Perspectief tekenen verschillende standpunten

Tekenles 4 
  • Kun je perspectieven tekenen vanuit verschillende   standpunten.
  • Het verschil weten tussen atmosferisch en kleuren   perspectief
  • Heb je twee tekeningen ingekleurd volgens de verschillende  kleurenperspectieven                                                                                                               (Les 4 tot slide 10)
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tekenles 4 
  • Kun je perspectieven tekenen vanuit verschillende   standpunten.
  • Het verschil weten tussen atmosferisch en kleuren   perspectief
  • Heb je twee tekeningen ingekleurd volgens de verschillende  kleurenperspectieven                                                                                                               (Les 4 tot slide 10)

Slide 1 - Tekstslide

Standpunten
Horizon en verdwijnpunt kunnen op verschillende hoogtes voorkomen. 
Waar, dat hangt af van het standpunt van de kunstenaar .

Slide 2 - Tekstslide

Ooghoogte
De kunstenaar staat op ooghoogte, de horizon en het verdwijpunt bevinden zich in het midden van het kunstwerk.

Slide 3 - Tekstslide

Vogelperspectief
De kunstenaar  heeft een hoog standpunt en kijkt op een object neer.
De horizon en het verdwijnpunt bevinden zich hoog in het kunstwerk.

Slide 4 - Tekstslide

Kikvorsperspectief
De kunstenaar heeft een laag standpunt en kijkt tegen een object op.
De horizon en het verdwijnpunt bevinden zich laag in het kunstwerk.

Slide 5 - Tekstslide

Welke standpunten zijn er?
A
De horizon en het verdwijnpunt bevinden zich hoog in het kunstwerk.
B
De horizon en het verdwijnpunt bevinden zich laag in het kunstwerk.
C
Er zijn 3 verschillende standpunten mogelijk.
D
een manier om diepte te creëren op een tekening

Slide 6 - Quizvraag

Atmosferisch perspectief
De kleuren worden naar de achtergrond toe vager. In sommige werken worden ze ook blauwer of groener van kleur.

Slide 7 - Tekstslide

Kleurperspectief
Door het gebruik van warme kleuren op de voorgrond en koude kleuren op de achtergrond krijg je meer diepte in je werk.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is atmosferisch en wat is kleurperspectief?
A
De kleuren worden naar de achtergrond toe vager dit noemen we kleurenperspectief
B
Door het gebruik van warme kleuren op de voorgrond en koude kleuren op de achtergrond krijg je meer diepte in je werk.
C
De kleuren worden naar de achtergrond toe vager dit noemen we atmosferisch perspectief
D
Warme kleuren op de voorgrond en koude kleuren op de achtergrond noemen we atmosferisch perspectief

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht
  • Kleur één van je eerdere tekeningen in volgens het atmosferisch perspectief. 

  • Kleur één van je eerdere tekeningen in volgens het kleuren perspectief. 


 



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Leerdoel 2
Aan het einde van deze lessen kun je een tekening maken van een gedeelte van een stad (minimaal 5 gebouwen) 1 verdwijnpunt.

Slide 13 - Tekstslide

Beoordelingscriteria
  • Je hebt gebruik gemaakt van een perspectief met 1 verdwijnpunt.
  • Je hebt een atmosferisch perspectief gebruikt voor het kleuren.
  • Je hebt details toegepast in je tekening, zoals planten, tegels, hekjes...

  • Het geheel is netjes afgewerkt.
  • Originele invalshoek
  • Licht/donker contrast aanwezig waardoor er 3-D effect ontstaat.

  • Gebruik van texturen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Werkwijzer
  1. Maak eerst een collage met 10 afbeeldingen van perspectief met 1 verdwijnpunt. (Print deze uit voor in je mapje of schrijf in je mapje dat je  collage op Pinterest staat: HUISWERK 1)

  2. Start nu je ontwerpproces (Zie volgende dia: HUISWERK 2)
  3. Laat  je collage en ontwerpproces becijferen.  (HUISWERK 1 en 2)
  4. Maak nu je definitieve tekening op een A3 en kleur deze in.
  5. Werk je tekening netjes af. 

Slide 16 - Tekstslide


2. ONTWERPPROCES
(TOTAAL 3 SCHETSEN in je mapje, HUISWERK 2)

Teken een horizontale lijn met in het midden een  verdwijnpunt.  Je tekent 1 punt op de tekening en daar laat je alle lijnen ‘naar toe’ lopen. Je begint met het tekenen van de horizon; dit is gewoon een horizontale lijn op de tekening.

Slide 17 - Tekstslide


Schets 1
Teken  een gebouw van voren. 
Schets 2
Teken nu een gebouw van onderen of van boven. 

Schets 3
Maak nu een schets in kleur voor je definitieve tekening! 

Slide 18 - Tekstslide

Nodig
  • schetspapier
  • scherp geslepen potlood
  • kleurpotloden
  • liniaal
  • geodriehoek
  • gum


Slide 19 - Tekstslide

Stad
Bekijk de filmpjes op de volgende pagina's voor een voorbeeld van een stad met 1 verdwijnpunt.

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Stad van voren

Slide 22 - Tekstslide

Stad van boven

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Stad van beneden

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Hoeveel vluchtpunten zag je in deze voorbeelden?
A
0
B
1
C
2
D
Wat is een vluchtpunt ook alweer?

Slide 29 - Quizvraag

Waar moet de horizon komen?
A
Van boven naar beneden (vertikaal)
B
Helemaal bovenaan
C
Van links naar rechts ongeveer in het midden
D
Helemaal links

Slide 30 - Quizvraag

Wat weet je nu van
perspectief tekenen?

Slide 31 - Open vraag

KEUZE OPDRACHT 2
Perspectief 


met 2 verdwijnpunten

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoel 2
Aan het einde van deze lessen kun je een tekening maken van een stad met huizen/flats, letters of zwevende vormen met 2 verdwijnpunten.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht
Ontwerp en maak een tekening met 2 verdwijnpunten. Kleur je tekening in volgens het atmosferisch perspectief. 
Je mag kiezen voor huizen/flats, letters of zwevende vormen.

Formaat: A3.
Materiaal: potlood, schetspapier, kleurpotlood.


 



Slide 34 - Tekstslide

Beoordelingscriteria
  • Je hebt gebruik gemaakt van een perspectief met 2 verdwijnpunten.
  • Je hebt een atmosferisch perspectief gebruikt voor het kleuren.
  • Je hebt details toegepast in je tekening, zoals planten, tegels, hekjes...

  • Het geheel is netjes afgewerkt.
  • Originele invalshoek
  • Licht/donker contrast aanwezig waardoor er 3-D effect ontstaat.
  • Gebruik van texturen.

Slide 35 - Tekstslide

Werkwijzer
  1. Maak eerst een collage met 10 afbeeldingen van perspectief met 2 verdwijnpunten. (Print deze uit voor in je mapje of schrijf in je mapje dat je  collage op Pinterest staat: HUISWERK 1)

  2. Start nu je ontwerpproces (Zie volgende dia: HUISWERK 2)
  3. Laat  je collage en ontwerpproces becijferen. (HUISWERK 1 en 2)  
  4. Maak nu je definitieve tekening op een A3 en kleur deze in.
  5. Werk je tekening netjes af. 

Slide 36 - Tekstslide


2. ONTWERPPROCES: 
(TOTAAL 3 SCHETSEN in je mapje, HUISWERK 2)

Schets 1:
Teken een horizontale lijn met links en recht 2 verdwijnpunten.
Teken nu in het midden een verticale lijn  op de horizontale lijn.
Teken een diagonale lijn vanaf de bovenkant van de verticale lijn naar elk van de vluchtpunten.

Slide 37 - Tekstslide


Teken een diagonale lijn vanaf de onderkant van de verticale lijn naar elk van de vluchtpunten.
Teken twee verticale lijnen om de zijden van de vorm te maken.
Schets: 2
Maak nu op dezelfde manier: huizen/flats, letters of een zwevende vorm. Op, boven of onder de horizon. 
Schets: 3
Maak nu een schets in kleur voor je definitieve tekening! 

Slide 38 - Tekstslide

Nodig
  • schetspapier
  • scherp geslepen potlood
  • kleurpotloden
  • liniaal
  • geodriehoek
  • gum


Slide 39 - Tekstslide

Huizen/Flats 
Bekijk het filmpje op de volgende pagina voor een voorbeeld van huizen met 2 verdwijnpunten.

Slide 40 - Tekstslide

0

Slide 41 - Video

Letters
Bekijk het filmpje op de volgende pagina voor een voorbeeld van letters met 2 verdwijnpunten.

Slide 42 - Tekstslide

0

Slide 43 - Video

Zwevende vormen
Bekijk het filmpje op de volgende pagina voor een voorbeeld van zwevende vormen met 2 verdwijnpunten.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Tweepuntsperspectief

Slide 46 - Tekstslide

Als het doosje onder de horizon staat:
A
Zie je de onderkant
B
Zie je de bovenkant
C
Zie je de bovenkant én de onderkant
D
Zie je geen bovenkant of onderkant

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Video

0

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Wat weet je nu van
perspectief tekenen?

Slide 51 - Open vraag