Dordrecht hoofdstuk 3

3. De nederzetting wordt een stad
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3. De nederzetting wordt een stad

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bisschop?
A
Bestuurder van een bisdom
B
Een priester in een stad
C
Een kerk van een bisdom

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren terpen?
A
Romeinse forten
B
Dorpjes gebouwd op een heuvel
C
Moerasgebieden
D
Een soort tent van een landbouwsamenleving

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe ontstonden de eerste dijken?
A
doordat de grond tussen de terpen bleef liggen
B
doordat er verbindingen gemaakt werden tussen de terpen
C
doordat men meer huizen wilde bouwen
D
doordat men handel wilde te drijven

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de onderstaande ontwikkelingen in de juiste volgorde!
Verbeteringen in de landbouw
Ontstaan voedseloverschotten
Bevolkingsgroei 
Meer handel
Ontstaan markten
Ontstaan steden

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke plaats bevindt zich de eerste nederzetting van Dordrecht?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deelvraag 
Wanneer kreeg Dordrecht stadsrechten wat waren de voordelen van die stadsrechten voor haar inwoners?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat zijn stadsrechten?
2. Wie wonen in de stad?
3. Hoe was het leven in de stad?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wisselkantoor
Iedere stad had zijn eigen munten. 

Omdat er zoveel verschillende munten waren kon je in iedere stad de juiste munten kopen/ruilen. 
Op dit plaatje zie je zo'n wisselkantoor. De geldmeester weegt de munten, hoe zwaarder de munt, hoe meer die waard is.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De graven van Holland
waren het machtigst; waren  'leenman' van de Duitse keizer.  maar ze werden steeds zelfstandiger. Door erfenissen en gebiedsuitbreidingen kregen de graven steeds meer gebied. 

Echt zelfstandig werd het graafschap in 1018. De keizer stuurde toen een leger om zijn ongehoorzame leenman Dirk III tot de orde te roepen.  Maar dit leger werd bij Vlaardingen vernietigend verslagen. In de volgende eeuwen zouden de graven hun gebied steeds verder uitbreiden ten koste van de bisschop van Utrecht in het oosten, de West-Friezen in het noorden en de graaf van Vlaanderen in het zuiden.
 Omstreeks 1300 omvatte het graafschap het huidige Noord- en Zuid-Holland en het grootste deel van Zeeland.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graaf Willem I van Holland is een nakomeling van Dirk III
De Nederlanden worden niet bestuurd door één persoon, maar door meerdere graven en hertogen. Willem ! was een van hen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Op deze schoolplaat van Isings uit 1926 is te zien hoe Floris V tijdens de valkenjacht wordt belaagd. Floris V werd vermoord door andere edelen die hem als een bedreiging zagen.

Beeld: afbeelding uit het boek ‘Graven van Holland: middeleeuwse vorsten in woord en beeld’ van D.E.H. de Boer en E.H.P. Cordfunke, 2010.
Blij met de stad!
Alle inwoners van een stad moesten gehoorzaam zijn aan de heer.

De heer was blij met een  machtige en rijke stad: al die rijkdom!

Maar de inwoners wilden liever eigen baas zijn
De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graaf Willem I van Holland
  • Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland
  • Graaf WIllem I vond handel erg belangrijk
 1220: Dordrecht krijgt stadsrechten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke rechten kreeg Dordrecht?
De stedelingen mogen hun eigen stad besturen
Ze mogen hun eigen wetten maken
Ze mogen zelf rechtspreken
Mogen eigen muren bouwen

Dordrecht krijgt later ook stapelrecht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stapelrecht
Het schilderij is bijna zeven meter breed. Op de voorgrond zijn onder andere vissersboten te zien, vlotten met hout uit Duitsland, vrachtschepen en twee jachten die het Dordtse stapelrecht op de handel in ijzererts controleren.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat was het voordeel voor de heer?

In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen aan de heer!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn stadsrechten?
A
Recht van een stad op eigen bestuur
B
Recht van een heer om een stad te besturen
C
Recht om een stad te bouwen
D
Recht om een stad in te nemen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf recht spreken
B
De stad mocht een stadsmuur bouwen
C
De stad mocht de landeigenaar afzetten
D
De stad mocht zelf belasting ophalen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kreeg Dordrecht stadsrecht?
A
572
B
1220
C
1011
D
1589

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de tijd waarin Dordrecht stadsrecht kreeg?
A
De tijd van monniken en ridders
B
de tijd van steden en staten
C
de tijd van jagers en verzamelaars
D
de tijd van Grieken en Romeinen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nu doen
maken de vragen bij 6.3

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies