6RETAIL_F2S1S4

1 / 13
volgende
Slide 1: Video
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat is een "tekort - manquant"?

Slide 2 - Open vraag

Welk antwoord is GEEN oorzaak van een manquant?
A
Er ligt nog voorraad op de super.
B
Er is nog voorraad onderweg met de vrachtwagen
C
Er is nog voorraad op de uitzetkarren
D
De theoretische stock klopt niet.

Slide 3 - Quizvraag

Geef 1 reden waarom een theoretische stock fout kan zijn:
A
Er is verkeerd geleverd
B
Er is onvoorzien veel verkocht van een product
C
het verkeerde bedrag is afgerekend aan de kassa
D
geen van bovenstaande redenen is juist

Slide 4 - Quizvraag

Benoem minimum 2 factoren waar je rekening mee moet houden om aan de servicegraad te voldoen:

Slide 5 - Open vraag

Trend
Je baseert je op het verleden en volgt het patroon dat steeds weerkeert.
De timing is niet altijd voorspelbaar
Dit heeft te maken met seizoensgebonden producten

Slide 6 - Sleepvraag

vraag afhankelijk van de vraag naar een ander product
Je hebt geen gegevens uit het verleden, je kan enkel beschikken over informatie over soortgelijke producten.
Constant vraagpatroon
Bijvoorbeeld de verpakking van een bepaald product - een afgeleide vraagproductie

Slide 7 - Sleepvraag

Maak een screenshot van een product waarnaar in een bepaalde periode van het jaar ontzettend veel vraag naar is:

Slide 8 - Open vraag

Welk begrip past bij de volgende beschrijvingen?

Slide 9 - Tekstslide

De voorraad die nodig is om de tijd tussen twee leveringen te overbruggen, zodat je aan de normale vraag van de klanten kan blijven voldoen.
A
seizoensvoorraad
B
administratieve voorraad
C
actievoorraad
D
reguliere voorraad

Slide 10 - Quizvraag

Een extra voorraadgedeelte dat bedoeld is om schommelingen in de verkoop en in de levertijden van artikelen op te vangen.
A
veiligheidsvoorraad
B
minimumvoorraad
C
werkelijke voorraad
D
economische voorraad

Slide 11 - Quizvraag

De grootste voorraad van een artikel die je wilt aanhouden in
normale omstandigheden.
A
economische voorraad
B
maximumvoorraad
C
veiligheidsvoorraad
D
minimumvoorraad

Slide 12 - Quizvraag

Een voorraad die tijdelijk groter is dan normaal, zoals tijdens aanbiedingsacties.
A
veiligheidsvoorraad
B
reguliere voorraad
C
seizoenvoorraad
D
actievoorraad

Slide 13 - Quizvraag