4 Reading (les 1)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welcome Back!

Doel van deze week 2.4:

• Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 2.4
• Ik kan deze kennis toepassen in opdrachten.

To Do:

1. Grammatica uitleg 'bezit 's/' '
2. Zelfstandig werken

Grammar: bezit 's/'

Met bezit geef je aan dat iets hoort bij iets of iemand.

Bezit = ’s  of / ‘ / 

Als je wilt zeggen dat iets van iemand is, zet je meestal ‘s achter de eigenaar:

• Dat is de auto van Frank.                    = That is Frank‘s car.
  
• De kamer van mijn zus is een zooi. = My sister‘s room is a mess.
  
• Het voedsel van de kat is smerig.      = The cat‘s food is gross.
  
• De vriendin van Kees is knap.              = Kees‘s girlfriend is pretty.

Exercise: Bezit = ’s of / ‘ / 

OEFENINGEN - eerst uitleg en de opdrachten staan onderdeel.

Together:

Exercise 6 & 7

Homework:

Maken: 

lesson 2.4: 1  t/m 13 

 

Leren: 

blz 83 & 84 (tot 2.5)

Klaar?              Herhaal/herhaal/herhaal alles van hoofdstuk 2

See you tomorrow !!!