Herhalingsles

4.5
Uitleg
Aardrijkskunde
Afmaken van de opdrachten indien nodig
Heb je het lesdoel bereikt?
Leren voor de toets
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.5
Uitleg
Aardrijkskunde
Afmaken van de opdrachten indien nodig
Heb je het lesdoel bereikt?
Leren voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Download hier de werkbladen
https://debaasopinternet.nl/content/2-aan-de-slag/1-wie-mag-alles-van-me-weten/debaasopinternet-privacy-werkbladen.pdf

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten water
Je hebt twee soorten water.

De oceanen bestaan uit:
zout water
Als je dat onttrekt van zout bijv. door het op te lossen, krijg je:
zoet water

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdeling van water
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen grondwater en oppervlaktewater?
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landijs
Landijs is ijs dat op land ligt. In tegenstelling tot zee-ijs.

Antarctica en Groenland zijn voor het grootste gedeelte bedekt met landijs.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gletsjer
Een gletsjer is een stuk landijs dat langzaam naar beneden schuift.
Je kan het dus vergelijken met een bevroren rivier.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 Fasen
We weten al dat waterstof, net zoals alle andere stoffen, drie verschillende vormen heeft:

- vast
- vloeibaar
- gas

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Faseverandering
Alle stoffen kunnen van fase veranderen. Dat heeft allemaal verschillende namen.

Water van gas naar vloeibaar heet bijvoorbeeld condenseren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Faseverandering van water
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door verandering van fasen en verplaatsing ontstaat er een waterkringloop.
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klein/groot
Wat wordt er bedoeld met kleine waterkringloop?

Wat wordt er bedoeld met grote waterkringloop?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rivieren
Eén regendruppel valt uit de lucht op het land, maar waar gaat deze heen?

De kans is groot dat deze in een rivier terecht komt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroomgebied
Al het water komt terug in de zee in de grote waterkringloop. Het is afhankelijk van waar de druppel op de grond komt, in welk stroomgebied. Tussen twee stroomgebieden ligt een waterscheiding.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bron en bovenloop / middenloop / benedenloop of delta
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroomgebied Donau
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bovenloop Donau
Middenloop Donau

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benedenloop Donau
Delta Zwarte Zee

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geografische schaalniveaus
In de aardrijkskunde wordt er vaak gekeken naar situaties en problemen.

Vaak worden die bekeken op verschillende schaalniveaus.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mondiaal
Continentaal

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationaal
Regionaal

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lokaal
Héél lokaal!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inzoomen/uitzoomen
Om een probleem inzichtelijk te krijgen, kan het effect hebben om eens te gaan inzoomen of uitzoomen.

Kijk maar eens naar de volgende twee kaarten.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken
1. Bedenk samen met een klasgenoot een probleem wat op zowel lokaal als mondiaal niveau speelt.
2. Bedenk hoe het probleem in de 5 schaalniveaus voorkomt.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? :-)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Maak nu af, indien nodig:
opdrachten van 4.1 t/m 4.5

Klaar? Leer voor de toets

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies