Anouk Grieks week 23

3V Grieks week 31
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksBasisschoolMiddelbare schoolvmbo lwooGroep 1Leerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

3V Grieks week 31

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Opdracht week 33 
Opdracht week 34 
Herhaling: bijvoeglijk naamwoord 
Vertalen

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht week 33
1. Ergon 11, 12, 13 
2. Thales t/m r. 17 & opdracht 10 

Slide 3 - Tekstslide

Wat kan een bijvoeglijke bepaling zijn?
A
een bijvoeglijk naamwoord
B
een voorzetselwoordgroep
C
een zelfstandig naamwoord in de genitivus
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een voorzetselwoordgroep als bijvoeglijke bepaling?
A
Vanmorgen heb ik brood gekocht bij de bakker.
B
Bij de bakker koop ik brood voor het eten.
C
Bij de bakker op de hoek koop ik brood voor het eten.
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quizvraag

Een bijvoeglijk naamwoord zonder lidwoord ...
A
staat voor het zelfstandig naamwoord
B
staat achter het zelfstandig naamwoord
C
staat voor of achter het zelfstandig naamwoord
D
komt niet voor

Slide 6 - Quizvraag

Een bijvoeglijk naamwoord met lidwoord staat tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord óf ...

Slide 7 - Open vraag

ὁ ἀνδρεῖος ἥρως 

ὁ ἥρως ὁ ἀνδρεῖος 

Slide 8 - Tekstslide

Van wie is de anekdote afkomstig die de moeder van Thales hem vanaf r. 14 gaat vertellen?

Slide 9 - Open vraag

Geef de naamval en functie van κακολόγοις (r. 10).

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 10 
b. Hoe was Thales tot deze voorspelling gekomen? 
e. Welk NL/EN woord herken je in ἔκλειψις?
c. Welke Grieks werkwoord herken je in het ἔκλειψις? Keuze werkwoord terecht?

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht week 34 
1. Drillster woorden Thales & bijvoeglijk naamwoord
2. Vertalen Thales t/m r. 31



Slide 12 - Tekstslide

Kahoot: het bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

φίλη ἀνδρα: leg uit waarom dit niet goed gecongrueerd is.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de stam van πολύς?
A
πολύς
B
πολ-
C
πολλ-
D
πολύ

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de stam van πολύς?
A
πολλῷ
B
πολῇ
C
πολῷ
D
πολλῇ

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Benoem: μέγα

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide