H2 tekststructuren + start H3

Telefoon in de bak, pak je spullen en begin met lezen♥.
Welkom klas 2!

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de bak, pak je spullen en begin met lezen♥.
Welkom klas 2!

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
1. Lezen 
2. Terugblik vorige les: argumentatie
3. Maakwerk in de les: werkblad + zelf blokjesschema maken
5. Afsluiting: Kahoot
Wat heb je aan deze les?
1. Je kunt onderscheid maken tussen een standpunt en argument
2. Je kunt onderscheid maken tussen een feitelijk argument en een waarderend argument.
3. Je kunt argumentatie weergeven in een blokjesschema. 
Toets H123:
Ma 21 nov 1e uur

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen h123
H1. Verschillende vaste tekststructuren herkennen: probleem-oplossing, verklaring, verleden-heden-toekomst.

H2.  Verschillende vaste tekststructuren herkennen: argumentatie, aspecten, voor- en nadelen, vraag-antwoord. 


H3
- Onderscheid kunnen maken tussen standpunt en argument.
- Onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten.
- Een argumentatie weergeven in een blokjesschema.


Slide 3 - Tekstslide

Argumentatie
Dat was geen leuk festival, want de hoofdact kwam niet opdagen. Ook regende het de hele dag en een flesje water kostte wel 5 euro.

1. Wat is het standpunt? Wat zijn de argumenten?
2. Nevenschikkend of onderschikkend?
timer
1:30

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatie
Vorig weekend ben ik veel te laat thuisgekomen na een feestje. Nu heb ik huisarrest en mag ik een week niet afspreken met vrienden. Daarom ben ik echt boos op mijn ouders. 

1. Wat is het standpunt en wat zijn de argumenten?
2. Nevenschikkend of onderschikkend?
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Onderschikkend
Standpunt: Ik ben boos op mijn ouders
     dus                            want
Argument 1: Ik mag een week niet afspreken met vrienden
     dus                            want
Argument 2: Ik heb huisarrest
     dus                              want
Argument 3: Vorig weekend ben ik veel te laat thuisgekomen na een feestje 

Slide 6 - Tekstslide

Maakwerk in de les
1. Maak het werkblad met de blokjesschema's en kijk het na (achterkant).
Klaar? Maak onderstaande opdracht!

Kies één van de twee stellingen en kies of je voor of tegen bent.
Het WK in Qatar moet geboycot worden. 
Het Juicekanaal van Yvonne Coldeweijer moet verboden worden door de overheid.

1. Bedenk een nevenschikkende argumentatie
OF
2. Kies voor enkelvoudige onderschikkende argumentatie
Schrijf dit kort op in je schrift in een blokjesschema!
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk woe 16 nov
Maak opdracht 3 van blz. 76-77-78: vragen 1, 4, 8 zijn verplicht. Kies zelf nog 1 vraag. (DIT IS HUISWERK)
OF
Maak opdracht 5 van blz. 79-80-81: vragen 1, 5, 8 zijn verplicht. Kies zelf nog 1 vraag. (DIT IS HUISWERK)
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Blokjesschema

Maak het werkblad met de blokjesschema's en kijk het na. 

Klaar? Top!
Maak opdracht 3 van blz. 76-77-78: vragen 1, 4, 8 zijn verplicht. Kies zelf nog 1 vraag. (DIT IS HUISWERK)
OF
Maak opdracht 5 van blz. 79-80-81: vragen 1, 5 8 zijn verplicht. Kies zelf nog 1 vraag. (DIT IS HUISWERK)



timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

In welke structuur kom je deze zinnen tegen?
Waarom zijn de gasprijzen tegenwoordig zo hoog?

Rusland is Oekraïne binnengevallen. 
Europese landen hebben sancties afgekondigd tegen Rusland.
Landen halen ergens anders hun gas vandaan. 



Slide 10 - Tekstslide

In welke structuur kom je deze zinnen tegen?
Telefoons moeten verboden worden in de school.

Leerlingen kunnen zich beter concentreren zonder mobiel.
Leerlingen verbeteren hun sociale vaardigheden.
Zonder telefoon leren leerlingen niet omgaan met de afleiding, terwijl dat buiten school wel verwacht wordt.

Slide 11 - Tekstslide

Werk nakijken
Kijk je eigen werk na van de vorige les. Blz. 14 of 15

Klaar? Lees de groene theorie op blz. 74-75!
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Welk standpunt is sterker?
1. Ik vind dat kinderen die aan topsport doen, minder tijd op school hoeven te zijn.


2. Ik vind dat supermarkten alleen gezonde voeding in de aanbieding mogen doen, want ongezond eten leidt tot overgewicht en lichamelijke klachten. Bovendien worden hierdoor de ziektekosten hoger die we moeten betalen.

Slide 13 - Tekstslide

Overtuigen met argumenten
Wil je je lezer overtuigen? Dan moet je met argumenten komen die je standpunt onderbouwen!

1. Feitelijke argumenten: kun je controleren (Ik had een 5 op wiskunde en daarom moet ik daarvoor leren.)

2. Niet feitelijke argumenten: kun je niet controleren (Ik ga wiskunde leren, want dat vind ik leuker dan Nederlands). (subjectief)


Slide 14 - Tekstslide

Enkelvoudige en meervoudige argumentatie
Enkelvoudige argumentatie: de schrijver gebruikt maar één argument

Meervoudige argumentatie: meerdere argumenten gebruiken (nevenschikkend)

Standpunt: Het openbaar vervoer moet goedkoper worden.
1. beter voor het milieu   2. mensen met weinig geld kunnen het niet betalen

Slide 15 - Tekstslide

Argument onderbouwen met argument
Enkelvoudige onderschikkende argumentatie:

Standpunt: Henk moet de nieuwe coach van ons voetbalteam worden.


1. Hij heeft veel ervaring.

2. Hij geeft al 20 jaar succesvol training.

Slide 16 - Tekstslide

Argument onderbouwen met argument
Meervoudige onderschikkende argumentatie:

Standpunt: Henk moet de nieuwe coach van ons voetbalteam worden.


1. Hij heeft veel ervaring.

2. Hij geeft al 20 jaar succesvol training.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe herken je een standpunt of argument?
Standpunt: ik vind, volgens ons, de schrijver is van mening dat, onze conclusie is etc.

Argumenten: dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat, want etc.

Slide 18 - Tekstslide

Maak- en huiswerk

Kies:
Prijzige nostalgie met weinig inhoud: opdracht 2 blz. 44-45: vraag 1, 3, 4, 6, 7, 8, 9

OF

Wat een verschil! Opdracht 4 blz. 45-47: vraag 1, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10


Klaar? Top!
Kijk je werk na -> ga lezen of start met H3 of kies een ander vak. 


timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat is hier de kernzin?
De Netflix-serie Squid Game is op dit moment hartstikke populair. Miljoenen mensen van over de hele wereld kijken ernaar, waaronder ook veel jonge kinderen. Deskundigen maken zich daar zorgen over. In de serie gebeuren namelijk hele gewelddadige dingen. Volgens hen is het dan ook niet goed om Squid Game als kind te zien. Daarom heeft stichting Kijkwijzer bepaald dat je 16 jaar of ouder moet zijn om de serie Squid Game te kijken. 

Bron: www.jeugdjournaal.nl, 2021

Slide 20 - Tekstslide

Wat is hier de kernzin?
“De opwarming van de aarde heeft ten eerste een slechte invloed op de natuur. Dier- en plantensoorten sterven bijvoorbeeld uit. Bovendien is het ook slecht voor de gezondheid van de mens, nu de lucht steeds smeriger wordt. Daarom vind ik dat de overheid snel actie moet ondernemen.”


Slide 21 - Tekstslide

Wat is hier de kernzin?
“De opwarming van de aarde heeft ten eerste een slechte invloed op de natuur. Dier- en plantensoorten sterven bijvoorbeeld uit. Bovendien is het ook slecht voor de gezondheid van de mens, nu de lucht steeds smeriger wordt. Daarom vind ik dat de overheid snel actie moet ondernemen.”. 


Kernzin:
De overheid moet actie ondernemen [tegen de opwarming van de aarde].

Slide 22 - Tekstslide

Inschrijven *boekenpitches
Hoe?
1. Ga naar teams Nederlandse taal -  bestanden - lesmateriaal - literatuur - inschrijven boekenpitch.
2. Noteer je of jullie naam + de titel van het boek
* Je vindt de hele opdracht in Teams bij bestanden - lesmateriaal - literatuur 
Lees de opdracht goed door en bekijk de eisen nauwkeurig.

