BK1 Blok 3: Over Taal

OVER TAAL
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

OVER TAAL

Slide 1 - Tekstslide

GRONDWOORDEN
1. Bij werkwoorden is het altijd het hele werkwoord.
    (vond => vinden  - gepresenteerd => presenteren)
2. Verkleinwoorden zoek je bij het enkelvoud woord.
     (parapluutje => paraplu
3. Bij sommige woorden zoek je de kortste vorm.
     (prijzige => prijzig)

Slide 2 - Tekstslide

Naar welk woord zoek je in het woordenboek? (wat is het grondwoord?)
Bedenk eerst: is het een ww of een zelfst nw?

Zij fietsten samen naar huis
Dat stel woont twee huizen verderop
Ik werkte gisteren in de fabriek
Zij herhaalden alle informatie over de toetsen
Vanmorgen werd ik wakker van de vogeltjes

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het grondwoord van 'hevige' in de zin?

'Hevige regenval zorgde voor een overstroming'

Slide 4 - Open vraag

Wat is het grondwoord van 'briesje' in de zin?

''Het waaide niet hard, het was slechts een briesje'

Slide 5 - Open vraag

Wat is het grondwoord van 'obstakels' in de zin?

''De weg lag vol met allerlei obstakels'

Slide 6 - Open vraag

Wat is het grondwoord van 'gepresteerd' in de zin?

''Afgelopen seizoen heeft het team goed gepresteerd.'

Slide 7 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit van een grondwoord is.

Slide 8 - Open vraag

Trappen van vergelijking
snel
sneller
snelst

Slide 9 - Tekstslide

Vul het juiste woord in van de trappen van vergelijking?

groot - groter - ..............

Slide 10 - Open vraag

Vul het juiste woord in van de trappen van vergelijking?

smal - .......... - smalst

Slide 11 - Open vraag

Vul het juiste woord in van de trappen van vergelijking?

nuttig - .......... - .............

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste woorden in van de trappen van vergelijking?
LET OP!!

weinig - .......... - .............

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste woorden in van de trappen van vergelijking?
LET OP!!

goed - .......... - .............

Slide 14 - Open vraag

Vul de juiste woorden in van de trappen van vergelijking?
LET OP!!

veel - .......... - .............

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Samenstelling
vruchten        +    taart    =  vruchtentaart 

Slide 17 - Tekstslide

Samenstelling
laptop             +        tas      =   laptoptas  

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

  • Grondwoorden
  • Trappen van vergelijking
  • Samenstellingen




Slide 19 - Tekstslide