3v - 2 april 24

3v - 2 april 24
1. Lezen
2. Theorie
3. Quiz
4. Aan de slag.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3v - 2 april 24
1. Lezen
2. Theorie
3. Quiz
4. Aan de slag.

Slide 1 - Tekstslide

Klopt dit?
Ik loop over het groene gras
Hij besefte zich dat het al laat was.
Zij voelt zich bedroefd en verdrietig.

Slide 2 - Tekstslide

Pleonasme
'pleonasmos' (Grieks)
= overschot/teveel

Kan stijlfiguur zijn, maar is meestal een stijlfout 
  • Voorbeeld pleonasme als stijlfiguur: 'bloeiende bloesems' 
  • Voorbeeld pleonasme als stijlfout: 'van tevoren reserveren'

Slide 3 - Tekstslide

Tautologie

Slide 4 - Tekstslide

Contaminatie

Slide 5 - Tekstslide

Welke is een pleonasme?
A
de rode auto
B
de harde bal
C
de ronde cirkel
D
de kleine jongen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een tautologie
A
ik snoep meestal in de nacht
B
ik drink nooit tijdens het rijden
C
ik eet enkel en alleen friet
D
ik rook meer dan één pakje

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een contaminatie?
A
Printen
B
Optelefoneren
C
Door elkaar halen
D
Opnieuw

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een pleonasme?
A
de blauwe bloem
B
het groene gras
C
de rode hoed
D
de zwarte vogel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een pleonasme?
A
gele kanariepiet
B
mooi boek
C
natte tranen
D
prima start

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een tautologie?
A
blij en verheugd
B
heden en verleden
C
groen gras
D
uren op jou te wachten

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een pleonasme?
A
Natte regen
B
Gezellige mensen
C
Lekke bal
D
Zeker en vast kom ik langs.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een contaminatie?
A
ik heb het reeds twee keer gedaan
B
niemand doet het dagelijks vaker
C
zal ik het nog eens overnieuw doen
D
ik doe het nooit meer zo

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
maken: opdracht 1, 3 en 4 (blz. 120)

Slide 14 - Tekstslide