Let op: zodra je je inschrijft, noteer je deze datum ook in je eigen plenda!
Let op: Je schrijft je vandaag of morgen in. Dus VOOR de volgende les. 

Slide 23 - Tekstslide

Reflectie: noteer de antwoorden in je schrift
1. Wat is je cijfer?
2. Had je hoger of lager verwacht en waarom?
3. Hoeveel uur tijd heb je zitten in de voorbereiding?
4. Hoe heb je geleerd? Dus wat heb je letterlijk uitgevoerd?
Toetsvragen per onderdeel
1: woordbeeld ik-vorm uitleggen 2p 
2/3: hoofdletters, punten, puntkomma, dubbele punt 4p
4 t/m 9: koppeleteken en weglatingsstreepje 5p
10/11: koppelteken + uitleg geven van regels 4p
12 t/m 23: werkwoordspelling 24p
5. Noteer je behaalde punten zo:
1: 1 van de 2

6. Noteer de zinnen in je schrift en vul aan:
Deze onderdelen maakte ik goed: ....
Deze onderdelen moet ik aan werken: .........

7. Wat is de reden van de slecht gemaakte onderdelen? Kies uit: 1. niet genoeg geleerd en geoefend, 2. niet goed opgelet in de les3. wel opgelet en geoefend, maar ik begrijp het gewoon nog niet.
8. Wat ga je de volgende keer anders doen?





Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag

1. Je maakt werkblad 1 en 4 over de signaalwoorden.


We bespreken de juiste antwoorden. 

Volgende week maandag: proeftoets leesvaardigheid.

timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In een tekst hangen woorden, zinnen en alinea's samen. 
Deze samenhannoem je het tekstverband.

De signaalwoorden geven het verband aan.

Slide 26 - Tekstslide

Vorig jaar in klas 1 heb je er vier geleerd.
Welke signaalwoorden zie je per zin?
  • 1. Chronologisch verband (tijdsvolgorde)
  • Eerst maak ik huiswerk en daarna ga ik gamen.
  • 2. Opsommend verband (dingen achter elkaar noemen)
  • Ten eerste ben je te laat en ten tweede heb je je werk niet af.
  • 3. Tegenstellend verband (tegengestelde dingen noemen)
  • Vandaag heb ik veel hoofdpijn, maar ik ga wel naar school.
  • 4. Toelichtend verband (extra info geven/voorbeelden)
  • Je kunt uit verschillende vakken kiezen, zoals: wiskunde, Frans, Duits of NaSk.

Slide 27 - Tekstslide

5. Conclusie
Concluderend verband: conclusie trekken.
Signaalwoorden: dus, daarom, kortom

Ik moet nog veel leren voor de toets en daarna ga ik naar mijn voetbaltraining. Kortom: ik heb het te druk om af te spreken.





Slide 28 - Tekstslide

6. Reden
Redengevend verband: geeft aan waarom iemand iets vindt.
Signaalwoorden: omdat, daarom, dus, want

Vorig jaar ben ik niet op vakantie gegaan, omdat het reisadvies negatief was.





Slide 29 - Tekstslide

7. Oorzakelijk 
Oorzakelijk verband: toont waardoor iets gebeurt buiten iemands wil.
Signaalwoorden: doordat, daardoor, als gevolg van

De grond is erg droog door de hitte. Daardoor groeien de planten slecht.





Slide 30 - Tekstslide

8. doel-middel verband
Doel-middel verband: toont welk middel je gebruikt voor een doel
Signaalwoorden: zodat, om te, door middel van

Om goed te kunnen slapen is het belangrijk om een uur van tevoren je telefoon weg te leggen.





Slide 31 - Tekstslide

9. vergelijkend verband
Vergelijkend verband: toont verschil of overeenkomst
Signaalwoorden: net als, evenals, zoals ook

Vergeleken met de vorige les gaat het nu heel goed in de klas. 





Slide 32 - Tekstslide

10. samenvattend verband 
Samenvattend: toont verkorte weergave van informatie
Signaalwoorden: kortom, samengevat, al met al

Al met al lijkt me dit geen goed idee.





