Inleiding doelgroepen: Jeugdzorg les 1

Inleiding doelgroepen: jeugdzorg

VMON- Les 1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inleiding doelgroepen: jeugdzorg

VMON- Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
  1. Theorie jeugdzorg 
  2. Theorie hechting 
  3. Maken van de 24Boost opdrachten 
  4. Terugblik en afsluiting les 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student weet welke veranderingen hebben plaatsgevonden binnen de transitie van de jeugdzorg
  • De student kan de invloed van deze groep stoornissen op het leven van de cliënt beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Theoriebron
Factor E- Cursus Pathologie deel 1 GGZ


Theoriebron 15: posttraumatische stresstoornis (35975)
Theoriebron 16: Reactieve hechtingsstoornis en de ontremd-sociaal contactstoornis (40429)

Slide 4 - Tekstslide

Toetsing
Aan het eind van de LE, volgt een kennistoets

Slide 5 - Tekstslide

Waar denk jij aan
bij Jeugdzorg?

Slide 6 - Woordweb

Hoe het was: Bureau Jeugdzorg
Hoofdafdeling-> de hulp werd vastgelegd in een indicatiebesluit.  
      BJZ was de TOEGANGSPOORT voor jeugdhulpverlening. 
      Zoals een huisarts - na een diagnose - doorverwijst naar de specialist …
      zo verwees BJZ - na een indicatiebesluit - door naar instellingen voor jeugdhulpverlening. 
                                                                                                                                                                                                                = zorgaanbieders!

Afdeling Jeugdreclassering / Jeugdbescherming.  
        Jeugdreclassering richt zich op jongeren die met justitie in aanraking zijn geweest. 
        De Jeugdbescherming voert kinderbeschermingsmaatregelen uit (bijv. OTS). 

Afdeling Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). 
        AMK onderzoekt binnengekomen signalen van kindermishandeling. 
        AMK verwijst door naar instellingen voor jeugdhulpverlening of schakelt (in ernstige gevallen)  
          de Raad voor Kinderbescherming in.  

Slide 7 - Tekstslide

De klachten binnen jeugdzorg
Bij doorverwijzing door BJZ ontstond veel bureaucratie.
                        Je kwam als ouder / kind terecht in een doolhof van instellingen.

Indicatieprocedures waren tijdrovend … dus zeer duur!

Financiering van organisaties van jeugdhulpverlening binnen de
gemeente was niet op elkaar afgestemd. 

Weinig aandacht voor “vroeg signalering problemen” en preventie!


Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen van de klachten
De overheid vond dat de klachten aanleiding waren om het roer
    in het beleid Jeugdzorg drastisch om te gooien.

Het was tijd voor verandering …!

Deze verandering kreeg de naam Transitie Jeugdzorg.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Nieuw overheidsbeleid … een nieuwe Jeugdwet
 De Wet Langdurige Zorg …   vanaf 1 jan. 2015
Jeugdzorg gaat nu naar de gemeente … voorheen was dat de provincie! 

Het gemeentebeleid richt zich op:
• inschakelen, herstellen en versterken van het probleemoplossend
   vermogen van kinderen en jongeren.
• versterken van opvoedcapaciteit van ouders en hun sociale omgeving.
• preventie en vroege signalering.
• tijdig bieden van “hulp op maat”
• effectieve samenwerking rond gezinnen.
                                                                                                                      “de keukentafel gesprekken”

Slide 11 - Tekstslide

Voor wie is de jeugdwet?
 
                                         Kinderen en jongeren < 18 jaar met …                                                 
 (zeer) ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperkingen of
 meervoudige beperkingen.

  Op grond van deze wet hebben zij recht op een zorgpakket !



Slide 12 - Tekstslide

Het CJG en hun rol
Het Centrum voor Jeugd en Gezin heeft als taak:
versterken opvoedkundig klimaat in gezinnen / wijken.
aanbieden laagdrempelige en herkenbare jeugdhulp.

Hulpverleners binnen CJG schatten in wanneer specialistische hulp of
     een maatregel kinderbescherming noodzakelijk is.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe zit het nu met BJZ?
     BJZ Arnhem heet nu Jeugbescherming Gelderland.
CJG neemt wel de hoofdafdeling van ‘BJZ’ over.
 
          = opstellen indicatiebesluit / doorverwijzen zorgaanbieders  

‘BJZ’ blijft een regionale organisatie voor gedwongen hulpverlening onder
     verantwoordelijkheid van de gemeente … niet meer de provincie!
     De afdeling jeugdbescherming en jeugdreclassering blijft bij ‘BJZ’

De afdeling AMK en het Steunpunten Huiselijk Geweld worden gecombineerd in
      één organisatie voor “huiselijk geweld en kindermishandeling”

Slide 14 - Tekstslide

Op de werkvloer
In de ‘zware jeugdzorg’ (= jeugd GGZ, jeugd LVB, jeugdzorg+ en gesloten jeugdzorg) wordt er alleen
     gewerkt met HBO - jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers …
     ofwel met SPECIALISTEN. Deze professionals ondertekenen een beroepscode
                                                                                                                                                                                   (wettelijk vastgelegd).

