Minor 2.7 Vamos al parque 18.12.20 Imperativo negativo

Minor A2
Unidad 7
Vamos al parque
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
spaansHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Minor A2
Unidad 7
Vamos al parque

Slide 1 - Tekstslide

Vamos al parque
  • een uitstapje organiseren
  • blijdschap en medeleven tonen
  • telefoneren
  • praten voer manier waarop het milieu beschermd kan worden
  • verboden en geboden uiten
  • landschappen beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Gramática y vocabulario
Vamos al parque

  • de ontkennende Imperativo 
  • de aanwijzende voornaamwoorden este, ese, aquel
  • de bijwoorden aquí, ahí, allí
  • de beklemtoonde bezittelijk voornaamwoorden el mío, el tuyo, el suyo, etc.

Slide 3 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy? 18.12.20
  • ¿Preguntas sobre los deberes?
  • Repasar el Imperativo afirmativo
  • … y el Imperativo negativo
  • Unidad 7 TB nr. 6 en 7            
  • Feliz Navidad 

Slide 4 - Tekstslide

El Imperativo afirmativo
¿Cuándo se usa?

  • Adviezen: Toma 2 aspirinas y quédate en casa.
  • Instructies: Tomad la 3a calle a la derecha, cruzad la plaza, etc.
  • Bevelen of nadrukkelijk verzoek: Páseme el vino, por favor

Slide 5 - Tekstslide

Imperativo afirmativo= gebiedende wijs bevestigend  
      de vormen                            


uitleg vorming op volgende slide

Slide 6 - Tekstslide

Voor de onregelmatige usted/ustedes vormen ga je meestal uit van de 1e pers. van de tegenwoordige tijd + uitgangwissel bijv.:
poner= pongo= ponga/n            decir=digo= diga/n
hacer= hago=    haga/n               salir= salgo= salga/n 

Slide 7 - Tekstslide

De voornaamwoorden en de imperativo afirmativo
Bij de imperativo afirmativo  MOETEN de voornaamwoorden achter
 de gebiedende wijs vorm geschreven worden!!!!

Dit geldt voor - de meew. vnw:                  ¡ Cómprame un libro!
                            - de lijdende vnw:               ¡ Paga el libro!= ¡ Págalo!
                            - de wederk. vnw:               ¡ Lávate las manos!
Denk aan de accenten!!!!

Slide 8 - Tekstslide

El uso del imperativo afirmativo (tú y usted)
- noteer ze beiden

Levantarse
Sentarse (ie)
Callarse
Venir aquí
Salir
Escuchar
Oir
Decir
Mirar
Contar (ue)
Hacer

Disfrutar

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

                                   Tú                      Usted
Levantarse              levántate          levántese
Sentarse (ie)           siéntate             siéntese
Callarse                    cállate               cállese
Venir aquí               ven aquí            venga aquí
Salir                          sal                       salga
Escuchar                escúcha(me)    escúche(me)
Oir                            oye                      oiga
Decir                        di(me)                díga(me)
Mirar                        mira                    mire
Contar (ue)             cuenta               cuente
Hacer                       haz(lo)                haga / hágalo

Slide 10 - Tekstslide

¡ A practicar!  

Geef de juiste vorm van de Imperativo 

Slide 11 - Tekstslide

Traduce
"Doe je schoenen uit."
(uitdoen=quitarse)

Slide 12 - Open vraag

Traduce
"Doe je laarzen aan."
(aandoen = ponerse)

Slide 13 - Open vraag

Traduce:
"Doe/trek ze aan."
(de laarzen)

Slide 14 - Open vraag

Traduce:
"Gaat u zitten."

Slide 15 - Open vraag

Traduce:
"Zeg het HEM!"

Slide 16 - Open vraag

WB oef. 16 p.61
Oye, ¿me pongo el vestido nuevo?
Pues, claro, __________
A
póntelo
B
póngaselo
C
póngatelo
D
pónselo

Slide 17 - Quizvraag

¡A trabajar!
  • WB oef. 16 p.61
  • R&S unidad 6 p.63

Slide 18 - Tekstslide

El Imperativo negativo

 
-vervoeging
-regels
-oefening

Slide 19 - Tekstslide

nr. 6a TB p. 66
Subraya en los anuncios todas las formas del imperativo

¿Ves diferencias entre las formas que ya conoces y las negativas de estos anuncios?

Slide 20 - Tekstslide

regelmatige imperativo negativo
De vorm van de imperativo negativo (negatieve gebiedende wijs) is eenvoudiger dan de imperativo afirmativo. Zij hebben   

• De werkwoorden die eindigen op -ar hebben dezelfde uitgangen als de werkwoorden die eindigen op -er/-ir in de tegenwoordige tijd.
• De werkwoorden die eindigen op -er en -ir hebben dezelfde uitgangen als werkwoorden die eindigen op -ar in de tegenwoordige tijd.

Slide 21 - Tekstslide

regelmatige imperativo negativo
zie ook pagina 123 TB CG2

Slide 22 - Tekstslide

onregelmatige imperativo negativo
zie ook pagina 123 TB CG2

Slide 23 - Tekstslide

Onregelmatige imperativo negativo

usted
vosotros
ustedes
no hagas
no haga
no hagáis
no hagan
no salgas
no salga
no salgáis
no salgan
no des
no dé
no deis
no den
no vayas
no vaya
no vayáis
no vayan
no seas
no sea
no seáis
no sean
zie 6.8 TB p. 123

Slide 24 - Tekstslide

combinatie met pers.vnw
• ¡No os preocupéis! - (Maak je geen zorgen!)
• ¡No lo abras! - (Maak het niet open!)
• ¡No se lo digas! - (Vertel het haar niet!)

  Wanneer je iemand vertelt om iets NIET TE DOEN dan komt het voornaamwoord direct vóór het werkwoord. De ontkenning gaat daaraan vooraf

Slide 25 - Tekstslide

El imperativo negativo
TB nr. 7b p. 67.
En grupos 


TB nr. 7c p. 67
¿Qué hay que hacer t qué no
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

¡No busques excusa! TB pag. 66
Je werkt op een reclame bureau. Het team is nu bezig met een bewustmakingscampagne. Je mag de volgende onderwerpen in je campagne verwerken:
- Uso del agua
- El medio ambiente
- Ahorrar energía
- Uso del plástico
- Eigen ideeën
GEBRUIK DE IMPERATIVO NEGATIVO EN AFIRMATIVO
Werk in groepjes
Presenteer je campagne

Slide 27 - Tekstslide

WB pag 69
oef. 6 & 7

Slide 28 - Tekstslide

Luis Miguel
Santa Claus llegó a la ciudad

  • Open het document in MS Teams 
  • Luister en maak de twee bijbehorende opdrachten.

Slide 29 - Tekstslide

Deberes
  • Bestuderen behandelde stof.
  • WB: Unidad 7                   (oefening 5  t/m 7)
  • Reglas y sistemas (van de imperativo negativo)
  • TT 5-6-7 na Unidad 7


Slide 30 - Tekstslide

¡¡¡Felices Fiestas!!!

Slide 31 - Tekstslide