Slide 33 - Tekstslide

Maken/huiswerk
Opdracht 1 blz. 72/73 IN DE LES

Opdracht 4 tekst 3 is HUISWERK! Blz. 75/76/77
Deze opdracht is de volgende les helemaal af! Zorg dat je voorbereid bent. 
Aanstaande woensdag valt de les uit, dus maak je deze opdracht!

Klaar? Zelf nakijken. 
Ga lezen of doe iets voor een ander vak.

Slide 34 - Tekstslide

Maakwerk
1. Lees tekst 2, 3 en 4 op blz. 13. 

2. Noteer steeds de kernzin per tekst. --> noteer de eerste twee en laatste twee woorden.

3. Maak opdracht 2 op blz. 13. 
timer
5:00

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk bespreken

1. Samen tekst 6 (opdracht 3) bespreken blz. 14/15.
2. Vraag 1 t/m 9.

Maken opdracht 5 helemaal blz. 15/16/17
Niet af? Jammer! --> huiswerk voor woensdag 27 oktober.

Slide 36 - Tekstslide

1.1: Wat is fictie?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Hugo's geniale wereld - Sabine Zett
ddd
Blz. 4 maken opdracht 3.

Slide 41 - Tekstslide

Wij blijven bij elkaar - 
Martine Letterie

1938. Er dreigt oorlog. Sonni en haar broertjes en zusjes worden door hun moeder op de trein naar Nederland gezet, in de hoop dat ze daar veilig zullen zijn. Niets is minder waar. Sonni heeft maar één wens: zorgen dat zij en haar broertjes en zusjes bij elkaar kunnen blijven. Ze heeft nog geen idee dat deze treinreis nog maar de allereerste is.

Er zullen er meer volgen, die hen naar kamp Westerbork en uiteindelijk naar Bergen-Belsen brengen…

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Jacht - Cis Meijer
Op de computer van haar docent, probeert Sam haar cijfers aan te passen. Diezelfde dag breekt er brand uit op school. De politie vermoedt kortsluiting, maar Sam twijfelt. Ze gaat op onderzoek uit, vooral ook omdat haar docent ernstig gewond in coma ligt. Dan ontvangt Sam een dreigbrief; iemand zet haar zwaar onder druk.

Een paar dagen later vertrekt de klas naar de Duitse bossen voor een dropping met een ritueel. Al snel verandert de reis in een onheilspellende nachtmerrie: Sam voelt zich opgejaagd. Heeft iemand reden om haar uit de weg te ruimen?

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Drie actuele boeken
Welk boek spreekt je nu het meest aan? 
Klopte je voorspelling over de inhoud van het boek?

Slide 46 - Tekstslide

Leestips van de Jonge Jury

Slide 47 - Tekstslide

Uitleg website
Lezen voor de lijst

Slide 48 - Tekstslide

Leesniveaus

eind 4 vmbo (uitgezonderd bb) minstens niveau 2 | 12-15 jaar
eind onderbouw havo/vwo minstens niveau 2 | 12-15 jaar
eind 5 havo minstens niveau 3 | 15-18 jaar
eind 6 vwo minstens niveau 4 | 15-18 jaar

Slide 49 - Tekstslide

Eindexamen
De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met een aantal door
 hem geselecteerde literaire werken.
* Minimumaantal: havo 8; vwo 12 waarvan minimaal 3 voor 1880.
* De werken zijn oorspronkelijk geschreven in de Nederlandse taal.

Slide 50 - Tekstslide

Opdracht 1
Je maakt een niveautest om te bekijken welk soort boek het beste bij jou past op dit moment.

Klaar? Onthoud je niveau! Je vult het zo in in LessonUp.
timer
4:00

Slide 51 - Tekstslide

Welk niveau kwam uit jouw niveautest?

Slide 52 - Poll

Opdracht 2
Je gaat op zoek naar een boek! Een moeilijke opgave, want er zijn zoveel leuke boeken!

Begin bij jouw niveau op Lezen voor de lijst. Lees de stukjes bij boeken die jou interessant lijken. Kies minimaal drie boeken uit die je zou willen lezen. Volgende week maandag heb jij een boek gekozen!

Wil je extra tips? Laat het even weten! 


Slide 53 - Tekstslide

Boek mee naar de les!

Vanaf volgende week maandag heb je iedere les Nederlands een boek mee. 

Geen boek mee? 
Tekst lezen + opdracht. 

Slide 54 - Tekstslide