Tekstslide

1. Zoek de persoonsvorm
HOE? -> Tijdproef, getalproef, vraagproef.

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen tonen de sporters hun nationale vlag aan het publiek.

Zijn familie heeft hij intussen een appje met zijn nieuwe adres gestuurd.


Slide 7 - Tekstslide

1. Zoek de persoonsvorm
Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen tonen de sporters hun nationale vlag aan het publiek.

Zijn familie heeft hij intussen een appje met zijn nieuwe adres gestuurd.


Slide 8 - Tekstslide

2. Zet de zinsdeelstrepen
HOE? -> Zet de zin in een andere volgorde en kijk welke woorden aan elkaar vastzitten.

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen tonen de sporters hun nationale vlag aan het publiek.

Zijn familie heeft hij intussen een appje met zijn nieuwe adres gestuurd.


Slide 9 - Tekstslide

2. Zet de zinsdeelstrepen
Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familie / heeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 10 - Tekstslide

3. Zoek het onderwerp (ow)
VRAAG: wie / wat + pv?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familie / heeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 11 - Tekstslide

3. Zoek het onderwerp
VRAAG: wie / wat + pv?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familie / heeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 12 - Tekstslide

4. Zoek het werkwoordelijk gezegde (wg)

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familie / heeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 13 - Tekstslide

4. Zoek het werkwoordelijk gezegde

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familie / heeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 14 - Tekstslide

5. Zoek het lijdend voorwerp (lv)
VRAAG: wie/wat + wg + ow?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familie / heeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 15 - Tekstslide

5. Zoek het lijdend voorwerp
Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familie / heeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 16 - Tekstslide

6. Zoek het meewerkend voorwerp (mv)
VRAAG: aan/voor wie/wat + wg + ow + lv?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familie / heeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 17 - Tekstslide

6. Zoek het meewerkend voorwerp

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familieheeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 18 - Tekstslide

7. Zoek de bijwoordelijke bepalingen (bwb)
VRAGEN: hoe? waar? waarom? wanneer?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familieheeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 19 - Tekstslide

7. Zoek de bijwoordelijke bepalingen 

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelentonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Zijn familieheeft / hij / intussen / een appje met zijn nieuwe adres / gestuurd.


Slide 20 - Tekstslide

LET OP:
  • Iedere zin heeft sowieso een gezegde. 
  • De rest van de zinsdelen hoeft er niet in te staan.
  • In een zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen staan.

Jij / praat / altijd / zo hard. (= ow / wg / bwb / bwb)
Pak / je boek. (= wg / lv)



Slide 21 - Tekstslide

Ontleed deze zinnen:
1. Elke woensdagmiddag leest opa een sprookje aan zijn kleindochter voor.
2. Dat boek heb ik nooit van mijn oma gekregen.
3. Waarom zou de huisarts de patiënt vandaag absolute rust hebben voorgeschreven?
4. Heeft deze mevrouw haar schoothondje te vaak gevoerd?



Slide 22 - Tekstslide

onderwerp werkwoordelijk gezegde lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp bijwoordelijke bepaling
1. Elke woensdagmiddagleest / opa / een sprookje / aan zijn kleindochter / voor.
2. Dat boek / heb / ik / nooit / van mijn omagekregen.
3. Waarom / zou / de huisarts / de patiënt / vandaag / absolute rust / hebben voorgeschreven?
4. Heeft / deze mevrouw / haar schoothondje / te vaak / gevoerd?

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf het stappenplan zinsdelen op je blad 
(7 stappen).

Schrijf bij iedere stap ook de vraag op die je nodig hebt.
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

1: Zoek de persoonsvorm.
2: Zet de zinsdeelstrepen.
3: Zoek het onderwerp.          wie/wat + pv?
4: Zoek het werkwoordelijk gezegde.
5: Zoek het lijdend voorwerp.      wie/wat + wg + ow?
6: Zoek het meewerkend voorwerp.
                          aan/voor   wie/wat + wg + ow + lv?
7: Zoek de bijwoordelijke bepalingen.
                          waar? wanneer? hoe? waarom?

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het verschil?


Het schilderij staat VOOR DE KAST.
De schilder verft een schilderij VOOR MIJ.

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het verschil?


Het schilderij staat VOOR DE KAST (= bwb).
De schilder verft een schilderij VOOR MIJ (= mv).

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf ow, wg, lv, mv en bwb in je schrift:
1. Bijna alle mensen dromen elke nacht een paar dromen.
2. Soms schijnt een droom na een poosje terug te kunnen keren.
3. De laatste maanden bleek Talitha regelmatig te dromen over post.
4. In de droom kreeg ze tientallen brieven in haar brievenbus.
5. Zo snel mogelijk ging ze dan die immense hoeveelheid post uit haar brievenbus halen.
6. Toch bleven mensen haar steeds brieven sturen.
7. Een droomonderzoeker legde Talitha de betekenis van haar droom uit.
8. De droom liet haar zien dat ze moe wordt van teveel vriendschappen.

timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

onderwerp werkwoordelijk gezegde lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp bijwoordelijke bepaling
1. Bijna alle mensen dromen elke nacht een paar dromen.
2. Soms schijnt een droom na een poosje terug te kunnen keren.
3. De laatste maanden bleek Talitha regelmatig te dromen over post.
4. In de droom kreeg ze tientallen brieven in haar brievenbus.
5. Zo snel mogelijk ging ze dan die immense hoeveelheid post uit haar brievenbus halen.
6. Toch bleven mensen haar steeds brieven sturen.
7. Een droomonderzoeker legde Talitha de betekenis van haar droom uit.
8. De droom liet haar zien dat ze moe wordt van teveel vriendschappen.

Slide 29 - Tekstslide