2.2 De spreiding van wereldsteden

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden

Slide 1 - Tekstslide

Als je de satellietfoto ziet, wat kun je dan zeggen over de ligging van grote steden?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
-  Ik ken de factoren die de ligging van steden beïnvloeden
-  Ik begrijp het verschil in verstedelijkingstempo tussen arme en rijke landen
-  Ik kan het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is géén kenmerk van een stad?
A
Een hoog aantal inwoners
B
De beroepsbevolking werkt vooral in de primaire sector
C
Een groot aantal voorzieningen
D
Een hoge bebouwingsdichtheid

Slide 4 - Quizvraag

stelling: Elke wereldstad is een megastad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

In welke stad denk je dat de verschillen tussen arm en rijk het grootst zijn?
A
Megastad
B
Wereldstad
C
Hoofdstad

Slide 6 - Quizvraag

Welke factoren verklaren de ligging van steden?
  1. Kenmerken van het gebied om de stad heen: Vlak, vruchtbare grond, op kruispunten van handelswegen, aan de kust, bij de vindplaats van grondstoffen
  2. De ligging ten opzichte van andere plaatsen (relatieve ligging). De relatieve ligging van een plaats kan veranderen.
  3. Het koloniale verleden: kuststeden als doorgeefluik
1.
2.
3.
3.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verband tussen verstedelijkingstempo, verstedelijkingsgraad & welvaart?
  1. Verstedelijksgraad (verstedelijking & graad)
  2. Verstedelijkingstempo (verstedelijking & tempo)

Wat wordt er in het volgende filmpje gezegd over verstedelijkingsgraad & verstedelijkingstempo?

Slide 8 - Tekstslide

2

Slide 9 - Video

00:17

Slide 10 - Link

00:17
Ruim 500.000 inwoners? Maar wat is een betere benadering van het aantal inwoners van Amsterdam?
A
700.000
B
800.000
C
900.000
D
1.000.000

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het verband tussen verstedelijkingstempo, verstedelijkingsgraad & welvaart?
Wat weet je nu over de verstedelijkingsgraad in Nederland?
Wat weet je over het verstedelijkingstempo in Nederland?

3. Welvaart: Hoeveel geld een land gemiddeld per persoon verdient

Stedelijk netwerk: Als er meerdere grote steden verspreid over een land liggen, die op veel manieren met elkaar verbonden zijn

Slide 12 - Tekstslide

Maak de stelling kloppend:
"Hoe ................ de welvaart, hoe ............... het verstedelijkingstempo"
A
hoger / hoger
B
lager / lager
C
lager / hoger

Slide 13 - Quizvraag

Studieplanner

Maak de digitale opdrachten volgens de studieplanner.

Slide 14 - Tekstslide