De ‘lichtere jeugdzorg’ is meer gericht zijn op preventie en gezinshulp, uitgaande
                                                                                                 van de eigen kracht van gezinnen.

     Deze manier van werken vraagt om GENERALISTEN, professionals die van alle markten
     thuis zijn. Zij hebben geen specialistische kennis, maar …
beschikken over een brede kennis én sociale vaardigheden
staan naast jongeren en hun ouders
bouwen snel vertrouwensrelaties op
Dankzij de inzet van generalisten zullen problemen minder snel 'medicaliseren'.

Slide 15 - Tekstslide

Is de verandering volgens jou zinvol? En waarom?

Slide 16 - Open vraag

Hechting

Slide 17 - Woordweb

Reactieve hechtingsstoornis en de ontremd-sociaal contactstoornis
  • Trauma’s tijdens de kindertijd kunnen ook voor stoornissen zorgen.
  •  Kinderen die als klein kind heftige dingen hebben meegemaakt, verwaarloosd zijn door hun ouders of hun ouders vroeg hebben verloren, kunnen zogenaamde hechtingsstoornissen ontwikkelen.
  •  Zij kunnen hier hun leven lang last van houden.

Slide 18 - Tekstslide

Hechting
  • Emotionele binding tussen een kind en zijn verzorgers
  •  Ontstaat in de eerste levensjaren (eerste maanden zijn belangrijkst!)
  •  Mensen die zelf veilig zijn gehecht, zijn vaak goed in staat open te staan voor signalen die een kind uitzendt en hier passend op te reageren.
  •  Een kind dat veilig is gehecht, heeft meer kansen op een gezonde sociale en emotionele ontwikkeling dan een kind dat niet veilig gehecht is.
  •  Het kind bouwt een basisvertrouwen in zichzelf op en leert ook steeds beter zelf om te gaan met de eigen emoties.

Slide 19 - Tekstslide

Typen gehechtheid
  • Veilig gehecht: het kind gaat op onderzoek uit, kan hierbij afstand (afscheid) nemen van ouders en reageert enthousiast wanneer ouders weer in beeld komen. Er is hier sprake van een fundamenteel vertrouwen (basisvertrouwen).
  •  Vermijdende gehechtheid: kind vermijdt ouders opzettelijk en gaat op onderzoek uit. Vermijdt ieder contact met ouders wanneer deze weer in beeld komen.
  •  Ambivalente gehechtheid: kind klampt zich vast aan ouders wanneer deze uit beeld raken maar stoot hen ook weer af bij hereniging. Kind gaat niet tot weinig op onderzoek uit.
  •  Gedesorganiseerde gehechtheid (reactieve hechtingsstoornis): kind heeft geen strategie ontwikkeld voor omgaan met relaties. Kan hard huilen om de ouder maar vermijdt hem/haar tevens. Iedere relatie vormt een bedreiging.

Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen 
  •  Een niet goed verlopen hechting heeft vaak gevolgen voor het hele leven.
  •  Mensen kunnen geen of slechts oppervlakkige relaties aangaan.
  •  Vaak treden ook andere stoornissen op de voorgrond zoals eetstoornissen en depressies.

Slide 21 - Tekstslide

Behandeling
  • Vaak intensief begeleidingstraject van kind, ouders en gezin.
  •  Behandeling en begeleiding kan ook plaatsvinden binnen een instelling wanneer kind probleemgedrag laat zien richting de omgeving.
  •  Vanuit behandeling kan medicatie voorgeschreven worden. Zeker wanneer ook andere stoornissen worden waargenomen.
  •  Begeleiding is gericht op het bieden van structuur en vooral: VEILIGHEID

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachten 24Boost
 Factor E- Cursus Pathologie deel 1 GGZ 
Opdrachten 33 (&30/32)

Volgende week bespreken we de opdrachten, daarvoor kijk ik de opdrachten voor jullie na!


Slide 23 - Tekstslide

Terugblik lesdoelen
  • De student weet welke veranderingen hebben plaatsgevonden binnen de transitie van de jeugdzorg
  • De student kan de invloed van deze groep stoornissen op het leven van de cliënt beschrijven.

Slide 24 - Tekstslide

Wat vond jij van deze les? En wat vond jij van Lessonup? (dit programma)

Slide 25 - Open vraag

Volgende les
Les 2- neurobiologische ontwikkelingsstoornissen

Slide 26 - Tekstslide