Woordsoorten oefenen
Bij welk antwoord staan alleen woordsoorten?
A
Lidwoord, persoonsvorm, gezegde
B
Persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp
C
Werkwoord, voorzetsel, lidwoord
D
Ik weet niet wat woordsoorten zijn
1 / 18
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Bij welk antwoord staan alleen woordsoorten?
A
Lidwoord, persoonsvorm, gezegde
B
Persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp
C
Werkwoord, voorzetsel, lidwoord
D
Ik weet niet wat woordsoorten zijn
Slide 1 - Quizvraag
Wat zijn voorzetsels?
A
mooie, lieve, rare
B
lamp, fiets, plant
C
op, achter, naast
D
de, het, een
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
mooie, lieve, rare
B
lamp, fiets, plant
C
op, achter, naast
D
de, het, een
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn lidwoorden?
A
mooie, lieve, rare
B
lamp, fiets, plant
C
op, achter, naast
D
de, het, een
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
mooie, lieve, rare
B
lamp, fiets, plant
C
op, achter, naast
D
de, het, een
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noem je de volgende woordsoorten?
in, sinds, vanwege, door
in, sinds, vanwege, door
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
werkwoorden
D
zelfstandige naamwoorden
Slide 6 - Quizvraag
Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
gewonnen is ..
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
gewonnen is ..
A
lw
B
zn
C
ww
D
bn
Slide 7 - Quizvraag
Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
'prijs' is ..
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
'prijs' is ..
A
ww
B
zn
C
bn
D
lw
Slide 8 - Quizvraag
Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
mooiste
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
mooiste
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz
Slide 9 - Quizvraag
woordsoorten:
Het Nederlandse volk gaat steeds vaker op vakantie in België.
Nederlandse is:
Het Nederlandse volk gaat steeds vaker op vakantie in België.
Nederlandse is:
A
bw
B
ww
C
bn
D
zn
Slide 10 - Quizvraag
Welke woordsoorten ken jij al?
Je mag drie keer raden naar het goede antwoord
mag
Je mag drie keer raden naar het goede antwoord
mag
A
lidwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 11 - Quizvraag
Welke woordsoorten ken jij al?
Je mag drie keer raden naar het goede antwoord
antwoord
Je mag drie keer raden naar het goede antwoord
antwoord
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 12 - Quizvraag
Sleep de woorden naar de juiste woordsoorten toe.
lidwoord
werk-
woord
zelfst
naamw
bijv
naamw
voorzetsel
het
de
een
werkt
gekeken
graai
lucht
gaten
olifant
gouden
deftige
knappe
achter
onder
tussen
Slide 13 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
De
dj
draait
op
het
festival
Slide 14 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Welke
dj
treedt
morgen
hier
op
tijdens
het
festival?
Slide 15 - Sleepvraag
Sleep de woorden naar je juiste categorie woordsoorten.
lw
zn
bn
vz
ww
De
eekhoorn
klom
in
de
hoge
boom.
Slide 16 - Sleepvraag
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
lw
zn
vz
bn
vw
ww
de
hoewel
op
regen
bedachte
behandeld
Slide 17 - Sleepvraag
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
lw
zn
vz
bn
tw
ww
de
twaalf
op
regen
bedachte
behandeld
