Constructies, verbindingen en stevigheid
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een constructie?
A
Een materiaal
B
Een voorwerp
C
Een combinatie van materiaal en verbinding
D
Een verbinding
Slide 4 - Quizvraag
welke vorm (van een constructiebalk) is het minst stevig?
A
rond
B
rechthoek
C
plat
D
driehoek
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent vormvast ?
A
De vorm verandert niet onder belasting
B
De vorm verandert onder belasting
C
De vorm is elastisch
D
Een voorwerp komt in zijn oorspronkelijke vorm terug
Slide 6 - Quizvraag
Noem de drie hoofdgroepen verbindingen
A
star, flexibel, los-vast
B
flexibel, losneembaar, demontabel
C
losneembaar, flexibel, los-vast
D
demontabel, flexibel, star
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het kenmerk van een los-vast verbinding?
A
hij staat beweging toe
B
hij is uit elkaar te halen
C
hij is permanent
D
hij is niet uit elkaar te halen
Slide 8 - Quizvraag
Noem twee kenmerken van een starre verbinding
A
staat geen beweging toe; is tijdelijk
B
staat beweging toe; gaat kapot bij uit elkaar halen
C
is losneembaar en flexibel
D
is niet flexibel; gaat kapot bij uit elkaar halen
Slide 9 - Quizvraag
Een bout en een moer zijn een voorbeeld van
A
een starre verbinding
B
een los-vast verbinding
C
een demontabele verbinding
D
een permanente verbinding
Slide 10 - Quizvraag
In welk voorwerp zit geen verbinding?
A
potlood
B
gum
C
DVD
D
boek
Slide 11 - Quizvraag
Wat geeft een iglo zijn grootste stevigheid?
A
De vorst
B
De vorm
C
Het materiaal
D
De verbinding
Slide 12 - Quizvraag
Een soldeerverbinding is een
A
vormverbinding
B
los-vaste verbinding
C
permanente verbinding
D
demontabele verbinding
Slide 13 - Quizvraag
wat maakt een dak vooral stevig?
A
Het soort hout waarvan het dak gemaakt wordt
B
De driehoeken in het skelet van een dak
C
Het grote aantal balken in het dak
D
De dakbedekking
Slide 14 - Quizvraag
In een driehoek werken
A
alleen drukkrachten
B
alleen trekkrachten
C
zowel druk- als trekkrachten
D
alleen de zwaartekracht
Slide 15 - Quizvraag
Welk voorwerp kan goed tegen drukkrachten?
A
stalen ketting
B
staalkabel
C
staaldraad
D
stalen buis
Slide 16 - Quizvraag
Gewapend beton kan tegen
A
drukkrachten
B
trekkrachten
C
druk- en trekkrachten
D
geen van beide
Slide 17 - Quizvraag
Welk punt vind je niet op een hefboom?
A
drukpunt
B
krachtpunt
C
lastpunt (inspanning)
D
draaipunt
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel keer zo sterk maakt de hefboom je?
A
1,1
B
3
C
3,3
D
4
Slide 19 - Quizvraag
Met hydrauliek breng je kracht over met behulp van
A
lucht
B
een hefboom
C
een lier
D
olie
