Kiesstelsels

Kiesstelsels
In deze les leer je verschillende kiesstelsels kennen, die gebruikt (kunnen) worden in een democratie
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kiesstelsels
In deze les leer je verschillende kiesstelsels kennen, die gebruikt (kunnen) worden in een democratie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Basis: 
- je kunt uitleggen hoe het districtenstelsel en stelsel van evenredige vertegenwoordiging werkt
- je kunt een voordeel en een nadeel noemen van beide stelsels 

Slide 2 - Tekstslide

Districtenstelsel in Nederland
  • Tot 1917 werd in Nederland het districtenstelsel gebruikt
  • Nederland was verdeeld in 100 districten en elk district kreeg 1 zetel in de Tweede Kamer
    (er waren tot 1917 dus maar 100 zetels in de Tweede Kamer)
  • In elk district worden verkiezingen gehouden
  • Degene met de meeste stemmen gaat namens het district naar de Tweede Kamer 

Slide 3 - Tekstslide

Verkiezingsuitslag 1896 
Bekijk de uitslag goed.

Slide 4 - Tekstslide

Conservatieven waren behoudend: grote rol voor koning, economische vrijheid, tegen algemeen kiesrecht, vaak protestants
De meeste districten in Zuid-Nederland gingen naar de ...
De minste districten werden gewonnen door de...
Districten in Midden-Nederland werden vooral gewonnen door...
Katholieken
Vooruitstrevende Liberalen
Conservatieven / protestanten
Socialisten

Slide 5 - Sleepvraag

Voordelen van het districtenstelsel

  • Kandidaten persoonlijk bekend bij kiezers

  • Kandidaten kennen het gebied, de bevolking en de problemen

  • Vergroten politieke interesse

Slide 6 - Tekstslide

Nadelen van het districtenstelsel
  • The winner takes it all: uitgebrachte stemmen op verliezers tellen niet meer mee

  • Alleen de lokale kandidaat is bekend, kandidaten uit andere gebieden niet

  • Kleine partijen maken vaak weinig kans

Slide 7 - Tekstslide

Voordelen van evenredige vertegenwoordiging

  • Alle (geldige) stemmen tellen

  • Ook kleine partijen hebben meer kans

  • Meer kleine partijen, meer overleg nodig: grote partijen kunnen dus soms niet zonder kleine partijen

Slide 8 - Tekstslide

Nadelen van evenredige vertegenwoordiging
  • Vaak alleen nummer 1 van de lijst (de lijsttreker) is bekend

  • Vaak veel kandidaten uit de Randstad. Mensen in de provincie voelen zich niet serieus genomen

  • Veel kleinere partijen (versplintering)

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel stemmen heb je nodig voor 1 zetel?





Hoeveel stemmen heb je 

nodig voor 1 zetel (stoel)?


Slide 10 - Tekstslide